In HLN schreef denker en politicoloog Jonathan Holslag een indringend stuk over onze handelsbalans. Ik lees hem op Facebook. Hij pleit voor minder multinationals en meer (respect voor) lokaal verankerde industrie. Zijn denken inspireert mij zoals altijd. Ik laat eerst zijn analyse en advies volgen, en geef dan de mijne.
“Veel mensen gaan ervan uit dat we in ons land alles kunnen kopen, maar dat ons land zelf niets meer moet maken. Want maken is industrie en industrie is vervuilend. Dus voeren we maar in. We rekenen op Afrikanen om onze grondstoffen op te graven, op Chinese arbeiders om producten in elkaar te steken, op Filipijnse bootsmannen om de containers naar de havens te brengen en op Roemeense truckers om de spulletjes netjes in de winkels af te leveren. Maar je houdt geen nationale economie overeind met winkels alleen.
Winkeltje spelen volstaat immers niet om de rekeningen te betalen. In het verleden produceerden we meer dan we consumeerden, zoals energie in onze kerncentrales en auto’s in onze fabrieken. Daardoor voerden we elk jaar voor acht miljard euro meer uit dan we invoerden. Als land konden we daardoor “sparen”. De laatste twintig jaar is dat handelsoverschot snel gekrompen en in de toekomst riskeren we een permanent handelstekort. Als land zullen onze “spaarreserves” daardoor krimpen en riskeren we ons zelfs in de schulden te werken.
En er is meer aan de hand. Als de industrie vertrekt, vetrekken ook belangrijke diensten. Zowat al onze innovatie is gekoppeld aan de industrie, maar ook belangrijke toeleveranciers. In mijn stadje, bijvoorbeeld, draaien de twee hotels bijna uitsluitend op bezoekers van onze fabrieken. Zélfs de restaurants. En dan hebben we het nog niet over de bouwbedrijven en onderhoudsdiensten. Neem de industrie weg en je krijgt een krater in de hele economie.
België moet dus opnieuw een industriebeleid voeren. En dan doel ik niet op het soort van bedelbeleid dat de halve wereld afschooit om nog grote bedrijven meer grote bedrijven aan te trekken. Buitenlandse fabrieken versluizen elk jaar ruim 11 miljard euro aan inkomsten uit ons land naar hun hoofdzetels. Dat zou op zich geen probleem zijn als we méér sterke Belgische industrie hadden die in het buitenland geld verdiende. Maar die hebben we dus té weinig.
We hebben dus een industriebeleid nodig dat meer inzet op Belgische bedrijven. Neem het voorbeeld van Ineos, een grote multinational in de haven van Antwerpen. Als we 450 nieuwe banen bij Ineos dreigen mis te lopen spreken we over een mokerslag voor de Vlaamse economie. Als elders in Vlaanderen, zoals in mijn stad, bij een Belgisch chemisch bedrijf, 340 bestaande banen, tientallen miljoenen aan investeringen en tientallen toeleveranciers in de landbouw bedreigd worden door valse concurrentie van de Chinezen, dan lijkt daar niemand van wakker te liggen. Jan Jambon en Jo Brouns: de arbeiders en boeren in Tienen wachten op u!
We hebben een industriebeleid nodig dat meer bezig is met kleine lokale bedrijven dan met de grote multinationals. Of het nu gaat om onze voedingsindustrie, de machinebouw of hoogwaardig textiel, elke sector heeft meer ondersteuning op maat nodig: tegen valse concurrentie uit het buitenland, om mensen te vinden op de arbeidsmarkt en om kapitaal op te halen. Een directeur van een klein familiebedrijf heeft vaak de tijd niet eens om dat allemaal in de gaten te houden. Samenwerking en steun zijn een must! De tijd van de vrije markt is voorbij. Al onze buurlanden zijn in actie geschoten; wij moeten dat ook doen.
We moeten ook ophouden met de discriminatie tégen onze eigen industrie. Het is prima om de natuur te beschermen en ervoor te zorgen dat mensen niet ziek worden door vervuiling. Maar als we strenge regels aan onze eigen bedrijven opleggen, moeten we die ook opleggen aan de goederen die we invoeren. Nu zijn we de bodem uit onze eigen economie aan het slaan door onze industrie weg te jagen naar China en andere landen. We lossen het probleem van de vervuiling niet op door het te verplaatsen naar onze concurrenten.
