Volgens de verdediging bestaat een groot deel van het strafdossier immers uit gegevens die door de Staatsveiligheid werden verzameld, en niet door speurders van de federale gerechtelijke politie (FGP) (Knack.be, 24 september 2024). De vraag wie wat deed en wie het moet controleren brengt een problematiek naar voor die erg voorzienbaar was maar die tot nu toe niet de aandacht kreeg die het verdient.
Vermits corruptie een misdrijf is zijn enkel de gerechtelijke overheden, het parket, de onderzoeksrechter, de strafrechter, en in uitvoering van hun bevoegdheden als officier of agent van gerechtelijke politie, de politie, bevoegd om er een onderzoek en een uitspraak over te doen.
Daarom werd het Vast Comité I, bij wet, ook uitgesloten om een onderzoek te doen over de werking van justitie. Dat er nu toch aan gedacht wordt het Comité I in te schakelen gaat dus in tegen deze wettelijke onbevoegdheid. Dat het toch gebeurt roept dan ook vragen op naar de reden van deze tussenkomst.
Waar er voorheen een duidelijke scheiding was tussen de gerechtelijke en de bestuurlijke opdrachten en bevoegdheden werd in de strijd tegen het terrorisme deze scheiding volkomen opgeheven.
Onder de leiding van het federaal parket gingen de gerechtelijke diensten (politie) en de bestuurlijke diensten (inlichtingen) samenwerken op hetzelfde terrein (zelfs de enkele bedreiging zonder uitvoering van een misdrijf) en met dezelfde “bijzondere” methoden.
Anderzijds werd de bevoegdheid opgesplitst voor de machtiging voor de toepassing van die bijzondere methoden die ook inbreuken op de grondwettelijk beschermde rechten kunnen uitmaken (bijvoorbeeld huiszoeking of telefoontap).
Hoewel volgens de Grondwet deze bevoegdheid enkel aan een rechter en binnen de werking van het gerechtelijk onderzoek toekomt werd een nieuw orgaan opgericht. Deze “bestuurlijke” commissie bestaat niet uit rechters die binnen de gerechtelijke procedure en binnen de gerechtelijke organisatie werken.
Er is ook geen daadwerkelijk extern toezicht op. Er is enkel een toezicht door het Vast Comité I. Maar ook dat Comité is gehouden door de geheimhouding en die wordt dan weer bepaald door de gecontroleerde diensten, door de inlichtingendiensten, zelf.
Het Vast Comité I heeft, in een vroegere samenstelling, meermaals gewezen op deze ongrondwettelijke en erg problematische werkwijze. In een uitspraak van het Antwerpse Hof van Beroep in de zaak Fehriye Erdal1 werd deze problematiek beantwoord in een met honderd bladzijden gemotiveerde vrijspraak.
Een rechter kan enkel een bewijs beoordelen indien hij het volledige dossier in globo kan bekijken. Inlichtingendiensten leveren ook geen bewijs. Voor deze diensten volstaat het aanwijzingen van het bestaan van een mogelijke bedreiging aan te brengen.
De bestemmeling van deze “inlichtingen” zijn de politiek-bestuurlijke overheden. Het doel van dergelijke rapporten is evenmin de bestraffing vermits het niet om misdrijven maar om bedreigingen gaat.
De gemengde nieuwe werkwijze sui generis van het federaal parket stuit daarom op de vereisten van het eerlijk proces. Dat eerlijk proces vereist immers een openbare en tegensprekelijke behandeling voor een strafrechter en een beoordeling door die rechter van de behoorlijkheid van het bewijs.
Voorliggend dossier roept de vraag op naar de behoorlijkheid van de nieuwe gemengde werkwijze.
En opnieuw komt de vraag naar voor of de vroegere werkwijze, waarin de beide bevoegdheden en opdrachten gescheiden werden gehouden, niet alleen toelaatbaar maar ook doelmatiger was.
Voorheen werden de door de inlichtingendiensten bekomen ”inlichtingen” aan de politie bezorgd wanneer die wezen op het bestaan van misdrijven. De politie maakte er dan een proces-verbaal over dat aan de procureur werd overgemaakt, zodat deze zijn opdracht tot vervolging kon uitoefenen en er zelf met medewerking van de politiediensten een opsporingsonderzoek kon over doen of er een onderzoeksrechter kon voor gevorderd worden.
In deze klassieke benadering was er ook een daadwerkelijk rechterlijk toezicht. Of dat nu wél of niet het geval is, kan, zoals dat met de eerste versie van de afkoopwet gebeurde, een vraag uitmaken aan het Grondwettelijk Hof.
Walter De Smedt is gewezen lid van het Vast Comité I
Note:
1 Op 7 februari 2008 sprak het Hof van Beroep in Antwerpen Fehriye Erdal vrij. Ze werd beschuldigd van het lidmaatschap van of het ondersteunen van een terroristische organisatie, vanwege haar banden met de Turkse oppositiegroep DHKP-C. Het Hof oordeelde dat er geen bewijs was dat de betrokkene in verband bracht met plannen voor terroristische aanslagen. Ook achtte het Hof niet bewezen dat de organisatie in België een criminele of terroristische organisatie zou zijn (Bron: Wikipedia).