De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Reactie interview diversiteit binnen het politiekorps
Frank Van de Walle

Reactie interview diversiteit binnen het politiekorps

maandag 3 augustus 2020 11:39
Spread the love

Ik had graag gereageerd op het interview van Patrick Dewals (VUB) over diversiteit binnen het politiekorps dat op DeWereldMorgen verscheen op juli.

Als politieambtenaar op rust  en  als vrijwilliger nog steeds werkzaam in maatschappelijke thema’s van levensbeschouwelijke aard had ik graag de volgende antwoorden aan toegevoegd.

Zeker in de hierna vermelde thema’s waarin ik  tijdens mijn loopbaan werkzaam was.

Bachelor

Inderdaad, dat is een oud zeer!
De professor spreekt van drie jaar opleiding.

De opleiding van inspecteur bij de politie duurt één jaar; maar staat gelijk met 12 maanden scholing of ongeveer 1300 lesuren. (Een dagloon ongeacht het aantal uren, kerst-, noch paasverlof en al helemaal geen twee maanden zomerverlof).

Een academiejaar (unief of gelijkgesteld)  bevat “slechts” 450 lesuren dan  zie u duidelijk het verschil.

De politieacademie is de grootste onderwijsinstelling in België : maar ze levert geen volwaardig getuigschrift af!

De reden waarom de opleiding niet over meerdere jaren kan verspreid worden? Een aspirant wordt tijdens de opleiding betaald.
Dus een driejarig betaalde opleiding  aan 450 lesuren per jaar is voor de lokale en federale overheid onbetaalbaar.

Moest een academische opleiding in “uren” worden vastgelegd dan zou een diploma wel mogelijk zijn.  Maar het is de vraag of de  vijf rectoren  dat zouden aanvaarden!.

Quid discriminatie bij aanwerving?

Maar de professor haar voornaamste punt betreft : hoe komt het dat de diversiteit niet doorstraalt bij de geïntegreerde politie?

Ik was destijds nauw betrokken bij de selectiecommissie. Ook was ik één van de beroepenvoorlichters.

Algemeen : in mijn periode bij de Rijkswacht en nadien bij de geïntegreerde politie was de slaagkans bij de rekrutering rond de 7 à 12 %.
Zij met een migratieachtergrond (bij ouders of grootouders) was het slaagpercentage nog lager.

Dat moest opgetrokken worden al was het maar om de toenemende pensioneringsgolven op te vangen .[1]

Na de politiehervorming van 2001 nam de aanwerving  nog toe  gezien elke zone (bijna) vrij  zijn/haar personeelskader kan vastleggen.

Recentelijk werden de toegangsproeven afgezwakt om de hoge getal aan gepensioneerde collegae op te vangen.
Maar volgens de vakbonden zou dat zal zeker ten koste gaan aan kwaliteit.

Quid de diversititeit?

  1. Diversiteit  bij de vrouwen.
    In 1975 werden alle openbare ambten opengesteld voor de vrouw. Dus ook bij justitie en de veiligheidsdiensten (politie, brandweer, defensie, rijkswacht, GPP).
    Waarom heeft het meer dan een decennia geduurd om de wet adequaat toe te passen?

    1. De strijd tot maatschappelijke  mentaliteitswijziging bij zowel de man als de vrouw. .
      Van thuis en maatschappij  uit  werden de meisjes/vrouwen nog steeds geïndoctrineerd dat  werken  bij politie/rijkswacht/defensie voor mannen waren..
      Ook bij justitie waren het voornamelijk mannen die de geschikte universitaire diploma’s bezaten.  Dit gold eveneens voor het notariaat en de advocatuur.
      (Het was de “zoon” van de notaris, of van het advocatenbureau die de opvolging verzekerde).
      Het heeft nog een decennium  geduurd eer dat we kunnen spreken van een gestandaardiseerde rekrutering én opleiding voor de beide geslachten.   .
    2. Thuis en onderwijs : opvoeding en  de “ gerechtvaardigde “ discriminatie.
      Toen was het gescheiden onderwijs volgens het geslacht.
      Dus van thuis en maatschappij uit opgelegd dat bepaalde onderwijsvormen niet voor meisjes geschikt waren.
      Dokter, chirurgie,  advocaat, magistraat, rechtenstudies, TSO metaal, elektriciteit, houtbewerking, lasser, vrachtwagenchauffeur enz :  waren doorgaans weggelegd voor het mannelijk geslacht. .Pas in de jaren ’80 van de vorige eeuw werden alle onderwijsnetten verplicht tot gemengd onderwijs. Er voordien gebeurde dat slechts schoorvoetends – in het bijzonder bij het  Katholieke net.
      Pas van dan af hadden de beide geslachten gelijke kansen in scholing en in aanwerving..
      Maar het  heeft nog jaren geduurd eer dat er voldoende  vrouwelijke kandidaten waren met de vereiste diploma’s waren voor de veiligheidsdiensten en justitie.
      Volgens de rectoren zouden er nu meer vrouwen dan mannen afstuderen in opleidingen voor de uitoefening van  gezag functies.
      (Zie ook  enkele jaren geleden de geuite bezorgdheid vanuit het katholiek onderwijsnet dat er teveel vrouwelijke leerkrachten doorstromen en het gemis aan mannen..)
      Sinds de politiehervorming zien wij meer een toestroom van (jonge) vrouwen.  Soms starten er klassen met een meerderheid aan vrouwen.
      Maar het heeft wel 15-jaar geduurd alvorens de wet van 1975 haar volle inpakt had
  2. Etnische diversiteit.
    Als beroepenvoorlichter bezocht ik onderwijsinstellingen, jeugdverenigingen, moskeeën en andere instanties om jongeren aan te moedigen deel te nemen aan onze selectie examen.
    Wat waren de problemen?