Een land is weerloos zonder eigen industrie: dat is een van de belangrijkste lessen die ik leerde toen ik nog vaak in China kwam. Laten we werk maken van een echte industriepolitiek en vooral kansen geven aan de talrijke kleine makers die ons land nog rijk is. We hebben nog steeds heel veel troeven: kennis, ondernemers en goede werkkrachten. Laten we daartoe de belangrijkste hindernissen uit de weg ruimen: kortzichtigheid en zelfgenoegzaamheid.”
Mijn bedenkingen en visie
Graag gelezen. Holslag spreekt van kortzichtigheid & zelfgenoegzaamheid.
De kwaal lijkt mij echter breder en dieper vertakt te liggen.
Bijna iedereen van ons is verslaafd aan luxe-gewoonten.
Wat meebrengt dat we bepaalde harde keuzen niet meer blijken te kunnen maken.
Ouders maken de keuze niet meer om toegewijde ouders te zijn.
Dat zie je aan honderden vormen van achteruitgang. Van de moedertaal tot de overbescherming die mede allergieën bevordert tot de babies die als een tas in de auto in de zon worden vergeten en dood gaan.
In mijn stad Leuven hoor ik op de vele bouwwerven vooral Servisch en Kroatisch spreken.
Veel beroepen raken niet ingevuld.
In de jaren negentig en nul bezocht ik geregeld de psychiatrie: tienduizenden landgenoten-tijdgenoten kunnen het bestaan niet meer aan zonder psychofarmaca en een legertje therapeuten en dokters.
Daar moeten we leren spreken van Geestelijke Veiligheid in navolging van Voedselveiligheid.
De groep langdurig zieken – en ik twijfel er niet aan dat de grote meerderheid echt ziek en zwak is – bedraagt een half miljoen.
Recent bleek dat het ultieme vangnet van leefloon vol raakt met meer en meer sukkelaars die overal uit de boot vallen. Overboord uit het schip van de Samenleving.
Na WO II vond men voor een brave sul die niet meer mee kon aan de band een klusje als tuinman.
Vandaag moet je hard kunnen zijn voor jezelf en in de omgang met bazen, klanten en collega’s of je wordt uit het systeem geëjecteerd.
De situatie is zeer slecht op die vlakken en het zijn hellende vlakken.
Wellicht bereiden we ons best in de mate van het mogelijke voor op een terugkeer naar een economie waar veel minder geld omging. Naar terug leven in nederigheid en grote soberheid. Dat zal ook het beste zijn voor onze ecologische voetafdruk en onze mentale Gezondheid.
Met zoveel mogelijk loskoppelen van ons leven van de Klok. Letterlijk, zoals filosoof Hans Achterhuis adviseert.
Met weer voltijdse toegewijde en maatschappelijk gewaardeerde moeders thuis aan de haard en in de moestuin, en enige huis-vaders – als die hun zwervende en ambitieuze natuur die publiek wil schitteren, kunnen overstijgen.
We moeten niet alleen meer plek geven aan makers allerhande; we moeten de-professionaliseren.
Wie zijn eigen eten maakt, eet gelukkiger en slaapt beter.
Wie zijn eigen kinderen opvoedt…
Wie zijn eigen huis bouwt of aanpast, woont pas echt in zijn eigen huis.
Wie meester is van zijn tijd, en tijd heeft voor ongedwongen ontmoeting met medemensen, en om na te denken over zijn plaats in het geheel, is pas echt vrij.
Wie werkt om te werken is een slaaf.
Wie werkt om verre reizen te kunnen maken is een slaaf.
Wie werkt voor een auto met drie keer hoger vermogen dan nodig, is een slaaf.
Wie zelf niet tegen zijn zin en zijn familiale en vriendenrelaties in hard moet werken, hoeft geen aansluiting te zoeken bij extreem rechts… waar je samen vijanden zoekt, zondebokken, en waar de behoefte medemensen te bestraffen het cement van de groep is.
Als historicus die in vele sectoren beroepsmatig actief is geweest en in de mentale en jeugdhulpverlening, mag ik concluderen dat onze samenleving té snel gegroeid is in het verleden en dit in nog steeds toenemende mate.
Zij is daardoor Ontwricht.
Welmenende Aanpassingen in de marge, zullen zij de situatie nog kunnen recht trekken?
Laat het ons hopen.
Het laat zich echter raden dat we hier enkel via een mega-crisis uit raken. Meer ondanks dan dankzij onszelf.
Wellicht wacht ons een zoveelste militaire crisis.
Ik wordt meer en meer pessimistisch op de middellange termijn.
De mensheid zit vast.
De Klimaatcrisis is geen gevaar; het is een kans op eendrachtig vechten!
Maar kan de mens dit realiseren?
Wellicht alleen met het mes op de keel.