Voormalige president van Colombia Iván Duque (2018 – 2022) was de politieke erfgenaam van president Alvaro Uribe. Magistraten van Vrede en Justitie gaven de opdracht om een onderzoek in te stellen naar die man, die verdacht werd van het bevorderen, sponsoren en ondersteunen van paramilitaire groeperingen, niet alleen als Gouverneur van Antioquia, ook later en zelfs als president van de Republiek.
‘Met zijn steun rustten de benden zich uit met ‘langeafstandswapens, ultramoderne communicatieradio’s, auto’s, motoren, machinepistolen, machinegeweren, geweren, revolvers, raketwerpers, raketten en mortieren, die hen een aanzienlijke operationele capaciteit gaven,’ een begiftiging om de burgermaatschappij aan te vallen, te intimideren, te verdrijven, zich het land van boeren toe te eigenen en angst tot de sterkste strategie voor de duurzaamheid van hun project te maken.’[1]
Iván Duque, de poulain van Alvaro Uribe, kwam aan de macht en sloot zijn ambtstermijn af met meer dan 900 moorden op sociale leiders in het land. Volgens de Colombiaanse NGO Indepaz verergerde de drugshandel tijdens zijn presidentschap. Uitgerekend dat onguur individu lanceerde een oproep onder voormalige regeringsleiders van verschillende Latijns-Amerikaanse landen om de president van de VS te vragen Cuba te handhaven op de onwaardige lijst van landen die terrorisme sponsoren.[2]
Wat voorafging. Op 11 september dit jaar schreven 35 voormalige presidenten en premiers uit Latijns-Amerika en het Caraïbische gebied, Europa, Afrika en Azië een brief aan president Joe Biden waarin ze eisten dat Cuba zou worden verwijderd van de lijst van staten die het terrorisme steunen. Die partijdige lijst is opgesteld door het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken (State Department.) De 35 ondertekenaars vestigden de aandacht op het feit dat vier maanden tevoren het State Department zelf oordeelde ‘dat het niet langer gepast is’ om Cuba op de lijst te houden van staten die niet volledig samenwerken in de strijd tegen terrorisme, onder andere omdat ‘de Verenigde Staten en Cuba de samenwerking op het gebied van handhaving van de wet, inclusief terrorismebestrijding, in 2023 hebben hervat.’
Drie dagen na het verschijnen van die brief stuurde de voormalige Colombiaanse president Iván Duque, mede ondertekend door het puik van de Latijns-Amerikaanse fauna, een wanhopige brief waarin hij president Biden vroeg om Cuba op de lijst van staatssponsors van terrorisme te houden.
Hoe dikwijls gebeurt het niet in de geschiedenis dat individuen die schurkenstreken en erger uithalen anderen daarvan onterecht beschuldigen, gewoon uit politieke overwegingen? We gaan hieronder eens na welk onwelriekend kaliber de oproep van Iván Duque beantwoordde.
De lijst met corrupte individuen die hun handtekening zetten is verbijsterend.
Costa Rica, het ‘Zwitserland van Centraal-Amerika.’ Rafael Calderón Fournier, (1990 – 1994) was de eerste voormalige Costa Ricaanse president die in zijn land berecht en veroordeeld werd tot vijf jaar gevangenisstraf voor het verduisteren van overheidsgelden. Een van die verduisteringen ging over een lening van 39,5 miljoen dollar die door de Finse regering werd toegekend aan het Costa Ricaanse Fonds voor Sociale Zekerheid voor de aankoop van medische apparatuur. De rechtszaak begon einde 2008, vier jaar nadat het schandaal in de pers was verschenen. De rechtszaak werd in september 2009 afgerond en het vonnis werd voorgelezen na een debat waaraan bijna 200 getuigen deelnamen. Calderón zag zijn aspiraties voor herverkiezing in rook opgaan, waardoor zijn partij, de Sociaal Christelijke Eenheidspartij, in een moeilijke situatie terechtkwam.
