Al woon ik niet meer in Tervuren, ik ben nog steeds geabonneerd op de nieuwsbrief van Toerisme Tervuren. Recent verscheen de nieuwste editie in mijn inbox, met interessante tips voor deze zomer. Behalve het hoogtepunt van deze zomer, de doortocht van de Tour de France, bevond zich onder het aanbod ook de “Koninklijke Fietstocht” – op 21 juli, de Belgische nationale feestdag. Voor de duidelijkheid: ik citeer, ik verzin dit niet zelf:
“Koning Leopold II, een veelbesproken vorst, liet ons enkele belangrijke monumenten na. Hij gaf opdracht voor de bouw van het Africapaleis (Koloniënpaleis) en het AfricaMuseum en liet de Tervurenlaan en een renbaan in het Zoniënwoud aanleggen. Ontdek dit alles op de nationale feestdag tijdens een koninklijke fietstocht van Tervuren naar Hoeilaart”.
Inderdaad, koning Leopold II, een “veelbesproken vorst”. Zou dit ironisch bedoeld zijn, en krijgen de deelnemers aan de tocht ook de gelegenheid de rol van Koning Leopold II in het Belgische koloniale verleden te (her)ontdekken? Is het monument van de Congolezen die overleden nadat ze als levende voorbeelden van het leven in Congo tentoongesteld waren tijdens de Wereldexpo van 1897 één van de “belangrijke monumenten” die men gaat bezoeken?
Ik ben het gaan navragen bij het Tervurense gemeentebestuur, afdeling toerisme – en was bang dat het antwoord op deze (en vele andere, vergelijkbare vragen) “nee” zou zijn. En inderdaad…
Het antwoord van de gemeente Tervuren kwam snel. “… (we) stippelen een parcours uit langs architecturale verwezenlijkingen die er gekomen zijn in opdracht van Leopold II. (…) Het is zeker niet de bedoeling Leopold II te vereren”. Maar toch wordt er tijdens deze Koninkrijk Fietstocht liever niet over gesproken…
Het nieuw ingerichte AfricaMuseum lijkt een stap in de goede richting te zijn (voor velen – begrijpelijk – niet ver genoeg) als het gaat om het erkennen van België’s koloniale verleden en de erkenning van het feit dat Congo ook een eigen geschiedenis heeft, niet bekeken en beschreven vanuit het oogpunt van de koloniale macht.
Maar blijkbaar heeft men bij de afdeling Toerisme van de gemeente Tervuren nog niet veel bijgeleerd op dit gebied. Of blijft men vinden dat toeristen niet met dit soort moeilijke zaken lastig gevallen dienen te worden? Beide redeneringen getuigen van een struisvogelmentaliteit als het gaat om erkenning van de minder prettige kanten van de Belgische geschiedenis.
Elk land heeft haar zwarte bladzijden in de geschiedenis. Nederland (waar ik geboren ben) heeft haar slavernijverleden (en haar Zwarte Piet-heden), Tsjechië (het land waar ik 17 jaar heb gewoond) – haar “relatie” met de Roma bevolking. Maar elk land heeft ook de taak om dit soort gebeurtenissen onder ogen te zien, en van haar geschiedenis te leren.