Liefde gaat door de maag, klinkt het in de volksmond. Eten is een hartelijke praktijk, die mensen verbindt. “If you really want to make a friend, go to someone’s house and eat with him… the people who give you their food, give you their heart,” zei Cesar Chavez, een icoon van de civil rights movement in de Verenigde Staten. Chavez werd Amerikaans vakbondsleider en burgerrechtenactivist van Mexicaans-Amerikaans origine, samen met Dolores Huerta, bekend met de strijd van de National Farm Workers Association.
Samen eten werd niet alleen gebruikt als een praktijk waar vriendschap tot sociale strijd werd omgebogen, maar die strijd zelf entte zich ook op de exploitatieve arbeidsomstandigheden van fruitplukkers en seizoenswerkers in het Zuiden van de Verenigde Staten. Zoals de bekende druivenstaking van Delano, die zich snel over Californië verspreidde.
Duizenden druivenplukkers, vooral immigranten, legden het werk meer dan vijf jaar lang stil, zodat de werkgevers uiteindelijk toegaven en beloofden om voortaan het minimumloon te betalen. Of hoe voedsel en eten de noodzakelijke strijd van “vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid” belichaamt.
Kortom, ‘eten’ is een complex knooppunt van menselijke relaties, van relationele verknoping, tot gastvrijheid maar evengoed van verzet. Voedsel doet mensen samenstromen – vandaag is dat letterlijk en figuurlijk het geval in deze zaal, en hopelijk ook veel dagen hierna. Maar in Samenloop zit ook een stukje Tegenstroom. Niet meteen als drager van ‘grote politiek’, maar eerder als alledaags ‘Kookpunt van Solidariteit’.
Wat hier tot leven wordt gebracht is meer dan een bord met voedsel op tafel.
Globale verhalen en ervaringen van medewerkers die koken en de keuken op wieltjes doen lopen, verknopen zich hier. De wereld mag dan ongrijpbaar lijken, hier ervaar je de sedimenten van die complexe toestand op een gastvrije plaats.
In plaats van ‘het niet kunnen’ en welke ‘tekorten aan integratie’ nieuwkomers vertonen (U kent het wel: integratie is een oneindig beleidsspel dat politici nooit kunnen verliezen, gezien de doelpaaltjes voortdurend worden verplaatst), staan hier ‘het kunnen’ en talent centraal.
Een drempel zoals taal – B1 heet de nieuwe heilige graal in politieke middens – wordt hier in de veelheid van talen, een proces van leren in alle richtingen.
‘Het wachten’ dat velen hun trajecten hier bepaalt waardoor levens ‘on hold’ staan, wordt hier een kwestie van beweging. De enigen die wachten met nieuwsgierigheid zijn tafelgasten: een kwestie van de verhoudingen eens om te keren.
Wat al te vaak als bedreiging wordt gezien, is hier een rijkdom. De superdiverse dimensie van dit restaurant doet mensen net hunkeren naar ‘het proeven ervan’. Met voedsel vertel je verhalen: verhalen die al te vaak ontbreken in het spreken over nieuwkomers en mensen op de vlucht.
Hebben we niet meer dergelijke ‘Kookpunten van Solidariteit’ nodig? Wie daaraan twijfelt moet gewoon het Vlaams en Belgische regeerakkoord lezen: een plethora van beleidsmaatregelen die de meeste nieuwkomers zwaar op de maag liggen. Dat beleid een hefboom moet bieden voor sociale mobiliteit, stopt vaak aan de onderste sport van de ladder als het over nieuwkomers gaat.
Taaldrempels verhogen, inburgering bemoeilijken, langer wachten op een leefloon, het leefloon afschaffen, gezinshereniging nog onmogelijker maken, en als het zo even kan mogelijke nieuwkomers afremmen aan de buitengrenzen van Europa. Of langer laten wachten aan de buitengrenzen van Europa, wanneer je visum wordt gekoppeld aan het slagen voor je inburgeringstesten.
Samenloop biedt “een ander menu” voor de gangbare migratie en-integratiepolitiek. Het is een Kookpunt van Solidariteit dat als hefboom kan dienen voor sociale mobiliteit. In het hier en nu werkt dit soort projecten als een voorafspiegeling van een ander mogelijk migratieverhaal en dito praktijk. Het is een recept dat gekruid is met andere uitgangspunten, met andere waarden en streefdoelen dan het gangbare beleid dat ons dagelijks overspoelt.
‘Migratie is normaal.’ Zo konden we ooit lezen op de menukaart bij de Instroom Academy in de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen: de voorganger van Samenloop. Is het niet dat schijnbaar banale inzicht dat al te vaak in de dode hoek van beleidsmakers blijft zitten?
En misschien dient voedsel en samen eten dat banale inzicht van “migratie als normaliteit” als geen ander. “If you have food in your jaws you have solved all questions for the time being,” zei Franz Kafka. Misschien wist Kafka als geen ander hoe je kan verdwalen in het doolhof van systemen die je leven overnemen?
Met dat inzicht kan het verhaal van en mét mensen op de vlucht beter beginnen vanuit die alledaagse praktijken van integratie. Omdat ze actor zijn van en in dat verhaal, wat leerrijker is dan het heersende verhaal over ‘integratie’ waarin ze hooguit het lijdend voorwerp zijn: een verhaal dat zich mooier voorstelt dan het alledaagse (Kafkaïaanse) doolhof dat het in de praktijk vaak is voor nieuwkomers.
Dankjewel. En “Avanti!”
Proficiat aan de initiatiefnemers! En heel veel succes.
Pascal Debruyne is Docent Asiel en Migratie bij Odisee Hogeschool en onderzoeker bij Kenniscentrum Gezinswetenschappen.