De Genkse burgemeester verbood een groot scherm in het stadscentrum tijdens de titelmatch tussen KRC Genk en Standard. De politie zou de orde onvoldoende kunnen handhaven. Er zouden te weinig agenten zijn om zowel aan het stadion als in het stadscentrum de veiligheid te kunnen garanderen.
Ook de kampioenenviering die de afgelopen twee kampioenschappen onmiddellijk na de wedstrijd gevierd werd, kon niet doorgaan. De duizenden supporters die na de wedstrijd naar het stadscentrum stormden, moesten zelf maar een feestje maken. Er was geen structuur voorzien, daar werd een speciaal moment voor vrijgemaakt de volgende dag. Het Genkse stadsbestuur maakt er de gewoonte van om evenementen tot op de minuut te programmeren. In dit geval ontnam het Genkse stadsbestuur het overwinningsfeest van de Genkenaar.
Kleine oorlog op de Europalaan
“Gisteren werd er een kleine oorlog uitgevochten in het centrum van Genk”, verklaart Het Nieuws van VTM. Gedeeltelijk waar en de woordkeuze is gewoonweg perfect afgewogen. Er vond inderdaad een kleine oorlog plaats aan de Europalaan in Genk. Maar die begon niet gisteren, die broeide al langer bij de Genkenaar. Stemmen van ontevredenheid over het stadsbestuur klonken: “Iedereen weet dat je jongeren structuur moet geven”, “Met die massale politieopkomst hebben ze zelf gezorgd voor een onveiligheidsgevoel”, “Als ze het scherm hadden geplaatst en gezorgd voor een beetje entertainment had het nooit zo’n vaart gelopen”. Supporters troepten samen om een feestje te bouwen aan de fonteinen van de Europalaan.
Linie tegen linie
Enkelingen wierpen glazen en bierflesjes naar de politieagenten die in oproertenue op een lijn stonden. Het werd broeierig, de politie hield stand ter hoogte van het rondpunt aan het station. Op vijftig meter afstand stonden de Genkse supporters. Na een half uur bedaarden de Genkse supporters, enkelingen keerden hun rug naar de politieagenten en wandelden weg. Voordat de supporters goed wisten wat er gebeurde, loeide de sirene en werd de Europalaan en iedereen die er zich op en rond bevonden ondergespoten met het waterkanon. Supporters reageerden geschokt voor de camera’s van Het Nieuws van VTM. De stroom supporters dikte aan, er klonk een aftelling en bij ‘een’ bestormden de Genkse supporters de politie. Opnieuw met glazen flesjes maar dit keer zat er ook ontploffend vuurwerk bij. De twee partijen bekampten elkaar zo enkele uren.
Privéfeestje als publieke held
“De kampioenenviering kan niet doorgaan om de veiligheid van de Genkse supporters te garanderen”, aldus burgemeester Wim Dries. Het spijt me maar met deze uitspraak kan ik niet leven. Genk was helemaal niet onveilig. Het stadsbestuur had de viering gewoon moeten laten doorgaan zoals het de afgelopen keren verliep, na de overwinning. Van Standard-supporters moesten de Genkse supporters zich immers niets aantrekken omdat die per bus terug reden naar Luik, of hun ploeg volgde op het grote scherm op hun Place Saint-Lambert in Luik. Het was dan ook frustrerend spelers zoals Jelle Vossen en Kevin De Bruyne tegen het lijf te lopen in Genk centrum, op weg naar hun privéfeestje.
Cynische straatnaam
Ik vind het respectloos dat het Genkse elftal op de avond dat ze gedragen worden door duizenden Genkse supporters ervoor kiest om in gesloten kring hun kampioenschap te vieren. ‘De 12de man’ was niet uitgenodigd, die stond schouder tegen schouder op de Europalaan. Kreeg daar als Genkse supporter een koude douche, mocht afdruipen, gaan slapen en terugkomen op het tijdstip dat burgemeester Wim Dries en KRC Genk-directeur Erik Gerits uitkozen. Genk is een prachtige stad om te wonen, om deel van uit te maken. Maar het Genk waar wij als Genkenaren zo trots op zijn, heeft niets te maken met het voetbal, en al zeker niet met het stadsbeleid. Het heeft te maken met het bloed in onze aders, met het altijd immigrant blijven. Het was het meest treffende beeld om Genk als stad te evoceren: Marokkanen, Turken, Italianen, Polen en Belgen schouder tegen schouder op de Europalaan. Een haast cynische straatnaam voor zo’n tafereel.
De overwinning is van iedereen
De stad is van ons allemaal en niet alleen van een beleid. Ik kan het Erik Gerits niet kwalijk nemen dat hij naast zijn directeursfunctie ook schepen van economie, toerisme en evenementen in Genk is. Maar ik vind het wel schandalig dat het Genkse stadsbestuur via deze weg de overwinning van het Genkse elftal, die tot het collectieve eigendom van iedere Genkenaar behoort, opeist en publiek tentoonstelt als zijnde ‘hun’ overwinning. Een beleid zou zich niet zo in het beeld mogen forceren.
© 2011 – StampMedia – Christoffer Allegrezza, foto: Maurizio Ciranni