Premier Netanyahu verzette zich gisteren tegen de afbraak van illegale huizen in de Westelijke Jordaanoever. Hij heeft geen probleem met de afbraak van Palestijnse huizen in de Arabische wijken Sheikh Jarrah of Silwan in het oosten van Jeruzalem, evenmin met het de afbraak van winkeltjes afgelopen woensdag tussen Herod’s Gate en Damascus Gate nabij de Oude Stad maar blijkbaar wel met de afbraak van enkele illegale, Israëlische huizen nabij de illegale nederzetting Eli.
De huizen zijn gelegen in een illegale outpost tussen de Palestijnse steden Nablus en Ramallah. Outposts zijn kleine, Israëlische woonwagenkampen die meestal het begin van een nieuwe nederzetting inluiden. Enkele kolonisten plaatsen woonwagens op ongebruikt Palestijns land, militairen komen hen enkele malen per dag bezoeken om hun veiligheid te garanderen en naarmate de outpost groeit, volgen er ook meer en meer militaire bezoeken tot er een militaire basis in de outpost wordt opgericht. Eens er een permanente militaire aanwezigheid is in de outpost, is de basis gelegd voor het omvormen van het kleine woonwagenkamp tot een echte nederzetting.
De huizen die nu met afbraak bedreigd worden hebben een extra emotionele lading omdat twee huizen toebehoren aan de weduwen van soldaten die overleden zijn tijdens de operatie Gegoten Lood (eind december 2008 – begin januari 2009). Het zou de Israëlische overheid uitermate slecht staan om de huizen van de families van hun overleden helden af te breken. Als eerste oplossing werd geopperd om de huizen te verplaatsen naar de nabij gelegen nederzetting Eli, maar omdat deze ook illegaal is opgericht kan de overheid hier geen extra bouwwerken stimuleren.
Tot op de dag van vandaag heeft de Israëlische minister van defensie exclusieve bevoegdheden over het afbreken van Israëlische huizen in de Palestijnse gebieden en huidig minister van defensie Barak ziet geen reden om de huizen niet af te breken als er geen legale manieren bestaan om deze te behouden.
Netanyahu, die de laatste weken zowel binnen als buiten zijn regering onder vuur ligt, heeft het Israëlische gerecht een maand de tijd gevraagd om een oplossing te vinden. Tijdens deze maand zou de bevoegdheid over de afbraak van Israëlische huizen overgeheveld worden van de minister van defensie naar het comité voor buitenlandse zaken en defensie in de Knesset. Op deze manier zou minister Barak buitenspel gezet kunnen worden en kan de uiterst rechtse regering de woningen, die volgens het Internationaal Strafhof in Den Haag in strijd zijn met het internationaal recht, in extremis toch nog redden van afbraak.
T.T.
Deze reportage kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos: