De Franse Revolutie zette heel die wereld op zijn kop onder de banner Liberté, Egalité, Fraternité. Charles de Gaulle (Karel van Gallië) bevrijdde Parijs, zette de VS-troepen uit zijn land, richtte zijn eigen “force de frappe” op en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), waardoor de materie waaruit kannonnen worden gemaakt aan de oorlogvoerende naties werd onttrokken.
Nog voor de uitvoering van het Marshallplan van de VS stond de Britse, Franse en Nederlandse staalproductie in 1947 alweer op het vooroorlogse niveau. Italië en België volgden eind 1948.
Verkeerd geschreven
Hendrik Conscience die, zoals Louis Paul Boon het zegde, het volk verkeerd leerde lezen maakte van een non-event, de Slag der Gulden Sporen, een commercieel succes. De Vlaamse feestdag, de herdenking van die Guldensporenslag van 1302, is echter niet het grootste moment uit de Vlaamse geschiedenis.

Karel de Grote. Tekening: Ekkehard von AUra/Pubic Domain
Deze veldslag was immers voornamelijk ingegeven door sociale en economische motieven. De Vlaamse graaf Gwijde van Dampierre koos in de oorlog tussen Engeland en Frankrijk voor de Engelsen omdat die dreigden de wol niet langer naar Brugge maar naar Dordrecht te verschepen.
Het ging toen ook om de strijd van de rijke kooplieden, de Leliaards, tegen de ambachtslieden die meer inspraak wilden. Dat die slag zelf door de Vlamingen werd gewonnen was grotendeels het werk van de Zeeuwse Jan III van Renesse, die aan de zijde van Engeland stond en aan de Vlaamse kant in de gevechten tegen de graaf van Holland.
Door de beëindiging van de oorlog tussen Engeland en Frankrijk met het Verdrag van Parijs in 1303 verloor de Gulden Sporenslag in de Europese geschiedenis echter zijn betekenis. Daardoor vergaten Vlaanderen en meerdere van haar geschiedschrijvers wat eraan voorafging en wat van de Vlamingen Bourgondiërs had gemaakt.
Zij beperkten hun wereldbeeld tot het achterland van de Antwerpse haven, een 13.522 vierkante kilometer voorschoot groot. Daar hebben de separatisten zich een halve eeuw lang op verkeken en maakten er een nutteloze erfelijke belasting van.
Inzicht
Op twintig jaar kan er veel veranderen. Feiten en omstandigheden brengen, wie er aandacht voor heeft, tot ‘voortschrijdend inzicht’. Als je er bovendien het verstand voor hebt kan dat tot merkwaardige evoluties leiden.
Dat is erg goed merkbaar in de evolutie van wat eens het Vlaams-nationalisme was. Daar schiet, na twintig jaar N-VA-voorzitterschap van Bart De Wever, nog weinig van over. Het is zelfs de vraag waar zijn voortschrijdend inzicht stopt.
Wie het roemrijke verleden van Europa is vergeten wordt er sinds de covid, de oorlog aan de grens met Rusland, en nu ook door de fratsen van de tot VS-president verkozen oligarch aan herinnerd.
Dat Europa aangeeft hoe groot onze deficit mag zijn, hoe justitie moet werken en hoe de Oosterweelwerken kunnen worden betaald werd ten onrechte onder de politieke radar gehouden.
Hoewel wij, zoals in iedere democratische rechtsstaat beschikken over een tweekamerstelsel van Kamer en Senaat en de provinciale en gemeentelijke bestuursorganeb meer dan voldoende waren om het volk behoorlijk te vertegenwoordigen, creëerde de graaicultuur er allerhande gewestelijke afgevaardigden en dito ministers bij. Dat heeft naast de federale schuld ook een grote gewestelijke schuld doen ontstaan.
Surrealisme
Het Belgische surrealisme vulde volkomen in wat de Franse schrijver André Breton (1896-1966) ermee bedoelde: “Automatische spontaneïteit in zijn meest pure vorm, waarin men probeert – verbaal door het geschreven woord of in welke vorm dan ook – de manier van denken te laten zien, geleid door fantasie, zonder enige gecontroleerde ratio en los van morele waarden.”
De door de parlementaire onderzoekscommissie-Dutroux aangetoonde “afstomping van de norm” wérd de norm. De naoorlogse wederopstanding wordt zo volkomen vergeten. De welvaartsstaat en de rechtstaat worden geweld aangedaan. Het algemeen belang wijkt nu voor dat van de havenbazen, van de bouwpromotoren en van de chemiereuzen.
De instituten van de staat, zowel de weerbarstige Senaat als de dwarsliggende rechters, moeten wijken voor het gewauwel van enkele partijvoorzitters. Hun onderzoekscommissies hebben enkel tot doel de algemene misnoegdheid te laten bekoelen.
Eindpunt
Ons surrealisme heeft zijn eindpunt bereikt. Nadat Vlaanderen door een verheerlijker van de Oostfrontstrijders in brokken werd gereden, wordt het land ni geregeerd door een separatist die er in lijn met zijn partijbeginselen een eind wil aan maken.
Sluw als hij is heeft zijn voortschrijdend inzicht hem doen inzien dat als Vlaanderen verder wil genieten van het Europese manna dat enkel langs Brussel kan worden bekomen. Dat de Brusselse dorpsgemeenschap intussen failliet draait zal hem worst wezen.
Ondertussen
Het Europees Parlement is niet enkel een cadeau voor uitgebolde politici die er naast een grote vergoeding ook een niet aftopbaar pensioen kunnen aan overhouden. Oorlog brengt realiteitszin, oligarchie roept hernieuwde democratie op. Het zal zijn tijd moeten hebben.
Dat belet niet dat intussen oude wantoestanden moeten bestendigd worden. Onze minister van oorlog kan de miskoop van de eeuw, de maar voor vijftig procent inzetbare F35-bommenwerpers vervangen door Europese tuigen die wél op eigen commando kunnen worden bestuurd.
De nutteloze provinciale instellingen kunnen verenigd worden met de, wegens de huidige tewerkstelling, niet afschafbare gewestelijke instellingen. Procureurs kunnen hun seponerende, bemiddelende en onderhandelende functies opnieuw vervangen door hun kerntaken: opsporen en vervolgen. Rechters kunnen opnieuw toegelaten worden recht te maken wat krom is gegroeid.
Misschien kan Europa met humor overtuigd worden dat ons surrealisme maar de uiting is van een bescheiden regio die hunkert naar de grootsheid van een verleden Europa waaruit “de wevers van toen” hun voordeel konden halen.
Als voortschrijdend inzicht het haalt van verdrongen kleinzieligheid is er toekomst. Meer dan ooit is de leuze duidelijk. Wie Vlaanderen opnieuw groot wil maken moet dat, zoals de geschiedenis het aantoont, langs Europa doen. De tijd is er rijp voor.