De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Mainstream media en onze ‘goedaardige, democratische’ leiders

Mainstream media en onze ‘goedaardige, democratische’ leiders

dinsdag 13 januari 2015 10:46
Spread the love

Mensenrechtenschendingen zijn dat enkel wanneer ‘zij’ die
begaan. Terrorisme wordt enkel herkend wanneer ‘de andere’ het pleegt.
En de Westerse slaapwandelaars blijven geloven in de intrinsieke
goedheid van hun eigen overheden.

Op 29 december stelde Paul Brill, buitenlandcolumnist van de Nederlandse Volkskrant, in De Morgen dat 2014 het jaar “van de sterke man” was.

Het is een vaste waarde in de mainstream media dat ‘onze’ leiders
vriendelijker bejegend worden dan ‘die andere’, van het slag Poetin,
Kim, Xi, maar ook Morales, Chavez of Castro. Journalisten, die zelf
verstrengeld zijn in de machtsconcentraties à la Wetstraat (waar een
voornamencultuur heerst), verworden meer en meer tot onofficiële
woordvoerders van hun zittende regeringen of bevriende nationale
leiders.

Paul Brill doet er een schepje bovenop.

“Nu hij [Poetin] de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un heeft
uitgenodigd om volgend jaar de viering van de overwinning op
nazi-Duitsland te komen bijwonen, is er geen twijfel mogelijk: hij deugt
echt niet.”

De heer Brill heeft de balans opgemaakt. Poetin deugt niet omdat hij
Kim Jong-un uitnodigt voor een herdenkingsplechtigheid. Het gaat hier
immers om een door het Westen officieel als vijand bestempeld
staatshoofd. Poetin begaat hiermee de ultieme blunder: vriendelijke
betrekkingen onderhouden met een dictator.

Geschiedenis

Als we de recente en minder recente geschiedenis erop na slaan, komen
we tot de vaststelling dat Poetin niet de enige is die er minder
‘aanvaardbare’ vrienden op nahoudt.

In 2014 vloog Barack Obama naar Saoedi-Arabië om de wankele relaties met het oliekoninkrijk nieuw leven in te blazen.
Deze Midden-Oosterse staat is één van de meest fundamentalistische
landen ter wereld en volgens Human Rights Watch werden er in augustus
2014 nog negentien mensen onthoofd. Standaard praktijk in dat land.

In 2009 zei toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton dat ze de familie Moebarak ziet als “echte vrienden van mijn familie.”
Hosni Moebarak is de man die Egypte dertig jaar lang met ijzeren hand,
en met miljarden dollars militaire en economische steun van de Verenigde
Staten, bestuurde, tot hij in 2011 ten val kwam tijdens de volksopstand
in dat land.

De nieuwe VS-minister van Buitenlandse Zaken John Kerry was één van de eerste Westerse hoogwaardigheidsbekleders die een bezoek bracht aan generaal Al-Sisi.
Hij sprak er zijn steun uit voor de man die na een militaire
staatsgreep aan de macht kwam in het meest bevolkte Arabische land en
zei dat de militaire steun (honderden miljoenen dollars per jaar) zou
doorgaan. Kerry ging in 2014 ook langs bij koning Abdullah van Saoedi-Arabië, de bakermat van de fundamentalistische islam en het jihadisme.

Ook West-Europese leiders spelen het spel gretig mee.

In 2007 ging de Libische leider Muammar Kaddafi op bezoek bij de Franse president Nicholas Sarkozy.
Dit is dezelfde Kaddafi die decennialang in het Westen gedemoniseerd
werd en uiteindelijk in 2011 na een NAVO-missie in Libië gelyncht en
vermoord werd. Kaddafi zou ook 50 miljoen euro gestort hebben om de Sarkozy-presidentscampagne te helpen financieren.

Na zijn ambtstermijn als Britse eerste minister bracht Tony Blair meermaals een bezoek aan kolonel Kaddafi van Libië. Het doel was telkens het verdedigen van Britse economische belangen in de regio.

In een iets verder verleden (1984), in de hoogdagen van het Apartheidsregime, ontving de Britse eerste minister Margaret Thatcher de Zuid-Afrikaanse president PW Botha. Thatcher had over Nelson Mandela’s ANC-beweging het volgende te zeggen: “The ANC is a typical terrorist organisation … Anyone who thinks it is going to run the government in South Africa is living in cloud-cuckoo land.” Ook toenmalig Amerikaans president Ronald Reagan noemde het ANC “one of the more notorious terrorist organisations.”

Drie Amerikaanse presidenten (Nixon, Bush en Clinton) gingen op de koffie bij de Indonesische dictator Soeharto
of ontvingen hem voor een bezoek in Washington. Soeharto kwam in 1965
aan de macht, waarbij ongeveer een miljoen Indonesiërs, vooral
(vermeende) communisten, werden afgeslacht. In de jaren ‘70 viel het
Indonesische leger, met directe of indirecte steun van de VS,
Groot-Brittannië, Australië en andere Westerse landen, Oost-Timor
binnen. De trieste balans: ruim 200.000 doden, de ergste massamoord in
verhouding tot inwoneraantal van de tweede helft van de 20ste eeuw. Steun voor het moorddadige regime ging door tot 1998, om economische belangen niet te schaden.

