Vuistdikke Romans en Studies leren ons, zoals documentaires en films en gesprekken met personen met een sterk verhaal, het meeste over mens en wereld. Soms stoot je op een tekstje dat onverwacht veel stof tot nadenken biedt, omdat het een aantal herinneringen en slapend aanwezige overtuigingen wakker roept. Het wordt een aanzet tot schrijven, ook juist omdat je het er niet mee eens bent, terwijl digitale tijdgenoten er enthousiast over lijken. Dat overkwam mij, terwijl de christelijke wereld de doden herdenkt op Allerheiligen-Allerzielen. Het betreft een Facebookbericht over een van de absolute top-iconen uit onze kindertijd: het Russische hondje Laika, dat ten tijde van de Sovjet-Unie en haar wedren in de Koude Oorlog werd meegezonden met een satelliet, een opvolger van de fameuze “eerste satelliet” Spoetnik 1, die zelf op 4 oktober 1957 werd gelanceerd. De bedoeling van het onuitgegeven experiment was niet min: de ruimte te verkennen en zo de zekerheid verwerven dat de “Kosmonauten” (tegenhangers van de Amerikaanse Astronauten) niet zouden dood gaan wanneer zij uit gingen stijgen boven de dampkring. In een omgeving zonder zuurstof, die alle leven op aarde nodig heeft. Zou er daarboven dodelijke straling zijn? De onderneming werd grotendeels in het geheim voorbereid (zie Wikipedia) en toen de lancering slaagde, werd het biepje dat het ruimtetuig uitzond om de drie seconden, voor de mensheid het symbool van het begin van het Ruimtetijdperk. De race tussen de SSSR en de VSA, waar de ruimtevaart geleid werd door de Duitse geleerde Werner Von Braun, die tijdens de oorlog voor de Duitse legers had gewerkt, werd met ingehouden adem wereldwijd gevolgd.
Postkaart uit de tijd, Flickr, dad1_
De situatie met het ruimtetuig en het hondje, waarvan foto’s de wereld rond gingen lang voor de digitale fotografie, zou een van de meest glorieuze hoofdstukken voor Rusland worden, een groot succes waarvan de herinnering tot op vandaag gekoesterd wordt. Een aantal organisaties, apps, en voertuigen dragen nog de trotse, on-afbreekbare naam Sputnik. Miljoenen honden kregen wereldwijd de naam Laika. Het dier had de harten van iedereen veroverd. De ruimterace waarbij de Russen dus eerst de leiding hadden, ook nadat voormalige vijfsterren generaal Dwight Eisenhower, intussen president, de impact ervan totaal onderschat had , kwam tot een apotheose toen de Amerikaanse Apollo module werd gekoppeld aan de Russische Sojuz in 1975. De Amerikanen zouden voor de ogen van de wereld hun achterstand inhalen en als eerste mensen op de maan zetten. De namen van enkele van deze helden zoals Buz Aldrin en de kleurling Armstrong zijn mij bijgebleven, de foto’s van het groepje waren overal te zien toen ik nauwelijks tien jaar oud was. Voordien was echter een Russische “kosmonaut”, Yuri Gagarin, de eerste mens in de ruimte, naar boven gezonden met een verbeterde Sojuz raket, die voor het eerst gebruikt was om de Sputnik te lanceren, en die krachtiger was dan wat de USA in huis had.
___
Portret van Laika in haar harnas, Flickr, Yulia
>___
Iemand nam dus het lot van het dier in de satelliet tot onderwerp in een tekst op Facebook, en hij besloot de story een eigentijdse draai te geven, en zie, het succes is groot: emoticons met tranen en veel likes en heftige, ongelovige verontwaardiging. Het soort stuff waar sociale media van leven. Lees even mee.
“Laika. Een straathond, willekeurig uit de grauwe, door sneeuw beslagen straten van Moskou gehaald, verdoemd door haar eigen onschuldige blik en compacte formaat. Het moest snel gaan, zonder veel omhaal; de koude oorlog zat in het slop en had dringend behoefte aan een pr-stunt van bovenmenselijke proporties. Men stouwde het dier in een metalen huls, dat onafgebroken de ruimte ingeslingerd werd. In een baan rond de aarde, dat was het idee. Een rondvlucht in het oneindige, en zij, het wezen zonder woorden, zonder enige voorstelling van het waarom, was nu het proefkonijn van het interplanetaire streven naar prestige. Daarboven crepeerde ze, in die verzengende ruimtecapsule.
Wat de buitenwereld hoorde? De leugen van een zachte, langzame dood, vredig in een coma van gewichtloosheid. De werkelijkheid was weerzinwekkend: vijf uren na de lancering werd het al onmogelijk heet in dat wrakke omhulsel. Haar ademhaling versnelde, paniek maakte zich meester van haar lijf. Alleen in de ruimte, met een hart dat steeds sneller sloeg, met een hitte die onverbiddelijk steeg, lag ze daar vastgebonden op haar kussen tot haar frêle zwerverslichaam het begaf. Onzichtbaar voor alle ogen die, aan de aarde gekluisterd, omhoog staarden. Onzichtbaar voor de pers die woorden te kort kwam voor deze historische gebeurtenis. Verzwolgen door een thermische ramp die niemand voorzag – of durfde toe te geven.
