Dit thema is belangwekkend, zoals iedereen wel aanvoelt of soms ook weet. Maar wat valt er onder en hoe kunnen we die diepere tendens begrijpen, terwijl we er natuurlijk volop in zitten?
Radicalisering is een begrip dat vaak terugkomt in de reguliere media en daarom ook start Fraihi met dit begrip. Op zich is er niets mis met meer inzet of zelfs de verscherpte focus op een thema. Wanneer het ongeduld te groot wordt of de drang naar een onmiddellijk resultaat overneemt, dan krijg je echter extremisme.
Dat gaat gepaard met een steeds meer opjutten van tegenpolen (antipodes) tegen elkaar. De beruchte mars op het Capitool, waar de niet herkozen president Trump een semi-gestructureerde massa eerst opjutte en dan weigerde terug te fluiten, is een recent tot de verbeelding sprekend voorbeeld van wat dit kan betekenen.
Tegen die achtergrond onderzoekt Fraihi enkele oude en nieuwe begrippen die vandaag de ronde doen. De oude links-rechts-as lijkt daarbij steeds meer inadekwaat te worden om de evolutie in de virtuele maatschappij van vandaag te vatten.
Het wantrouwen, vaak ook de angst, is veralgemeend, en wordt langs beide polen opgepookt. De verwijzing naar de jaren 1930 voldoet evenmin om te begrijpen wat gaande is. We zien vandaag immers radicalisering van talloze minderheden, die elk op één aspect de hoofdstroom of de zittende machtsorganen aanvallen.
De analyse gaat vaak niet dieper dan de posities van elk op dat ene thema waarop de minderheid zich profileert: één invulling van gender, ras, religie, enzovoort. Dat gaat dan nog eens naadloos samen met een duidelijk vernauwde ego-focus, aangezet of versterkt door de aard van de nieuwe media. Het ‘ik’ en het exclusieve ‘zelf’ voelt zich het centrum van de wereld, en denkt aangevallen, vernederd of haast messianistisch sterk te zijn.
In die context valt ook te begrijpen hoe extreem rechtse partijen Vlaams Belang, Forum voor Democratie en de beweging rond Wilders samen een voorstel pro-Zwarte Piet indienden bij het Europese Parlement: ze menen zo een identiteitstwist van hun achterban van ‘witte autochtonen’ in de Lage Landen te vertegenwoordigen en tegelijk te bespelen.
Roedelen rond identiteit
Fraihi noemt dit met een fraaie formule ‘roedelen rond identiteit’. Dat ene aspect waarin een groep zich geschaad of ontkend voelt wordt dan het kernpunt waarop men zich wil verenigen met anderen. Naarmate men zich echter steeds meer afsluit van ‘andersgezinden’ voor gesprek of ontmoeting leidt de verkokering tot verharde haat tegen en afwijzing van steeds meer meningen en smaken.
Door de vernauwing tot één aspect van identiteit wordt men uiteraard kwetsbaarder voor mistspuiters, die erin slagen om een thema te lanceren. De Zwarte Piet-actie kan als een voorbeeld gelden. Complotten en anti-vax “meningen” zijn andere voorbeelden van deze tendens.
De “waan van de dag” gaat analyse en breed maatschappelijk perspectief vervangen. Ook in de thema’s die voor links vaak met sympathie worden begroet ziet men die ontwikkeling: dekolonisering en klimaat ontsnappen niet aan de polariseringstendens.
Zo kan men de cancelcultuur ook hier zien groeien: als ‘witte’ man kan je voor bepaalde thema’s geen forum meer vinden omwille van je wit+man zijn, bijvoorbeeld. Of zoals Frauihi uit eigen ervaring vertelt in een van de colums achteraan het boek: als Noordafrikaanse van oorsprong werd zij onvoldoende ‘bruin’ geacht om in een BLM-discussie een zinvol standpunt te kunnen innemen.
Te wit, dus. Dit is typisch vernauwen, one-issue denken, en dus polariseren. Voeg daaraan toe dat de sociale media, gemanaged door de nieuwe miljardairs van Google en co, mensen terugwerpen op hun exclusief individu-zijn, en je hebt een massale individualisering van de maatschappij.
Zelfsegregatie
Wanneer bovendien blijkt dat bvb Facebook -bewezen- zijn algoritmes aanpast en nog exclusiever de ‘leden’ manipuleert om interessant te zijn en blijven voor de adverteerders en dat ten koste van de eigen vragen om hun eenzaamheid en angsten te overwinnen door ‘contact’ met gelijkgezinden, dan wordt duidelijk dat de antipodementaliteit waarover Fraihi het heeft in dit boek, misschien enkel past in de vorm van maatschappelijke manipulatie door deze nieuwe rijken, ten koste van de vereenzaamde en steeds bangere mensen in hun kleine, op zichzelf teruggetrokken groepjes van ‘gelijkgezinden’.
De uitbarsting van nogal ongericht en onrealistisch protest dat de mars op het Capitool uitdrukte is in dat opzicht een duidelijk symptoom. Het boek lanceert enkele neologismen die de ongeziene fenomenen goed lijken te schetsen: de wereld van ‘ikkigheid’ waarin individuen door hun radicalisering aan ‘zelfsegregatie’ doen.
Of het fenomeen van ‘infobesitas’ waardoor de overvloed aan meningen en feiten/geruchten onbevredigend blijft groeien, met als gevolg dat de consumenten van al die informatie veelvraten worden die bij gebrek aan degelijke inzichten en criteria zich steeds meer in de angstige eenzaamheid ‘eten’.
Hind Fraihi heeft een zeer verdienstelijke poging gedaan om als duidingsjournaliste een zo breed mogelijk publiek te helpen inzicht en kritische appreciatie op te bouwen in een wereld die duidelijk in verandering is: de supremacie van ‘witte kolonisering’ taant snel en de onderlinge afhankelijkheid in een mondiale context moet kunnen gedacht en besproken worden om er een breed, inclusief wervend verhaal uit te distilleren.
De nieuwe megabedrijven in de ICT wereld van vandaag lijken daarop in te spelen, maar verdienen momenteel vooral oneindig veel geld door de informatie te manipuleren en de gebruikers van de netwerken in hun zwakke consumentenpositie op te zetten tegen elkaar vanuit een vernauwde individualistische identiteitsbeleving.
Fraihi houdt het bij analyse en formuleert geen suggesties rond die nieuwe wervende verhalen die we, inclusief en verbindend, zouden kunnen uitwerken om in de geglobaliseerde wereld samen aan alternatieven te werken. Maar politici en wakkere burgers kunnen de analyse van Fraihi zeker aanwenden om stappen op dat pad te zetten.
Hind Fraihi: Antipode. VUB Pers, 2022, 124p.