De Amerikaanse Secretary of State onder Richard Nixon, Henry Kissinger, was een welgekomen gast bij generaal Augusto Pinochet, die in 1973 in Chili aan de macht kwam na een militaire staatsgreep (onder de Chilenen beter bekend als the first 9/11)
waarbij de democratisch verkozen president Salvador Allende om het
leven kwam. Tijdens de dictatuur, die zou duren tot 1990, werden
duizenden Chilenen omgebracht.

Hypocrisie

Het is altijd ontstellend om te zien hoe dit soort acties van ‘onze’
leiders steevast vergeten wordt en die van andere wereldleiders
aangegrepen worden om aan te tonen dat ze “niet deugen”. De lijst van
oorlogsmisdadigers en schenders van mensenrechten waar Westerse leiders mee op de koffie gingen is lang, zeer lang. En het palmares
van deze misdadigers is veel schokkender dan alles wat Kim Jong-un ooit
zou kunnen aanrichten in zijn land, laat staan in het buitenland.

“Maar wat hen [Poetin, Erdogan, Xi, Kim, al-Sisi] verbindt, is de
rotsvaste overtuiging dat ze gerechtigd, ja zelfs geroepen zijn tot
maximale machtsuitoefening. In de jongste editie van Foreign Affairs
wordt Xi door China-expert Elizabeth Economy gekenschetst als een
‘keizerlijke president’. Hij heeft meer macht naar zich toe getrokken
dan zijn voorgangers. Hij heeft een ambitieuze agenda die sterk
nationalistisch is gekleurd. In verschillende varianten geldt dit ook
voor de andere vier. Stuk voor stuk hebben ze de wil getoond tot het
nemen van draconische maatregelen om oppositionele krachten uit te
schakelen of ten minste het zwijgen op te leggen. En ze staan wantrouwig
tegenover westerse politieke waarden aangaande de rechtsstaat en
burgerrechten, al volgen ze soms wel formele democratische procedures.
Met name Poetin en Erdogan beschouwen het Westen als een ontaard en
verweekt avondland, waaraan hun eigen naties zich vooral niet moeten
spiegelen.”

Wat moeten we denken van Barack Obama die steeds vaker optreedt als politieagent, rechter, jury en beul met drones doorheen het Midden-Oosten, terwijl hij in eigen land klokkenluiders vervolgt en doorgaat met het afluisteren
van miljoenen Amerikanen en niet-Amerikanen? De constante steun voor
landen die de mensenrechten met de voeten treden blijft doorgaan en
wordt zelden in de mainstream media aan de kaak gesteld. Journalisten maken tegenwoordig evenveel deel uit van het establishment en werken in tandem samen met hun ‘democratische’ leiders om ‘de andere’ aan te klagen en indien nodig te demoniseren.

Hetzelfde geldt voor Europese leiders, die blindelings de dictaten van het neoliberalisme
volgen, terwijl een meerderheid van de bevolking hier niet achterstaat.
Alle wereldleiders zijn uit op het vergroten van hun macht, zowel
politiek als economisch. Enkel wanneer officiële vijanden dit doen
(zelfs wanneer dit gebeurt binnen de onmiddellijke invloedssfeer van die
landen), wordt het in de Westerse pers een probleem.

Westerse goedaardigheid

“Voor het Westen, waar velen nog niet zo lang geleden droomden
van een wereld waarin de liberale democratie een onstuitbare opmars
maakt, blijft dat een moeilijk te verteren ervaring.”

De heer Brill gaat, zoals de overgrote meerderheid van Westerse opiniemakers en mediapersoonlijkheden, uit van de intrinsieke goedaardigheid van de Westerse leiders,
die graag spreken over vrijheid, democratie en mensenrechten in de
wereld. Wanneer Westerse leiders grove mensenrechtenschendingen begaan
(of deze mee mogelijk maken) – en de voorbeelden zijn ontelbaar – dan
gaat het in het beste geval om vergissingen, jammerlijke foutjes op het
pad naar democratie, vrijheid en wereldvrede. In het slechtste geval
wordt er eenvoudigweg niet over gesproken of wordt het zelfs
toegejuicht. Deze houding – het geloof dat regeringen goedaardig zijn en
handelen volgens een goed werkend moreel kompas – grenst, gezien de
geschiedenis, aan krankzinnigheid.

We moeten af van dit wij-zij denken, verdelingen tussen Oost-West, goed-slecht, moslim-christen, die overheersen in onze media.
De wereld is eenvoudiger te vertellen maar onmogelijk écht te begrijpen
in dit soort termen. Journalisten moeten er een kerntaak van maken om
hun eigen leiders te challengen. Het is te
gemakkelijk om de lijn van de officiële regeringswoordvoerders of het
State Department te volgen in de media. Hiermee willen we uiteraard niet
stellen dat journalisten geen mensenrechtenschendingen of andere
wandaden buiten het Westen (of buiten de Westerse bondgenoten) aan de
kaak mogen stellen, maar échte journalistiek begint in de eerste plaats bij het in vraag stellen van het eigen beleid en de misdaden die wereldwijd worden mogelijk gemaakt door de eigen leiders.

www.uberhaupt.be

take down
the paywall
steun ons nu!