Kennisoverdracht behoort niet meer tot de ‘corebusiness’ van
het onderwijs want elk van ons draagt vandaag àlle kennis in zijn broekzak.
Zowel het doorbladeren van het originele manuscript van Descartes als de het principe
van de supersymmetrie zijn op een muisklik binnen handbereik via de Smartphone.
Hij die dus beweert dat kennis de belangrijkste pijler van het onderwijs is,
voert iets in zijn schild…?
Men beweert dat het onderwijsniveau daalt. Zeker, de
onderwijsresultaten dalen omdat aan de verwachtingen die leerlingen worden opgelegd
maar met moeite wordt voldaan. Misschien weigeren leerlingen gewoon nog verder
in deze verouderde machine mee te draaien?
Is wat wij ‘verenging’ en ‘verarming’ noemen niet eerder een
teken dat we de XXI ste eeuwse leerlingen niet echt begrijpen en hen niet de juiste voeding geven? Als leerlingen
niet meer geïnteresseerd lijken en
het aantal dys-en andere ‘gelabelde’ problemen steeds toeneemt, duidt dit toch
op een verkeerde aanpak? Of schuiven we de verantwoordelijkheid liever lafhartig
bij het kind zelf?
Jongeren zijn immers nog steeds intelligent en leergierig. Zij
zijn echter mondig en kennen de vrijheid om reeds vanaf hun eerste levensjaren
een eigen ruimte te mogen ontwikkelen waarbinnen zij (zich)zelf mogen ontdekken. Er
is ruim plaats voor geluk en genieten. Dat is een nieuw gegeven, dit kenden de meesten
uit vorige generaties niet. Oorlog of onderdrukking geeft een brandmerk en overleven
stigmatiseert de rest van je bestaan. Het opgroeien van reeds meer dan één
generatie in een relatieve vrede geeft een steeds groeiende welvaart en maakt nieuwe
ontwikkelingen mogelijk.
Wanneer we deze jongeren als leerlingen in een structureel
onveranderd onderwijssysteem willen laten functioneren, krijgen we onvermijdelijk
problemen. De nieuwe inhoud past niet meer in de verouderde verpakkingsdoos. We
wringen het er voorlopig nog wel in, maar het wordt steeds moeilijker. Welke
leerling gaat met alle plezier naar school? Laten we oprecht zijn en toegeven
dat de school niet bepaald bijdraagt tot het geluk van onze kinderen. Voorlopig
zien ze er nog de noodzaak van in, grotendeels omdat er geen alternatief is. Het
blijft voor hen ook een belangrijk sociaal forum maar het noodzakelijk
beknotten van vrijheden geeft hen frustraties en hun toenemend ‘afwijkend’
gedrag wordt gelabeld of bestraft. Maken we hen gelukkiger en ‘beter’ door ze
te blijven forceren en aan te moedigen toch vooral vol te houden? Geluk, Genot
en Vrijheid zijn fundamentele begrippen waarover in sommige lessen wel gepraat
mag worden, maar waar feitelijk zo goed als geen oprechte aandacht aan wordt
besteed.
Het is hoopgevend dat bijvoorbeeld een onverwachte 9000
jongeren intekenden via Politea (op Facebook uiteraard!) voor de lezing van Rudy
Vranckx. Het toont aan dat zij nood hebben aan verhalen, dat zij willen ontwaken
en geraakt worden. Zij zien wel dat de
realiteit zich meer en meer laat verdringen door valse ideologieën en
verouderde machtsstructuren die ons als drijfzand op een verraderlijke manier
opzuigen. Het is een goed signaal dat zij willen luisteren naar échte
journalistiek: die van de observator, de verslaggever die de levensechte realiteit
in woord en beeld vat. Terecht met de hiervoor nodige politieke correctheid. Te
weinig wordt er nog aan deze zuivere vorm van duiding gedaan. Te vaak wordt
pseudo-neutraal gecontroleerde en eenzijdig belichte informatie doorgegeven. Te
veel wordt er gewerkt met vaste kaders en vooropgestelde thema’s waarbinnen men
zich dan ‘vrij’ mag bewegen: alles mag àls je maar binnen de doos blijft. Mensen worden in schoendozen gestopt en per
model, maat én kleur opgestapeld: netjes, veilig en vooral: gelabeld.
Onderwijs vormt de burgers van morgen. Het wordt veronderstelt een flexibel, dynamisch en zich steeds aanpassend orgaan te zijn. Ons onderwijssysteem wordt steeds
logger. Controle is het sleutelwoord, vertrouwen is vaak een leeg begrip. Geen enkele leerkracht is nog vrij en er is geen
plaats meer voor echte creativiteit. Er zouden te veel keuzemogelijkheden zijn binnen de studierichtingen in het secundair onderwijs, maar er wordt geen rekening gehouden met veranderingen in de maatschappelijke omgeving. Hierdoor zal bijvoorbeeld een gemotiveerde leerling met genoeg wetenschappelijke kennis maar zonder taalaanleg, in het bijzonder Frans, op een muur botsen in het ASO en verplicht worden uit te wijken naar richtingen of onderwijsvormen die hem niet echt interesseren, waardoor hij zijn talenten vaak niet kan ontwikkelen. Het werkt demotiverend, het verklaart waarom leerkrachten reeds na een tiental jaren hun oorspronkelijke wervelende dynamiek en inzet kwijt zijn.
Ik geloof in de vrije kracht van jongeren, hun talenten en
vernieuwende energie. De pogingen om deze nieuwe generaties onder controle te
houden in een onderwijssysteem dat hopeloos verouderde leermethoden wil blijven
doorvoeren zijn betreurenswaardig. Zolang er bovendien ook nog ouders zijn die
zelf blijven geloven in de verroeste spoorbanen van een eeuwenoud schoolsysteem
waarop hun kinderen knarsend een vertrouwd gevoel van veiligheid krijgen, zal de
verandering uitblijven.
Als onze generatie weigert, geven wij een slecht signaal.
Vernieuwing is nu eenmaal altijd een sprong in het onbekende, het loskomen van
een spoor. Durven zweven op de lichtheid van je eigen talent en mogelijkheden
staat in schril contrast met het strakke verplichte vakkenpakket in het secundair onderwijs .
Mogen we wel écht kritische, interactieve, wijze en
gevoelige burgers afleveren?
Er zijn moedige enkelingen in het onderwijs die de verantwoordelijkheid opnemen om te erkennen dat
het onderwijssysteem fundamenteel aan vernieuwing toe is en niet aan
aanpassing of verandering. Het is tijd dat we deze
logge tanker mee helpen keren. Tijd om echt verantwoordelijkheid op te nemen
voor huidige en toekomstige generaties.