Later, toen er niets meer op het spel stond, kwam de waarheid naar buiten: de Sovjets hadden nooit een terugkeer voor Laika gepland. De straathond die niets dan miserie had gekend, moest daarboven sterven, als symbool voor de vooruitgang en de arrogantie van de mens, die zich niet druk maakt over het lijden van een klein beest. Een betekenisloos offer. Ze bleef daar, de eerste verloren ziel in de duisternis, enkel nog vermeld in een late schuldbekentenis: “Het was verkeerd. We hadden het nooit moeten doen.”
Slaap zacht, Laika. Droom van kluifjes op de Toendra.”
___
Portret van de eerste man in de ruimte, kosmonaut Yuri Gagarin, Flickr, Yulia
Kritiek
Dit is wel een zeer negatieve, tendentieuze, beschuldigende, mateloos diervriendelijke herlezing van dit historisch gebeuren. Ook bespottelijk als je kennis hebt van de beenharde manier waarop het stalinisme de ménselijke andersdenkenden behandelde. Zelfs de Russische soldaten die even als krijgsgevangene met de vijand in contact waren gekomen, werden naar de Goelags in Siberië verbannen of meteen geëxecuteerd. Of als je – even maar – het lot van zes miljoen gemartelde en vermoorde mensen in de kampen in je ooghoek zichtbaar houdt. Of de zestig miljoen doden – menselijke wezens! – die WO II meebracht. Deze interpretatie van het “slacht-offer”-schap van dit diertje is ook een aanfluiting van de (bewuste!) offers van miljoenen soldaten en honderdduizenden verzetsmensen, nauwelijks twintig jaar voordien tijdens de tweede wereldoorlog.
Denk ook eens aan al de moeders die in die jaren de eigen vrijheid opofferden om als Huismoeder de eigen kinderen twintig jaar lang op te voeden. Dàt zijn Offers geweest. De technologie waar wij vandaag met volle teugen intens van profiteren, is ook juist te danken aan dit soort experimenten met de Spoetnik en aan de ruimtevaart ondernemingen van de concurrerende NASA – National Aeronautics and Space Administration.
Waarden veranderen, en het is een dilettantenfout vorige generaties luchtig maar zwaar te veroordelen met behulp van waarden, normen en sentiment van nu. Dit is een onheus, goedkoop, populistisch bericht, alvast voor de historicus, ethicus, dierenkenner, en toegewijd hondenbaasje die ik ben. Dit bericht kan wel verdiensten hebben op het vlak van compassie en liefelijkheid, maar het is een van de schrijnendste voorbeelden van gebrek aan historisch perspectief dat ik in mijn leven ben tegengekomen. Waar ben je mee bezig, als je het Russische volk en zijn dirigenten uit die tijd beschuldigt van gebrek aan erbarmen voor een hondje? Ter herinnering: de Geschiedenis leert dat het Rode Leger in de strijd om heel Europa van de Nazi’s te bevrijden, jarenlang niet minder dan tienduizend mensen, soldaten en burgers, per week (!) verloren aan de dood! Niet alleen tijdens de mega operatie Bagration. Deze soldaten namen overigens wraak door bij de intocht in Duitsland naar schatting twee miljoen meisjes en vrouwen te verkrachten!
Dat waren met andere woorden Andere Tijden. Veel. meer.”harde. tijden”.
Het betrof een zwaar beproefd volk, waar evident niet dezelfde aandacht naar dieren kon gaan als in onze comfortabele era in onze welvarende Lage Landen. En neem even de situatie bij de tegenstander. In Duitsland stierven in de vijf jaren na de oorlog, tot 1950, te midden van de puinen, nog jaarlijks meer dan een miljoen mensen… van de honger! Dat is dus nauwelijks zeven jaar voor de expeditie van de satelliet met Laika. Deze context niet vermelden, niet verdisconteren, is een toch een vorm van verraad plegen tegen de geschiedenis en tegen onze Europese voorouders, me dunkt. Dit bericht is niet deugdzaam, noch intellectueel eerlijk.
______
Analyse en besluiten
Laika werd in de satelliet Spoetnik in orbit rond de aarde gezonden op 3 november 1957. Zelf kwam ik ter wereld op 27 juni van 1962. Laika was een van de lemma’s waar ik mijn moedertaal mee leerde kennen. Een van de iconische helden van de wereldgemeenschap in die prilste der dagen. Een van de mentale Penaten die op mijn innerlijk altaar be-staan, zo besef ik, met dank aan dit incident. Ik wil wel wat verdragen van wie graag eender wat gebruiken als click bait: lokaas voor likes. Maar van Laika een ellendig lokaas maken? Een bron van krokodillentranen? Niet in mijn kosmos! 🙂
Anderzijds moet ik denken aan wat Raymond zingt: “Sommigen werken op procent, ik speel in op het sentiment”. Voor elk genre zijn plaats, en zijn publiek?
