De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

‘Machiavelli, Spinoza, Marx’

‘Machiavelli, Spinoza, Marx’

maandag 25 november 2024 13:32
Spread the love

De vierde editie van het Spinozaseminarie aan de VUB is gewijd aan ‘Machiavelli, Spinoza, Marx’. Dit is het openingsstatement: een uitnodiging tot filosofie die een positief verschil maakt.

Waarom wensen wij dit jaar niet enkel met Spinoza maar ook met Machiavelli en Marx te filosoferen? Waarom begeren wij dit jaar wijsheid via ‘Machiavelli, Spinoza, Marx’?

Eerst iets over elk van de drie auteurs in relatie tot het filosoferen of filosofie in het algemeen; dan iets over Spinoza/Machiavelli en Spinoza/Marx; tenslotte iets over ‘Machiavelli, Spinoza, Marx’.

  • Machiavelli was geen filosoof. Meer nog, Machiavelli wordt geminacht door filosofen. Het object van Machiavelli’s denken is immers niet “de wijsheid” maar wel macht – machtsrelaties. Macht zou volstaan om over politiek en de samenleving na te denken. Machiavelli wordt daarom op paternalistische wijze weleens de vader van het moderne politieke denken genoemd. Maar laten wij de zaak serieuzer aanpakken door ons voor de materie zelf te interesseren en een werkhypothese te formuleren: nadenken over politiek in de moderne en bij uitbreiding postmoderne samenleving verhoudt zich rechtstreeks tot Machiavelli.
  • Spinoza is daarentegen een gevierd filosoof. Hegel noemde Spinoza’s filosofie zelfs het begin van alle filosofie – misschien opnieuw een werkhypothese. Echter, Spinoza heeft nooit als professor filosofie willen werken om net “de vrijheid van filosoferen” te kunnen bewaren. Bovendien noemde hij zijn filosofie “Ethica”, een bespiegeling op het menselijk handelen en niet op de wijsheid als zodanig.
  • Marx genoot een opleiding in de filosofie om dan te besluiten: “Filosofen hebben de wereld slechts verschillend geïnterpreteerd; het komt er op aan haar te veranderen.” In zekere zin daagt Marx de filosofie uit en wilt in die zin ook de filosofie voorbijsteken. Het gaat immers niet enkel over interpretatie maar over echte verandering; niet enkel een wijsheid over de wereld maar een handeling in de wereld om die wereld te veranderen – we zouden hier de hypothese kunnen formuleren van een denken dat meteen een doen inhoudt.

Eigenlijk suggereren alle drie de auteurs zo’n relatie tussen denken en doen, dat wil zeggen de problematische relatie van theorie en praktijk. Aldus ontwaren we een zeker werkveld waarin filosofie, politiek, ethiek niet te scheiden zijn want altijd al gezamenlijk aan het werk, in actie, operatief.

  • Spinoza/Machiavelli noemen we hier aan de hand van een minimale opmerking, namelijk dat Machiavelli de enige auteur is die door Spinoza herhaaldelijk geprezen wordt – “de scherpzinnige Machiavelli”. Spinoza doet dit in zijn laatste boek en dus enigszins terugkijkend op zijn filosofische pad. Kortom, Machiavelli is een specifieke referentie maar tegelijk ook enorm doordringend in Spinoza’s filosofie. Of anders gesteld, als werkhypothese: Spinoza’s filosofie bereikt via Machiavelli een kritisch punt. Tijdens de eerstvolgende seminariesessies gaan we verder met Spinoza/Machiavelli.
  • Spinoza/Marx is problematischer. Let wel: we interesseren ons hier niet voor Spinoza en het marxisme maar wel voor Spinoza/Marx. Natuurlijk komt dan de vraag of er wel zo’n onderscheid bestaat tussen Marx en het marxisme, maar ook of er überhaupt zoiets bestaat als “het marxisme”. Laten we zeggen dat er “marxismen” bestaan en dat een orthodox marxisme dat Marx dogmatisch opneemt ons niet interesseert. Spinoza/Marx moet immers tegelijk ook een kritische verhouding tot Marx betekenen, en tot Spinoza. De hypothese die we stellen is dat Spinoza/Marx inderdaad een kritische meerwaarde inhoudt voor ons, dat wil zeggen voor het filosoferen over ethiek en politiek dat we doen, voor ons denken en doen. Maar wie of wat is de “we” en hoe verhoudt die zich precies tot dat denken en doen? De “we” – individueel en collectief – schijnt onvermijdelijk wanneer we ethische en politieke vraagstukken behandelen en we geconfronteerd worden met het probleem van de relatie tussen onze theorie en onze praktijk. Anderzijds, wanneer we ons werkelijk in die vraagstukken verdiepen, zich verzettend tegen pasklare oplossingen of net het gebrek ervan, schijnt de “we” ook enigszins te verdwijnen, namelijk in de conclusie dat enkel een systeemverandering de klimaatverandering kan tegengaan, dat extreemrechts en verrechtsing zich over de hele wereld en systematisch doorzetten, dat genocide deel is van een systeem en dat studenten en personeel die hun medeplichtige universiteiten aanklagen op de ijzeren wetten van dat systeem botsen, enz. Waar is ondertussen de “we” heen en wat is dat “systeem”? Misschien is dat systeem wel precies de “we”. Er is dan geen fundamenteel onderscheid tussen wij en het systeem dat we tegenkomen wanneer we vorderingen maken in ethische en politieke vraagstukken. Wij zijn tenslotte deel van een sociale werkelijkheid via dewelke wij nadenken over ethiek en politiek om precies een impact te hebben op onze werkelijkheid. Marx noemde dit processueel geheel of systeem het kapitalisme. Hebben we dan met dat woord perfect vat op onze situatie en op wat ethische en politieke oplossingen kunnen zijn? Nee, natuurlijk niet. Het kapitalisme is immers geen afgerond geheel of een finale conclusie. Het kapitalisme is slechts de werkhypothese waarlangs wij een beter begrip ontwikkelen van onze sociale werkelijkheid, namelijk via een sociale kritiek die niet opgeeft het systeem en onszelf te willen begrijpen en veranderen. Juist, wij interesseren ons voor een denken en doen dat in staat is om steeds verder over al te menselijk zaken als ethiek en politiek te filosoferen. Of zoals Spinoza schrijft: “Ik ben voortdurend bezorgd geweest om niet te lachen of te treuren om wat de mensen doen, noch om hen daarom te verwensen, maar om het te begrijpen.” Indien Spinoza/Marx een kritische meerwaarde inhoudt voor ons, is dit mogelijkerwijs – een hypothese – omdat hun zogenaamde systeemfilosofiën elkaar versterken in een denken en doen dat ons rechtstreeks aanbelangt.

Toegeven vormen Machiavelli, Spinoza en Marx niet eens zo’n origineel trio. Sinds minstens Louis Althusser en zeker sinds Antonio Negri is dit trio aan het werk geweest in het denken en doen van filosofen en niet-filosofen die voortdurend bezorgd zijn geweest om niet te lachen of te treuren om wat de mensen doen, noch om hen daarom te verwensen, maar om het te begrijpen. We maken het betreffende trio dan maar tot ons eigen maaksel: ‘Machiavelli, Spinoza, Marx’. Het gaat hier niet om een heilige drie-eenheid die “de wijsheid” in pacht zou hebben. Het gaat hier veeleer om het bewerkstelligen van een begrijpen en handelen, een denken en doen. Of nog: het gaat om de effecten dat het betreffende maaksel of filosofisch instrument produceert, namelijk de gevolgen die het heeft voor ons ethisch, politiek en filosofisch werk.

 

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!