De dag na de aanslagen in Brussel. Kaarsjes en krijttekeningen op Brusselse pleinen. Op televisie gaat het over solidariteit en flexibiliteit. Ook op de radio enkel liefde en verbondenheid. Want, zo luidt het, de terroristen willen ons uit elkaar drijven door blind geweld en enkel door elkaar graag te zien kunnen we dat tegengaan.
Is dat zo? Waarom al deze oproepen? Vreest men soms iets en zo ja, waar is men dan juist bang voor?….reactie?
Een eerste belangrijke bedenking: de groepen die deze boodschap echt zouden moeten horen, wordt er niet door bereikt Zij leven in een geïsoleerde cocon die maatschappelijk en moreel los staat van onze samenleving. Zij luisteren niet naar onze woorden, ze verstaan ze vaak ook niet of als ze er dan toch toevallig iets van opvangen lachen ze ons er mee uit. Het is de taal die zij niet begrijpen. De taal van de zwakke.
Ten tweede: het gaat hier helemaal niet om blind geweld waardoor eender wie kan getroffen worden. Integendeel, het gaat om zeer gerichte en geplande moorden met de bedoeling de Westerse manier van leven van deze aardbol te vegen via uitroeiing en onderwerping. En wat doen wij als reactie? We gedragen ons na elke aanslag als makke lammetjes wachtend op de volgende bom. En het is bon ton om daar vooral niet kwaad over te worden.
Leugens en propaganda
Er is iets heel pervers aan de hand in een land waar men geen woede meer mag tonen wanneer burgers landgenoten, familieleden, vrienden brutaal worden afgeslacht. Zelf krijg ik schrik als ik merk dat een regelrechte propagandacampagne op alle mogelijke media wordt gevoerd om vooral deze gebeurtenissen niet aan te grijpen om bepaalde bevolkingsgroepen de schuld te geven. Dat feit is an sich belangrijker dan het bloed in de straten van Brussel. Zo ver is het gekomen dat niet de dood van landgenoten de maatstaf der dingen is, maar de hypothetische negatieve reacties er op en de munt die extreemrechts uit dit gebeuren zou kunnen slaan.
Deze maatschappij is heel dringend aan bezinning toe, maar niet op de manier die nu op alle mediakanalen wordt gepropageerd.
Wij Belgen snappen niets van de 21e eeuwse geopolitieke breuklijnen en oorlogsstrategieën. Het gaat hier niet om één of andere ver gevolg van sociaal economische achterstelling van bepaalde bevolkingsgroepen of racisme (een achterhaalde negentiende eeuwse ideologie met nauwelijks verklarende kracht voor de hedendaagse maatschappelijke conflicten). Het gaat anderzijds gelukkig ook niet om een strijd van Moslims tegen kruisvaarders zoals IS zelf wil laten uitschijnen. Waar het hier wel om gaat, is een nieuwe structurele breuklijn tussen twee manieren van leven die niet naast elkaar kunnen bestaan. En die breuklijn gaat niet meer weg de eerstkomende tientallen jaren. De politiek relevante discussies zullen zich steeds meer daarrond circuleren. Ten opzichte daarvan zal de klassieke laat-kapitalistische links-rechts tegenstelling steeds meer aan relevantie verliezen.
Met tak en wortel
Om één of andere reden blijven we, echter in de waan dat wat we meemaken niet iets systematisch is. Dat het gaat om noodlottige eenmalige gebeurtenissen. Telkens opnieuw als we getroffen worden! We spiegelen onszelf en elkaar steeds weer voor dat het om waanzinnige eenzaten gaat. Het heeft iets verschrikkelijk morbide masochistisch. Als een hulpeloos kind dat telkenmale door dezelfde woeste grote hond gebeten wordt en zich sterk maakt dat het zo stilaan wel zal stoppen. Welnu, het zal niet stoppen.
We strijden tegen een vijand zonder gezicht wordt vaak letterlijk gezegd. Dat is niet waar. We willen het gezicht van de vijand gewoon niet kennen. We worden echter aangevallen door een heel duidelijk te identificeren tegenstander. Zij het, dat het om een amorfe organisatie gaat, flexibel georganiseerd, met een harde kern, maar vooral ook met veel losse aanhangers her en der, zoals in de Brusselse kanaalzone bijvoorbeeld. Als we dat niet kunnen benoemen en aanpakken zijn we verloren.
Voor dit soort daden is geen genade, maar ook niet voor het goedpraten er van, niet voor het sympathie betuigen er voor en zelfs niet voor een enkele glimlach in de klas de dag nadien. Wij moeten IS met tak en wortel uitroeien. Dat wil niet alleen zeggen de politiek-militaire kern ervan in het Midden-Oosten, maar ook de ruime schare sympathisanten ervan in onze eigen steden en dorpen. Zij behoren ook tot deze terreurorganisatie. Ze zijn er zelfs een essentieel onderdeel van. De radicale Islam gedijt in onze landen bij gratie van diegenen die hen ondersteunen, huisvesten en logistieke diensten gunnen.