Miguel Ángel Rodríguez won de verkiezingen in Costa Rica en regeerde van 1998 tot 2002. Daarna werd hij verkozen tot secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten. Hij bekleedde dat ambt echter maar één maand, omdat hij in oktober 2004 abrupt moest aftreden om terug te keren naar Costa Rica en om daar geconfronteerd te worden met gerechtelijke aanklachten van corruptie. Costa Ricaanse gerechtelijke aanklagers beschuldigden hem van het verduisteren van overheidsgelden in een regeling waarbij herverzekeringsmaatschappijen in verschillende landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, betrokken waren. Hij werd veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf,
Ook Felipe Calderón zette zijn poot onder de brief van Iván Duque. Hij won in Mexico de verkiezingen door fraude (2007-2012) en wordt herinnerd omdat hij duizenden doden veroorzaakte in de zogenaamde oorlog tegen drugs. Met zijn handtekening onder de brief voegt hij nog een porie schande toe aan de petitie.
Advocaten, academici, journalisten, mensenrechtenactivisten en leden van het maatschappelijk middenveld startten een aanklacht tegen hem bij het Internationaal Strafhof om misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden in Mexico te onderzoeken. De aanklaagt verwijst naar een humanitaire crisis die het leven gekost heeft aan 60.000 mensen, met 10.000 vermisten en 1,6 miljoen ontheemden. Er wordt met beschuldigende vinger gewezen naar verschillende overheidsfunctionarissen, waaronder de president enerzijds en de leiders van de Mexicaanse drugskartels anderzijds. Ze worden beschuldigd van herhaalde en wijdverspreide schendingen van de Conventies van Genève en het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof.
Jorge ‘Tuto’ Quiroga kwam aan de macht en was heel kort in functie (2001-2002), nadat de president van Bolivië aftrad vanwege een terminale kanker. Jorge ‘Tuto’ Quiroga werd veroordeeld tot twee jaar en acht maanden gevangenisstraf wegens laster tegen een staatsbank. Maar hij bleef vrij rondlopen.
Op de lijst van ondertekenaars staat ook de voormalige president van Ecuador Jamil Mahuad (1998 – 2000). Hij beval de sluiting van banken voor meerdere dagen en bevroor de rekeningen van gewone burgers om de bankiers met wie hij banden had te beschermen.
In 2014 veroordeelde een Ecuadoraanse rechtbank hem tot 15 jaar gevangenisstraf, maar in 2017 verminderde een andere rechtbank zijn straf tot acht jaar, ofschoon ze hem niet konden arresteren, omdat hij voortvluchtig was naar de Verenigde Staten.
Hoe kon voormalig president Mireya Moscoso van Panamá (1999 tot 2004) haar naam onder de brief van Iván Duque zetten en Cuba brandmerken voor steun aan terrorisme? Haar laatste daad als hoofd van de regering was het verlenen van amnestie aan… terroristen. Ze liet Luis Posada Carriles en Gaspar Eugenio Jiménez Escobedo vrij, die in april 2004 in Panama tot acht jaar gevangenisstraf werden veroordeeld. Ook de kompanen Guillermo Novo Sampoll, Pedro Crispín Remón en César Matamoros, die tot zeven jaar gevangenisstraf veroordeeld werden, kwamen vrij.
In 2000 waren Posada Carriles en zijn kompanen van plan tijdens een bijeenkomst van Latijns-Amerikaanse presidenten in het auditorium van de Universiteit van Panama een bom te gooien naar Fidel Castro. Als dit was gebeurd, zouden onder andere duizenden jonge Panamezen zijn gedood. Het Salvadoraanse Ministerie van Binnenlandse Zaken bevestigde vervolgens dat Posada Carriles maandenlang in El Salvador woonde met valse Salvadoraanse documenten.
