De mondialisering in het wielrennen is onontkoombaar. De voorbije weken wonnen een Spanjaard, een Nederlander, een Deen, een Zwitser en een Oostenrijker in onze Vlaamse Ardennen. Gelukkig stonden onze eigen voorjaarsrenners wel al op het podium.
We hebben dus toch enkele talentvolle neo-profs aan het werk gezien. Jens Keukeleire bijvoorbeeld. Deze jonge snaak behaalde in één week tijd de zege in de GP Samyn en zowel een ritoverwinning als de eindwinst in de Driedaagse van West-Vlaanderen. Enkele weken later won hij bovendien Nokere Koerse. Deze wedstrijden zijn wel slechts op nationaal niveau, in het grote werk moet hij zich nog laten opmerken. Men vraagt zich wel af waarom deze Cofidis-renner niet bij een Belgische ploeg rijdt, maar onder de Vlaamse ploegen is er ook talent. Zo liet Sep Vanmarcke zich opmerken in Gent-Wevelgem met een tweede plaats.
Beide renners zijn dit seizoen naast Peter Sagan – hebt u Parijs-Nice ook gevolgd? – een goed voorbeeld voor wat de laatste jaren kenmerkend is in het peloton: steeds vaker staan jonge renners sneller dichter bij de top. En renners die net geen top zijn, of zich als een topper gedragen, worden al als klasbak beschouwd.
Maar zo gaat dat de dag van vandaag. Met dank aan de media, de sponsors, een bende ja-knikkers en een aantal onkritische journalisten. Het wielrennen is een facet uit de sportwereld, waarbij tegenwoordig het entertainmentgehalte primeert in plaats van de ‘reality factor’.
En eens de vedettestatus aangenomen krijgen renners steeds meer inspraak en kunnen zichzelf ook meer permitteren. Vroeger was het de ploegleider die de touwtjes in handen had, nu zijn het de renners. De media gaan daar natuurlijk in mee, de hoerastemming wordt veelal benadrukt, terwijl het trainen op zich, het leven voor de sport, hetgeen ze er allemaal voor moeten doen en laten maar niet genoeg aan bod komt. De kroon van de nieuwe jonge sterrenner mag tenslotte niet ontbloot worden…
Tegenwoordig is de druk van jongs af aan groot. Johan Museeuw was al 30 jaar toen hij zijn eerste Parijs-Roubaix won, Tom Boonen won voor de eerste maal in de Hel van het Noorden toen hij nog maar 25 was. Die evolutie is er gekomen door twee oorzaken. Een: er wordt minder doping gebruikt en twee: de jeugd wordt steeds beter begeleid.
Maar dat laatste heeft ook een ander kantje: door de verwennerij van de jonge talenten en door onze ‘pampercultuur’ dreigen ze een gebrek aan karakter te hebben. Jeugdrenners met peperduur materiaal die zich enkel moeten focussen op het wielrennen, missen vaak een extra bekommernis die hen hard maakt.
Waarom is Heinrich Haussler zo een goede renner? Omdat hij helemaal van Australië naar Duitsland is verhuisd om een topper te worden. In de Duitse wielerschool trainde hij iedere dag keihard. Hij heeft er veel geweend, afgezien en heimwee gehad. Maar wie gaat er de komende jaren zeker en vast schitteren in het voorjaar? En dan mogen ze hem nog zijn hele leven Barbie noemen…
© 2010 – StampMedia – Sander Carollo