    1. Ons onderwijs voorziet geen of onvoldoende  educatieve vorming richting veiligheidsdiensten.
      Dat is een algemeen probleem. Van beroeps tot universitair niveau zijn er geen opleidingen voorzien richting veiligheidsdiensten.
      Het beperkt zich tot een algemene diploma vanaf niveau 2 en hoger.
      Tijdens zijn/haar schoolse periode worden de leerlingen / studenten niet gemotiveerd om bij de veiligheidsdiensten te werken.
      In het bijzonder bij de minderheidsgroepen heeft dat nefaste gevolgen. Met hun geschikte diploma was het antwoord dat zij voor de veiligheidsdiensten geen opleiding hadden gevolgd en dus niet gemotiveerd waren.
      Om toch aan voldoende kandidaten te geraken werd het niveau 2 “verlaagd” tot het 7° jaar beroepsonderwijs.  Maar dat bracht geen soelaas gezien de meeste niet slaagden bij de eerste  cognitieve proeven.
    2. Recentelijk ingerichte 7°-jaar beroepsopleiding voor veiligheidsdiensten.
      Sinds een 10-tal jaar bestaat er op het 7°-jaar beroeps een opleiding voor veiligheidsdiensten.  Maar zelfs bij het behalen van dat brevet heeft het een onvoldoende waarde om rechtstreeks door te stromen naar politie.
    3. Mentaliteitsprobleem – familie eer in gesloten gemeenschappen.
      Met gesloten gemeenschappen wordt het verticale gezagslijn bedoeld waarin het individu helemaal onderaan staat.
      Dus de familie beslist.  Voor de meisjes is dat terug een heel ernstige remming. Dit is geen  vrouwenberoep.
      Groepsdruk bij jongeren is niet te onderschatten met negatieve druk  als gevolg van “niet voor ons weggelegd” tot “verraad”.
      Nu, zeven jaar op rust, verheugt het me dat er hier steeds meer kentering in komt.
      Ruim één jaar geleden was ik een gastspreker in de zaal “de wolken” van  de Vlaamse bibliotheek “De munt” te Brussel.
      Op elk verdiep waren er studenten te studeren voor hun komende examen.
      Praktisch allemaal  “gekleurd” en veel vrouwen met of zonder hoofddoek.
      Dat worden onze dokters, advocaten, politici enz.. maar hopelijk ook bij onze veiligheidsdiensten..
    4. Plaats van te werkstelling : zo ver mogelijk van familie en kennissen.
      Als iemand uit deze gesloten gemeenschap bij de veiligheidsdienst zou willen werken is dat liefst zo ver mogelijk van zijn familie.
      Reden: om niet onder druk te staan   (vb woonstvaststelling – wat weet de politie over mijn lieftallige zoon??)
    5. Niet erkende diploma : mensen met een buitenlands diploma dat buiten het verdrag van Bologna (1999) valt moeten er helemaal niet aan beginnen.
    6. Taalprobleem : dat is in het Gentse in het bijzonder  mijn ervaring met jongeren van Turkse afkomst.
      Van thuis uit spreken zij  een  Turks dialect (maar het schrijven ontbreekt).
      Het schoolse Nederlands gebruiken zij als een tweede landstaal.  Dus ze spreken noch goed Turks, noch degelijk Nederlands.  Zij denken en spreken op zijn “Vlurks”. (Vlaams/Turks).
      Helaas : maar voor de veiligheidsdiensten  is de gesproken en geschreven taal het sterkste wapen.
      Dat is uiteraard nefast bij de cognitieve proeven waar al heel wat van deze kandidaten uitvallen.

HRM – Controle op de politie – in casu de bestrijding van racisme, discriminatie en genderongelijkheid.

Het spreekt voor zichzelf dat de federale politie en de politiezones in hun personeelsmanagement (HRM) de gendergelijkheid en het bestrijden van racisme en discriminatie voorop stelt.
De korpschefs moeten dat management laten goedkeuren door hun respectievelijke gemeente- of politieraad.

De professor spreekt enkel over het comité P dat onder de auspiciën valt van de voorzitter van het federaal parlement.

Dat comité geeft jaarlijks aan de voorzitter en het parlement verslag over structurele en organisatorische  anomalieën  bij de geïntegreerde politie .

Daarnaast geven zij ook het aantal individuele klachten weer en hoeveel er van terecht zijn.

