De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Over de beknotte autonomie bij leraren en de zogenaamde betutteling door de onderwijsinspectie

Over de beknotte autonomie bij leraren en de zogenaamde betutteling door de onderwijsinspectie

woensdag 15 december 2021 14:51
Spread the love

 

In het artikel ‘Lerarentekort is tikkende tijdbom onder onderwijs’ las ik dat leraren worden betutteld door de inspectie. Ik veronderstel dat het hier gaat over de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap, bevoegd voor alle onderwijskoepels- en netten. Vervolgens claimt de auteur dat leraren gebukt gaan onder de administratieve planlast en dat ze amper autonomie hebben in hun pedagogisch-didactisch handelen. Ze moet zowaar dansen op het ritme van de meest gekke pedagogische hypes en modes! Als je al deze beweringen op de lezer loslaat zonder context, zonder duiding dan begeef je je op glad ijs.

Een gewijzigd werkveld

De onderwijsinspectie betuttelt de leraren. We zouden daaronder moeten verstaan: verregaand regelen, bevoogden. Maar de onderwijsinspectie heeft vandaag geen enkele bevoegdheid t.a.v. de  leraar, laat staan dat hij een verslag met beoordeling en richtlijnen opstelt in hoofde van een leraar.

Ooit is dat anders geweest en dan moeten we ver terug gaan in de tijd. Vóór 1993 was er de inspectie per koepel/net die onverwachts een klasbezoek bracht aan een leraar voor de toekenning van de stage of de vaste benoeming. Daarnaast deed de directie een beroep op de inspecteur om een startende leraar aan het werk te zien of in bijzondere gevallen een ondermaats functionerende leraar te inspecteren.

Mijn jarenlange ervaring wees uit dat deze laatste categorie werkelijk een minderheid van het lerarenkorps vormt. Deze werkwijze van inspecteren is dus reeds 28 jaar verleden tijd en is vervangen geweest door de schooldoorlichtingen, waarbij de inspecteurs in team functioneren. In een notendop komt het neer op het onderzoeken van de brede schoolorganisatie, het nagaan of de regelgeving adequaat wordt toegepast en het inspecteren van de onderwijskwaliteit bij geselecteerde vakken.

Dat alles resulteert in een schooldoorlichtingsrapport, waarover in de pers al heel wat inkt gevloeid is. Het vakkenverslag is derhalve een deel van het gehele rapport en bevat als titel de onderzochte vakken. Het zal tevergeefs speuren zijn naar de naam van de betrokken leraren. In een dergelijk verslag kan iedere burger – want het zijn openbare documenten – lezen in hoeverre de leerplandoelstellingen zijn bereikt, welke positieve punten en werkpunten er zijn en wat het advies is.

De vakleraar moet het leerplan realiseren en de school moet kunnen aantonen dat de eindtermen bereikt zijn. Dat is nu eenmaal decretaal bepaald. We kunnen het bestempelen als een contract tussen overheid en school met het oog op de erkenning en financiering/subsidiëring. De leerplanrealisering moet aantoonbaar zijn via een reeks van documenten, zoals leerlingennotities, agenda’s, jaarplannen, toetsen en examens. Is deze documentenstroom bijhouden onoverkomelijk? Neen. Scholen worden trouwens vanuit Brussel ruim op voorhand verwittigd wanneer het inspectieteam zal neerstrijken. Ze kunnen zich terdege voorbereiden en organiseren wat de administratieve kant van de doorlichting betreft, dus ook de leraren.

Tijdens de doorlichting is het de traditie dat de inspecteur een gesprek voert met de vakgroep en met de individuele leraar. Deze gesprekken kunnen we niet meer vergelijken met de gesprekken van de inspectie oude stijl. Zowel de teneur als het verloop van het onderhoud zijn nu totaal anders.

De gesprekken verliepen in het verleden overwegend strikt hiërarchisch, van boven naar beneden (hoewel er ook uitzonderingen waren). En werd sterk aangeraden – soms met enige dwang – om het handboek van de inspecteur in de klas te gebruiken. Terloops: inspecteurs mogen geen handboeken meer schrijven en dit om belangenvermenging te voorkomen. Daarnaast moest je je didactisch handelen na het klasbezoek voldoende modelleren volgens de inspectierichtlijnen. Verder lag via de omzendbrieven de frequentie van toetsen en taken per rapportperiode grotendeels vast. In deze geschetste context kunnen we van betuttelen spreken.

