“Als burgers de werking van Justitie niet begrijpen, zal er altijd een reden tot wantrouwen en argwaan zijn”, zegt Guido Vermeiren, procureur-generaal bij het Antwerpse hof van beroep (VRT NWS, 2 september 2024).
Terwijl de procureurs-generaal hun goede bedoelingen kenbaar maken lopen te Antwerpen verschillende dossiers die het tegendeel aantonen. Het gaat om dossiers die aanvankelijk te maken hadden met het wanbeheer van burgemeester van Boechout Koen T’Sijen.
Een ander dossier doorkruist echter het eerste. Daarin gaat het om de tussenkomst van twee gerenommeerde Antwerpse advocaten. In dit dossier wordt de vraag gesteld of zij door hun tussenkomst het misdrijf van strafbare poging tot corruptie pleegden.
Blijkbaar hebben zowel de procureur, de onderzoeksrechter, en ook het Hof van Beroep het er moeilijk mee. De wijze waarop zij de dossiers behandelden roept vragen op die aan klassenjustitie doen denken. Was dat dan niet de voornaamste reden waarom de burgers de werking van justitie in de zaak-Reuzegom niet begrepen?
Audit Vlaanderen
Het eerste dossier gaat over een forensisch onderzoek door de autonome Vlaamse overheidsdienst Audit Vlaanderen over het beheer van de gemeente Boechout. De primaire doelstelling van een forensische audit is het vaststellen of er werkelijk indicaties zijn dat een misdrijf is gepleegd en, in voorkomend geval, het identificeren van de fraudeur(s) en het vaststellen van de fraudeomvang (volgens de website van Audit Vlaanderen).
Die auditeurs zijn geen buitenstaanders maar beëdigde ambtenaren van dit agentschap van de Vlaamse regering. Zij werken volgens een geijkte procedure en een strikte deontologie. Wat in hun rapporten staat zijn ook geen losse beweringen.
Moet je lezen wat in het verslag van Audit Vlaanderen staat. Vooreerst zijn er de bewijzen, e-mails tussen de burgemeester en de promotoren. Vervolgens en om zekerheid te verkrijgen over de strafbaarheid van de schending van het beroepsgeheim door burgmeester T’Sijen vroeg Audit Vlaanderen advies aan het Vlaams Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB).
Na onderzoek van de stukken antwoordde de ABB: “ Voormeld artikel uit het Strafwetboek (Artikel 458) is zonder enige discussie van toepassing ten aanzien van advocaten en het gaat hier bijgevolg om de wettelijke verankering van het beroepsgeheim van de advocaten. Het juridisch advies van de raadsman van de gemeente had dus niet openbaar gemaakt mogen worden, zelfs niet moest de derde er uitdrukkelijk om gevraagd hebben”.
Omdat Audit Vlaanderen ook ernstige aanwijzingen van strafbare feiten vaststelde werd het rapport aan de Centrale Dienst voor Corruptie Bestrijding overgemaakt. Vandaar belandde het op het Antwerpse parket. De procureur seponeerde het dossier, gaf er geen gevolg aan. Volgens hem is er “onvoldoende bewijs”.
Onvoldoende bewijs?
Hierna lees je enkele passages die door Apache uit het rapport van Audit Vlaanderen werden overgeschreven. “De heer T’Sijen paste de wetgeving met betrekking tot openbaarheid van bestuur niet correct toe en schond hierbij ook zijn beroepsgeheim als mandataris. Het doorsturen van die informatie kan de schijn opwekken dat particuliere belangen werden nagestreefd.”
“De heer T’Sijen zette zich actief in om aan de heren V, P en M (projectontwikkelaars) garanties te kunnen aanbieden met betrekking tot de samenwerkingsovereenkomst en bijhorende voorwaarden, vooraleer zij hun aankoopoptie lichtten.”
“De heer T’Sijen mengde zich in dit dossier in een privéaangelegenheid, meer bepaald in de betwisting van de verkoopsovereenkomst tussen private actoren. Door deze tussenkomst kon de schijn ontstaan dat de heer T’Sijen handelde in het belang van de heren V, P en M en de gelijke behandeling van burgers niet werd gegarandeerd”
“De heer T’Sijen stuurde m.b.t. het RUP Vijverhof (ruimtelijk uitvoeringsplan) meermaals vertrouwelijke informatie tussen gemeente Boechout en diens raadsmannen door naar de heren V, P en M”
“De heer T’Sijen hield verschillende (informele) vergaderingen met de heren V, P en M, zonder de aanwezigheid van andere mandatarissen of medewerkers van de gemeente Boechout. Audit Vlaanderen stelde vast dat de wijze waarop de heren T’Sijen, V, P en M met elkaar communiceren en omgaan, niet zuiver professioneel gerelateerd is.”