Zij zijn ook betrokken in gerechtelijke enquêtes uitgevoerd in opdracht van het  parket (uiteraard met respect voor het beroepsgeheim).

Naar mijn mening zijn deze verslagen wel raadpleegbaar.

Daarnaast bestaan er  nog de volgende controle organen op de geïntegreerde politie :

  • De federale inspectie op de geïntegreerde politie (onder auspiciën van de minister van Binnenlandse zaken)
  • De procureur des Konings waaronder de politiezone zich ressorteert. Voor hun gerechtelijke enquêtes handelen de interne controledienst onder de auspiciën van de staande magistratuur en zelfs los van de korpschef.
  • De burgemeester of het politiecollege die de korpschef kunnen gelasten tot een onderzoek.
  • De korpschef zelf die in bepaalde omstandigheden verplicht is om zijn Dienst interne Zaken  (DIZ) in te schakelen.
  • De tuchtwet[2] op de geïntegreerde politie voorziet twee organisaties het injunctierecht om een onderzoek te eisen t.l.v. de leden van de geïntegreerde politie[3]  die aanleiding kan geven  tot een tucht- en/of een gerechtsvervolging :
    — het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme opgericht door het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013.
    — het instituut voor gelijkheid van mannen en vrouwen.

Al deze organisaties moeten jaarlijks hun verslag indienen van hun optreden.

Voor de politiezone is dat bij de Gemeenteraad of bij de Politieraad (indien het gaat om een meer gemeente zone).De professor kan al deze verslagen opvragen. Ze zijn voor het publiek beschikbaar.

Art 1 van de WPA : het doen naleven van het EVRM, het evenredigheidsprincipe in geweld en de participatie in de democratische ontwikkeling.

Voor de leden van de geïntegreerde politie is de wet op het politieambt hun bijbel .
In het bijzonder het art  1.
Dat geldt ook voor de overheden die gezag en/of leiding hebben over de politie :  de  burgemeester, het politiecollege, de dienst vreemdelingen, de gouverneur, het parket enz..

DeWals haalt in zijn interview dit uiterst belangrijke artikel niet aan.

De politiediensten vervullen hun opdrachten onder het gezag en de verantwoordelijkheid van de overheden die daartoe door of krachtens de wet worden aangewezen.

Hiermee wordt bedoeld : de bestuurlijke  en de gerechtelijke overheden (de burgemeesters tot de diensten van de Minister van Binnenlandse zaken – bvb. de Dienst Vreemdelingen, het parket, de onderzoeksrechters enz..)
De opdrachten worden vastgelegd in een nationaal veiligheidsplan en voor elke zone in een zonaal veiligheidsplan.  De zonale veiligheidsplannen moeten afgestemd zijn op dat nationaal plan.

Deze plannen zijn te raadplegen op de sites van de betrokken politiezones.  Idem voor het nationaal veiligheidsplan bij de Fed .Pol.

  Bij het vervullen van hun opdrachten van bestuurlijke of gerechtelijke politie, waken de politiediensten over de naleving en dragen zij bij tot de bescherming van de individuele rechten en vrijheden,.

Dat zijn de bepalingen voorzien in het EVRM.  Wee u als u als lid van de geïntegreerde politie  (met opzet) eraan zondigt!! Dit geldt eveneens buiten dienst – zoals ook omschreven in art 3 van  de tuchtwet.

evenals tot de democratische ontwikkeling van de maatschappij

Daaruit vloeit de basispolitiezorg voort  op drie niveaus :

  • De gemeenschapsgerichte politie zorg : vb het onthaal, de wijkpolitie
  • De georiënteerde politiezorg : vb de recherche, de wegpolitie, de interventiepolitie; eerste lijns onderdiensten,
  • De georiënteerde steun : wat de professor uitsluitend aanhaalt : de speciale interventie eskadrons, de posa, .
    Maar dat geldt ook voor de maatschappelijke dienstverlening zoals de dienst slachtofferbejegening die de eerstelijns diensten ondersteunen in heel ernstige zaken.

 

  Om hun opdrachten te vervullen, gebruiken zij slechts dwangmiddelen onder de voorwaarden die door de wet worden bepaald

Dat wil zeggen :

  • Legaliteit : dus het optreden moet gebeuren binnen het voorziene wettelijk kader (vb identiteitscontrole, tot huiszoeking,  het betreden van een woning)
  • Evenredig zijn : dus het dwangmiddel moet evenredig zijn aan de weerstand of geweld.
  • Opportuun : bestond de mogelijkheid om anders op te treden zodat het geweld niet hoefde?

Met vriendelijke groet

[1] Pensioneringsgolven over de generaties heen ten gevolge van de vroegere massale aanwervingen kort na WOII, in 1957 en in 1975 bij het verhogen van de kaders vastgelegd in de toenmalige wet op de Rijkswacht.

[2] 13 MEI 1999. – Wet houdende het tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten art 26.8°

[3] Geldt enkel voor de leden met een ambtenarenstatuut.  Dus niet voor contractuele leden.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!