Let’s start at the very beginning. That’s a very good place to start.
De foto bij deze blog werd gemaakt in het vluchtelingenkamp tussen Oria en Manduria, vlakbij Taranto (regio Apulië, in de hak van de Italiaanse laars). De fotograaf was Tommaso Carbone. Hij en Giancarlo Quaranto, beiden afkomstig uit Lecce, besloten om niet verder te geloven wat hen sinds maanden door de nationale televisiezenders werd voorgeschoteld en vertrokken richting de tentenkampen om de realiteit met hun eigen ogen op te nemen. Deze foto is de getuige van wat ze bij hun aankomst te zien kregen: vluchtende vluchtelingen. Een pleonasme dat het resultaat is van wat de titel van deze foto luidt: een gouden kooi blijft een kooi.
De twee leren er in het kamp Amor Hamidi kennen, de jongste van een groep Tunesiërs. Amor is -net als ik- geboren in 1989, in het stukje Sahara dat vanuit Algerijë nog een eventjes doorloopt over de grens van Tunesië. Toen hij na de revolutie zijn job als klusjesman in een Club Med wel kon vergeten, besloot hij de oversteek te wagen. Met Parijs als geïntendeerde eindbestemming kwam hij langs tussenstops in Lampedusa en Manduria uiteindelijk in Lecce terecht.
Mijn deel van het verhaal start op de avond van 27 april, met beide voeten op de stoep en één vinger op de bel van Giancarlo’s huis in Lecce. Ik was al een tweetal weken onderweg , Italië doorkruisend, om interviews af te nemen met studenten voor een masterscriptie rond studentenmobiliteit. Toen ik die avond in Lecce arriveerde was Amor kok van dienst: couscous pour tous. We ontmoetten elkaar als twee reizigers met een verschillende achtergrond, maar minstens even vastberaden in het bereiken van onze respectievelijke eindbestemming.
Toen Amor een week eerder een verblijfsvergunning kreeg voor 6 maanden, belden Giancarlo en Tommaso hem op met de raad zich een voor poosje te verbergen. Degenen die dat niet deden belandden op bussen richting afgelegen dorpen in verschillende zuidelijke provincies van Italië. Toen er echter niemand meer overbleef, werd er in het kamp besloten dat Amor gewoon naar buiten kon wandelen. De dag daarop wist hij dwalend door de straten van Lecce opnieuw Tommaso en Giancarlo op te sporen. In de twee weken daarna logeerde hij in het appartement van de eerste terwijl ikzelf in het huis dat de tweede verbleef.
Er waren eens een Italiaan, een Tunesiër en een Belg… die een week lang lief en leed deelden en tijdens het samen naar oplossingen zoeken aan veel nieuwe ideeën vorm gaven. Amor is vertrokken naar Parijs en zal trachten voor het einde van september een job en vaste verblijfplaats te vinden om niet in de illegaliteit te vervallen. Tommaso studeert momenteel hard voor zijn laatste examen om zich daarna als advocaat verder binnen de vluchtelingenproblematiek te kunnen inzetten. Giancarlo is momenteel aan de slag als cultureel bemiddelaar in het tendopoli van Manduria om een groep Ethiopiërs bij te staan in hun avontuur.
En ik? Ik vertrek midden augustus samen met twee vrienden – een Italiaan en een Frans-Congolese deze keer- richting Lampedusa. Via deze blog zal ik verslag uitbrengen van onze reis: over het leven in de kampen, over de dromen en verlangens van de mensen die we tegenkomen en de nieuwe ideeën en projecten die daaruit groeien.