Macron wil zelfs enkele Algerijnse verzetsmensen, die door het Franse leger werden vermoord, als nationale helden erkennen. De vraag is of deze druppels van erkenning opwegen tegen de anderhalf miljoen doden die in de Algerijnse oorlog zijn gevallen?
Nauwelijks terug uit Marokko publiceerde president Macron een persbericht met de titel: “Herdenking van november 2024 – 70ste verjaardag van het uitbreken van de opstand van november 1954”.
Hij zegt daarin dat hij de waarheid over de kolonisatie en de Algerijnse oorlog recht wil doen: “Sinds 2017 streeft de president van de republiek ernaar om de geschiedenis van de kolonisatie en de Algerijnse oorlog in al zijn waarachtigheid te onderzoeken, met het doel om een vreedzame en gedeelde herinnering te creëren”.
Nationale held vermoord door Franse soldaten
“Frankrijk erkent vandaag dat Larbi Ben M’Hidi, een nationale held voor Algerije en een van de zes leiders van het FLN die de opstand van 1 november 1954 lanceerden, is vermoord door Franse soldaten onder leiding van generaal Aussaresses”, zo luidt het persbericht van Macron. Hij herinnert eraan dat Frankrijk ook al heeft erkend dat het verantwoordelijk is voor de moorden op de martelaren Maurice Audin en Ali Boumendjel.
Het blijft allemaal bij een “erkennen om het essentiële te verbergen”, zoals machthebbers wel vaker doen wanneer de realiteit niet langer kan worden ontkend. Historici hebben allang het bewijs geleverd wie deze drie koloniale misdaden heeft bevolen. In het geval van Ben M’hidi heeft de directe uitvoerder, generaal Aussaresses in 2000 al bekend, dat is een kwarteeuw geleden.
1,5 miljoen doden
Wat zijn deze fragmentjes van erkenning van Macron waard, als we weten dat tijdens de 50 jaar van koloniale verovering bijna een derde van de Algerijnse bevolking verdween? Welke betekenis is ze waard als we ze koppelen aan het dodental van de Algerijnse oorlog alleen al, dat door de Algerijnse regering wordt geschat op anderhalf miljoen?
Het antwoord op de vraag naar de betekenis van Macron’s strategie van druppeltjes van erkenning is te vinden in een andere paragraaf van het presidentiële persbericht: “Het is met het oog op toekomstige generaties dat het staatshoofd het tot zijn plicht rekent om steeds opnieuw te zoeken naar manieren om de herinneringen tussen de twee landen met elkaar te verzoenen.”
Herinnering, niet de waarheid
De kwestie van de waarheid over de misdaden van de kolonisatie is gereduceerd tot de herinnering en zelfs tot de zogenaamde “verzoening van herinneringen”.
Maar de echte kwestie van de waarheid over koloniale misdaden is er niet een van “herinnering” maar van gerechtigheid, niet een pseudo-verzoening van herinneringen die de nagedachtenis van de gekoloniseerde en die van de kolonisator tegenover elkaar plaatst, waarbij de recollectie van het slachtoffer, die van zijn beul en die van de verschillende bevolkingsgroepen die erbij betrokken waren, in een logica van gelijkwaardigheid worden geplaatst.
Gekoloniseerde volkeren willen geen “berouw” maar de historische waarheid over het koloniale systeem
Volledige erkenning en genoegdoening
De gekoloniseerde volkeren die het slachtoffer waren van het staatsgeweld van het Franse kolonialisme hebben niets aan “berouw” en/of gedeeltelijke erkenning. Zij eisen enerzijds de historische waarheid over het koloniale systeem als zodanig en dat de consequenties van deze waarheid worden getrokken in termen van genoegdoening.
Of het nu gaat om de Westelijke Sahara, de kolonisatie van Algerije of het Franse beleid in Mayotte, Nieuw-Caledonië (Kanaky) of Martinique, de koloniale logica is duidelijk nog altijd sterk aanwezig in het politieke denken van president Macron.
Notes
– “Herdenking van november 2024 – 70ste verjaardag van het uitbreken van de opstand van november 1954”, persbericht van het Elysée-paleis van1 november 2024, beschikbaar op: https: //www.elysee.fr