Welk onheil hangt ons nu weer boven het hoofd? “Populisme”, zei de oude man op het scherm. Hij kon het weten met zijn familie die om de haverklap als een goocheltruc wordt gebruikt om het ontij van een politieke crisis te keren. Maar zie, een groep herkende zich in die populistische dreiging… Ja, wie het schoentje past, trekke het aan.
Op het einde van de 19de eeuw leek het populistisch verhaal als zo vele sprookjes met een reddende prins of messiaanse boodschappen te beginnen. In een ver land – het weidse Rusland – kwamen jonge intellectuelen op de edelmoedige idee naar het volk van boeren en lijfeigenen toe te stappen om het te leren lezen en tegen het regime van de knoet op te komen voor vrijheid en gelijkheid. Maar heden in de 21ste eeuw heeft de term populisme alleen nog een kwalijke connotatie. Zitten fascisme, nazisme, totalitaire regimes er voor wat tussen? Of is het de ziekte van een op drift geraakte democratie?
Populisten, partijen en politici die doorgaans van populisme worden beticht, beroepen zich immers op een aantal kenmerken van die democratie die ze aanvallen, en eisen maatregelen die in feite alleen in een democratisch project worden verdedigd. In het populistisch vertoog staat ogenschijnlijk gelijkheid van alle burgers centraal, maar op basis van een nivellering waarbij al wat vreemd, eigenaardig, elitair, anders is, wordt geweerd. In de plaats ervan stelt men het eigen, gezonde volk als grote roerganger. Elk volkseigen individu wordt zeggingskracht op alle terreinen toegemeten. Hoe prettig dat van je volksmenner/ster te mogen horen : hij of zij geeft je de illusie op gelijke voet met zijn/haar toehoorders te leven.
Populistische redenaars geven er de democratie en haar vertegenwoordigers van het ogenblik danig van langs – niet altijd onterecht trouwens. Ze stellen hun toekomstmaatschappij als een ideale, statische constructie voor … als zíj tenminste de teugels in handen krijgen en op voorwaarde dat ze het volksvreemde kunnen en mogen weren. Het is evident dat de huidige democratie in heel wat tekortschiet. Eén van haar belangrijkste tekortkomingen is ongetwijfeld wat je een gebrek aan controle zou kunnen noemen, maar wat het best door Montesquieu werd verwoord : “Il faut que le pouvoir arrête le pouvoir”. Dat stemt echter niet overeen met de populistische roep om controle, die al wie macht uitoefent, elke overheid verdacht maakt. In die logica zouden alle politieke tegenstrevers samenzweren tegen de volksmenner/ster en zijn/haar trawanten en proberen ze uit te sluiten. Daar ligt dan zijn of haar slachtofferrol, ook al hangt er misschien een charismatisch aura om hem of haar.
Hier treedt dan de derde actor op het toneel, op wiens sensatiezucht de populist handig inspeelt : de media en in het bijzonder de nieuwsmakers. Want de populistische boodschap heeft een scène nodig voor haar lapidaire uitspraken, symbolen, plechtigheden, lichaamstaal met houdingen en stemgebruik. Via de media worden de emoties van het publiek bespeeld. Snelle en voortdurende afwisseling roept gevoelsuitingen, tekens van adhesie en acties op. Vooral geen tijd tot nadenken, want het geduld van de redelijkheid is de gevaarlijkste vijand van het populisme.
Kunnen mediamedewerkers aan populistische druk ontkomen? Gewoon de populist negeren, biedt geen oplossing, want dat bevestigt zijn complottheorie en zijn slachtofferrol. Maar beperk zijn/haar tussenkomsten tot wat echt politiek relevant is. Door hem/haar te pas en te onpas op te voeren, worden andere politici van welke strekking ook tot populistische trekjes en methodes verleid. Het brengt de min of meer politiek alerte burger alleen maar in verwarring.
Democratie is een evenwichtsoefening en een dynamisch proces van vallen en opstaan, van stamelen en doortastend handelen. Veel geduld, dus tijd, vergen het redelijk afwegen van alle mogelijkheden, het creatief met veranderende mensen en omstandigheden omspringen, het te boven komen van individuele oprispingen van ongenoegen en begrip opbrengen voor anderen en het waarborgen van ruime inspraak van alle burgers.
Het populisme delft een graf voor een democratie waarin allen in hun verscheidenheid kunnen en mogen samenleven. Kunnen we erin vertrouwen dat burgers zich niet zo maar als poppen of marionetten laten manipuleren? De oude ezel in het 19de-eeuwse sociaalutopisch sprookje Die Bremer Stadtmusikanten wist het al : iets beters dan de – populistische – dood vind je overal!
Standpunt geschreven door: Gerlinda Swillen, voorzitter Masereelfonds (Aktief 1-2013, ledentijdschrift / www.masereelfonds.be