Een grote mate van autonomie en planlast

De verhouding leraar-inspecteur is totaal gewijzigd. Anders uitgedrukt: de inspectie is toegankelijk voor de leraren. Van een eenrichtingsverkeer in de gesprekken valt nog weinig te bespeuren. De leraren bezitten zelfs een grote mate van autonomie. In klas is de leraar vrij om de gepaste methodologie te gebruiken in het teken van de leerplanrealisering. Over de aangewende werkvormen, de gebruikte didactiek kan en mag de inspectie geen oordeel vellen. Ze heeft daar geen bevoegdheid meer voor, dat is materie voor de pedagogische begeleiding of voor de directeur, als die geen beroep wenst te doen op de begeleider.

Leraren mogen zelfstandig de gepaste handboeken kiezen. In de praktijk verloopt dit meestal door de vakgroep. Hoeveel toetsen en taken ze geven, bepalen ze eigenhandig of binnen de vakgroep. Het staat de school daarenboven vrij om te opteren voor om het even welke vorm van evaluatie. De agenda’s en jaarplannen dienen leraren niet als enge administratieve documenten te hanteren, maar als functionele werkdocumenten (velen doen dit al jaren via de digitale weg).

Wat de lesvoorbereidingen betreft, dat wordt geregeld op schoolniveau en daar heeft de inspectie geen zeggingskracht meer over, ook niet over de vorm en inhoud van agenda’s en jaarplannen. Ik vraag me terloops af of beginnende leraren nog geregeld hun lesvoorbereidingen aan de directie of pedagogisch directeur moeten voorleggen? Conclusie: met de zwaar beladen term ‘planlast voor het vak’ valt het best wel mee.

Handboek versus leerplan

De leraren werken vandaag met handboeken, die inhoudelijk en didactisch uitstekend geconcipieerd zijn. De eigentijdse handboeken zijn aanschouwelijk opgebouwd, bevatten een batterij aan gevarieerde vragen per hoofdstuk/item (waarvan maar al te graag wordt gebruikgemaakt voor examenvragen !). Modeloplossingen, up-to-date lesmateriaal en digitale leermiddelen vullen daarbij de handboeken aan. Wat een verschil met onze handboeken toen wij begin jaren zeventig aan de slag gingen!

De inspectieverslagen tonen aan dat veel van de leraren uit routine terugvallen op het handboek en niet op het leerplan. Globaal bekeken, is dit een gemakkelijkheidsoplossing en houdt valkuilen in voor de leerplanrealisering. Nochtans zijn de actuele leerplannen door de koepels en netten zeer zorgvuldig uitgewerkt. Ze bevatten naast de inhouden en doelstellingen een gestoffeerde literatuurlijst en een methodologisch luik met didactische wenken en handvaten om de leraar maximaal te ondersteunen.

Slotsom

Het getuigt van objectiviteit als we de zogenaamde betutteling door de inspectie en de administratieve planlast in de juiste context bespreken. En dat leraren binnen de klasmuren amper autonomie hebben in hun pedagogisch-didactisch handelen strookt geenszins met de realiteit. In het artikel wordt trouwens niet toegelicht wat dat eigenlijk betekent? Evenmin wordt het dansen op de meest gekke hypes en modes nader verklaard.  Wat moeten we daaronder verstaan? Toch niet het samenwerkend leren of het begeleid zelfstandig leren? Uit welke hoek komt deze bewering, want het is niet de eerste keer dat we dat onder ogen krijgen? Verhult dit een zekere nostalgie naar de methodes uit het verleden, zoals het frontaal lesgeven en het inpompen van leerstof?

Wat velen niet weten, is dat leraren nog nauwelijks een klasbezoek krijgen, tenzij om de zoveel jaren tijdens een doorlichting en daarenboven nog afhankelijk van de selectie van vakken. Het beroep doen op de pedagogische begeleiding is immers facultatief en ik vermoed dat directeurs met hun uitgebreid takenpakket geen systematische klasbezoeken afleggen. Deze vaststelling verdient  m.i. even veel aandacht als het acuut tekort aan leraren!

 

 

 

 

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!