Onder de ondertekenaars van de brief bevindt zich ook niemand minder dan Juan Guaidó, een van de beruchte oppositieleiders van Venezuela. De VS probeerden met alle middelen president Nicolás Maduro ten val te brengen. In 2019 voerden ze ondermeer een kafkaiaans toneelstukje op, dat achteraf grandioos de mist inging. Ze benoemden Juan Guaidó als parallelle ‘interim-president’ naast de wettelijk verkozen Nicolás Maduro. Guaidó kon met financiële steun van de VS en gestolen buitenlandse valuta van de staat Venezuela onder andere ambassades oprichten die achter hem stonden. De toenmalige Amerikaanse president Donald Trump ontving de vrouw van Guaidó als de ‘first lady‘ van Venezuela op het Witte Huis.
Ook Jeanine Añez plaatste haar handtekening. Zij was tweede vice-president van de Boliviaanse Senaat. Gesteund door de VS kwam ze in 2019 aan de macht als interim-president. Wat gekwalificeerd wordt als een staatsgreep, werd alleszins illegaal geacht door het Eerste Anti-Corruptie Tribunaal van La Paz. Zo zit ze nu in de gevangenis in Bolivia. Maar dat belette haar niet haar handtekening te zetten.
Door de magie van Iván Duque, de creatieve initiatiefnemer van de brief, werd een gouverneur van Puerto Rico plots president. Iván Duque classificeerde de gouverneur van het eiland in de categorie ‘staatshoofd of regeringsleider van soevereine staten.’ De behoefte om zijn lijst uit te breiden, leidde ertoe dat hij naar alles greep wat hem van dienst kon zijn.
Hoe durft voormalig president Guillermo Lasso (2021-2023) van Ecuador zo’n brief ondertekenen? Begin 2023 ontplofte een schandaal waarbij hij betrokken was, toen een website het bestaan onthulde van een systeem van corruptie dat was opgezet in overheidsbedrijven door Danilo Carrera, een zwager van Guillermo Lasso. Het Parlement opende een politiek proces tegen de president om hem af te zetten. Maar hij ontbond doodleuk het Parlement en ontsnapte zo de dans.
Een vriend van Iván Duque, Mario Abdo Benítez, (2018-2023) had af te rekenen met ernstige beschuldigingen die twee gerechtsmagistraten in Paraguay tegen hem uitten wegens het onthullen van geheime documenten. Hij lekte rapporten van het Secretariaat voor de preventie van het witwassen van geld (Seprelad) met het vermeende doel om politieke rivalen te beschadigen. Hij zette bovendien een ondergeschikte aan tot het plegen van een strafbare handeling en het afleggen van een valse aangifte.
En ja, ook de Europese Unie kon niet ergens ontbreken om de wanhopige oproep van Iván Duque te stofferen met zijn handtekening. Mariano Rajoy Brey was van 21 december 2011 tot 1 juni 2018 premier van Spanje. Hij was de hoofdrolspeler in de grootste corruptiezaak in de geschiedenis van Spanje, de beruchte ‘Gurtel-zaak.’ Dat leidde tot zijn ontslag uit de regering. Die louche zaak op grote schaal bestond in een netwerk van bedrijven die allerlei contracten kregen van regeringsinstanties van de Spaanse Volkspartij (PP) in verschillende delen van Spanje.
Iván Duque, door sommigen gekwalificeerd als de slechtste president in de geschiedenis van Colombia, de man die zich niet hield aan de uitspraken van het Hooggerechtshof, dat hem tot huisarrest gelastte, de man die zich niet hield aan de moeilijk verworven vredesakkoorden met de guerrillabeweging FARC-EP, de man die tijdens manifestaties raketlanceerders en schoten in de rug gebruikte om mensen die op straat demonstreerden te onderdrukken, heeft voor zijn brief de metgezellen van zijn kaliber gevonden.
En uitgerekend dat onguur sujet en zijn beducht samenraapsel hebben het lef om de VS te verzoeken hun onrechtmatige sancties tegen Cuba verder te zetten.
[1] https://reliefweb.int/report/colombia/lvaro-uribe-las-convivir-y-los-ej-rcitos-paramilitares
[2] https://www.resumenlatinoamericano.org/2024/09/26/colombia-ivan-duque-escoge-acompanantes-para-la-infamia/