“De vele informele contacten, etentjes bij betrokkenen thuis, tussenkomsten in privé-aangelegenheden, … onderbouwen deze vaststelling. Door het uitbouwen van een dergelijke relatie en de actieve betrokkenheid in gemeentelijke dossiers van deze partijen, plaatste de heer T’Sijen zich mogelijk in een staat van belangenvermenging.”
Al deze vaststellingen werden gedaan op basis van het aangetroffen e-mail-verkeer tussen de burgemeester en de promotoren. Die e-mails worden in het rapport woordelijk aangehaald en besproken, de burgemeester werd er over gehoord.
Onvoldoende bewijs? Het rapport bulkt er van!
Door een burger werden ook strafklachten en aanstellingen bij de onderzoeksrechter ingediend. Eén ervan gaat over de opname van een telefoongesprek tussen de klager en zijn toenmalige advocaat omtrent de klacht van de burger tegen één van de promotoren wegens bouwovertredingen.
Anderzijds liep er tegen dezelfde burger een dossier waarin de burgemeester beweerde dat het tennisterrein van de burger-klager niet vergund was. In de telefoonopname is te horen dat de advocaat van de burger het voorstel van de advocaat van de burgmeester overmaakt.
Er wordt een ruil voorgesteld. Als de burger zijn klacht tegen de promotor laat vallen zal zijn tennisterrein worden vergund! De onderzoeksrechter hoorde de betrokken advocaten in verband met deze telefoonopname die als bewijs van strafbare poging tot corruptie bij het dossier werd gevoegd.
De advocaten beriepen zich daarbij op hun beroepsgeheim. Hoewel dat hierin niet van toepassing is, omdat het geheim niet dient om eigen misdrijven onverlet te laten, weigerde de onderzoeksrechter verder onderzoek te doen.
Daarop vroeg de burger de verdachten in verdenking te stellen en toch verder onderzoek te doen, onder meer naar de immobiliënfirma van de echtgenote van de burgemeester. De procureur stapte daarop naar de rechtbank en vroeg de buitenvervolgingstelling van de betrokkenen.
Volgens hem waren de daders “onbekend” gebleven. Dat die door de onderzoeksrechter waren geïdentificeerd en zelfs persoonlijk gehoord werd voor ongelezen gelaten. Wegens het beroep van de burger deed het Hof van Beroep uitspraak over de vraag naar verder onderzoek.
Het Hof beantwoorde echter geen enkel van de door de advocaat in conclusies opgeworpen elementen en beperkte zicht tot de overname van de standaardformule die door de onderzoeksrechter was gebruikt: niet dienstig voor de waarheidsvinding.
De wijze waarop de gerechtelijke overheden handelen in beide dossiers roept belangrijke vragen op.
Dat de procureur het forensisch onderzoek van Audit Vlaanderen seponeert is op zich al merkwaardig. In dat dossier werd alles op kundige en reglementaire wijze onderzocht.
Bovendien werden de vaststellingen onderbouwd met bewijzen afkomstig van de betrokkenen zelf. De procureur moest dus zelf niets meer onderzoeken. Hij kon het dossier gewoon overmaken aan de onderzoeksrechter die ook met de andere dossiers is gelast, met een uitbreidende vordering wegens schending van het beroepsgeheim en belangenneming.
Waarom deed hij dat dan niet? En waarom durft hij te beweren dat er onvoldoende bewijs is?
De door de Antwerpse procureur ingenomen stelling staat ook in schril kontrast met wat zijn ambtgenoten in West-Vlaanderen met soortgelijke audits van Audit Vlaanderen doen. Uit een audit van Audit Vlaanderen over het beheer van de gemeenste Staden bleken dezelfde inbreuken als deze die in het rapport over Boechout worden aangehaald.
“In hoofde van de heer Vanderjeugd (Open VLD, burgemeester van Staden, nvdr) is er minstens sprake van een schijn van partijdigheid”, schreven de onderzoekers van Audit Vlaanderen in hun rapport. Ook noteerden ze dat “de heer Vanderjeugd zich blijkbaar ook in een staat van belangenvermenging plaatste”.
In het rapport over Boechout kan je hetzelfde lezen: “Door die faciliterende houding in het voordeel van een ontwikkelaar, werd de schijn gewekt dat een particulier belang werd nagestreefd en kan zelfs de indruk van mogelijke belangenvermenging gewekt zijn”
“Het schril contrast in aanpak van beide regularisatiedossiers kan eveneens gezien worden als een inbreuk op de gelijke behandeling van burgers. Audit Vlaanderen stelde vast dat de wijze waarop de heren T’Sijen, V, P en M met elkaar communiceren en omgaan, niet zuiver professioneel gerelateerd is”.
“De vele informele contacten, etentjes bij betrokkenen thuis, tussenkomsten in privé-aangelegenheden, … onderbouwen deze vaststelling. Door het uitbouwen van een dergelijke relatie en de actieve betrokkenheid in gemeentelijke dossiers van deze partijen, plaatste de heer T’Sijen zich mogelijk in een staat van belangenvermenging”.
“Burgemeester Ward Vergote (Partij Visie, Moorslede) werd op 19 december 2023 veroordeeld door de rechtbank van eerste aanleg in West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk. Hij werd schuldig bevonden aan belangenvermenging in verrichtingen en aanbestedingen door beherende of toeziende ambtenaren”.
Dat de burger-klager de houding van de procureur te Antwerpen niet begrijpt is niet verwonderlijk. Ook ten overstaan van het agentschap van de Vlaamse regering is die houding opmerkelijk.
Dit is een miskenning van de bestaansreden en het doel van dit agentschap, het vaststellen of er werkelijk indicaties zijn dat een misdrijf is gepleegd en, in voorkomend geval, het identificeren van de fraudeur(s) en het vaststellen van de fraudeomvang. Eigenlijk is het een slag in het gezicht van de auditeurs die er veel tijd en energie in gestoken hebben.
De door de gerechtelijke overheden ingenomen stelling ten overstaan van de twee advocaten is even opmerkelijk. Advocaten kunnen zich niet beroepen op het beroepsgeheim omdat dat enkel dient om de belangen van hun cliënten te beschermen.
Ook het gebruik van de opname van een privé-telefoongesprek kan niet worden betwist. Het Hof van Cassatie heeft dit immers als toelaatbaar aanvaard en gesteld dat het aan de strafrechter is om, bij toepassing van de Antigoonleer1, in globo te oordelen over de bewijswaarde.
Dat zowel de onderzoeksrechter als het Hof van Beroep hun oordeel motiveren met enkel een standaardformule is eveneens in tegenspraak met de rechtspraak van hogere rechtscolleges. Een arrest in de zaak-Taxquet van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens van 6 juni 2009 legt de verplichting op om de redenen aan te geven waarom een jury tot haar beslssing is gekomen.
Dat geldt dan ook voor beroepsrechters. Het aanwenden van één enkele standaardformule zonder meer kan moeilijk daarmede in overeenstemming worden gebracht.
Tot slot moet er op gewezen worden dat het in voorliggende dossier nog niet eens over de grond van de zaken gaat. Het gaat er enkel om te beslissen of de onderzoeken als afgesloten moeten worden beschouwd en of er voldoende aanwijzingen zijn van het bestaan van misdrijven zodat die aan een strafrechter moeten worden voorgelegd.
Dat zulks moet gebeuren in een openbare en tegensprekelijke procedure waarin iedereen zijn zeg krijgt is natuurlijk anders dan de behandeling die nu voor de raadkamer loopt. De zittingen van de raadkamer gebeuren immers met gesloten deuren zodat de burger niet kan zien op welke wijze recht wordt gedaan.
Als de stelling van de onderzoeksrechter, van de procureur en van het Hof van Beroep wordt gevolgd is een openbare en tegensprekelijke procedure niet nodig, moet de raadkamer tot een buitenvervolgingstelling beslissen.
Hoe krijg je dat dan aan de burger uitgelegd? Is dat dan geen reden tot wantrouwen en argwaan?
Note:
1 De Antigoonleer is de juridische stelling dat in bepaalde gevallen bewijs dat onrechtmatig is verkregen toch mag toegelaten worden in een rechtszaak. Of deze leer wordt toegepast hangt af van de het oordeel van de rechter en de zwaarwichtigheid van de beschuldigingen.