Slachtofferverering
Het zal wel met de leeftijd te maken hebben. Oudere mensen waren verondersteld wijze figuren toen wij jong waren, maar die houding lijkt passé. Mia Doornaert schreef onlangs een column met als titel: “Dat theatermensen hun gevoeg doen op het podium vind ik smakeloos. [Daardoor ben ik wellicht] Ouderwets”. Kristien Hemmerechts hield zichzelf onlangs op sociale media voor: [De tijden zijn veranderd]; ik moet er mezelf wat meer toe brengen sommigen maar te laten lullen”. Wel, ook ik vind het niet eenvoudig, het podium van het debat, “the ongoing conversation of mankind” (Karl Popper) over te laten aan wie in onze ogen onnozele praat verkoopt.
Toen Laika als eerste levend wezen in de dampkring werd gebracht (intussen raakte bekend dat de Amerikanen al eerder dieren er naar toe stuurden, die echter niet één omwenteling om de planeet overleefden), kreeg het diertje in ruil voor die taak voor de mensheid de status van beroemdheid, wereldwijd. Dat soort evenwicht leek ons billijk. Vandaag brengen sommigen het mooie principe van “de dieren zijn onze broeders” op vreemde manieren in de praktijk. Draconisch, ook in de zin dat het draken van houdingen lijken en overdreven streng. Het hondje wordt nu vrij breed vereerd, niet omwille van zijn functie voor de mens, maar om de last en de pijn die het geleden heeft! Ook de wikipedia pagina is in die zin getoonzet in haar slotakkoord. Zo vreemd. Is het bestaan van sommigen vandaag echt zo comfortabel dat het ondragelijk saai en vlak werd? “De ondraaglijke lichtheid van het bestaan” (romancier Milan Kundera), zo iets? Zo lastig om dragen dat het nodig wordt emoties te projecteren op een wezen dat kennelijk nog wel door “echt” lijden is gegaan?
Het is al eerder opgemerkt: slachtofferschap lijkt vandaag een toegangsticket tot immense sympathie, tot aanbidding bijna en er staan meteen drommen mensen klaar om strijd te leveren voor de groep waartoe je aldus behoort. Het zijn voorwaar rare tijden, ook juist voor wie wat meer van de wereld en van het leven heeft gezien, voor wie de geschiedenis als parate kennis meedraagt, bijvoorbeeld deze van de Ruimtevaart.
Beeld bij de geslaagde koppeling van de Apollo capsule aan deze van de Sojuz, 15 juli 1975
Feminisering sinds Jezus en Julius Caesar die ons soms doet duizelen
Opvallend aan dit geschrift, zoals met wel meer berichten dezer dagen, is hoe dik de compassie er op ligt. Dat is nieuw, voor mensen die zoals ik hun eerste opiniestukken publiceerden in de kranten van de jaren tachtig. De tekst over het hondje in de ruimte dat ter meerdere eer en glorie van de mensheid in dienst van het mirakel van de techniek wegsmolt in grote eenzaamheid, doet mij terugdenken aan Julius Caesar, legeraanvoerder en keizer, en aan Jezus, superman van de moraal en zoon van de alleenstaande moeder Maria, beiden leefden tweeduizend jaar terug. Caesar waarschuwde in zijn werk “De Bello Gallico”, (titel die ik graag vrij mag vertalen als “De oorlog die ik voor u voerde in het Noorden bij de halve wilden”), al voor “de vervrouwelijking van de mannenziel”. Een kleine twintig jaar geleden stapte ik met gedrevenheid naar de toenmalige bisschop van Brussel, Jozef De Kesel, intussen kardinaal en emeritus aartsbisschop, met een programma om de Kerk te bewegen tot meer medelijden en mensenzorg. “Ja, medelijden, la miséricorde, je hoort dat woord bijna niet meer”, maakte de geleerde man de opmerking tijdens het openhartige onderhoud van anderhalf uur. Vandaag lijkt de compassie geen duwtje in de rug meer nodig te hebben. Nogal wat berichten bulken ervan, in die mate dat de schrijvers m/v uit compassie weggesleept lijken te zijn van elke redelijkheid. Het pareltje over Laika kreeg in drie uur tijd meer dan 62 geschreven reacties, allemaal geschokt en met gradaties van diep medeleven. De grote meerderheid van deze reacties, indien niet de totaliteit, blijkt afkomstig van vrouwen.
In die tweeduizend jaar is de geschiedenis altijd maar sneller gegaan, wat betreft de verandering van de cultuur, de waarden, de normen, de technologie, de economische kracht, het mens- en wereldbeeld. Indien ik mij kon verplaatsen in het bewustzijn van de pakweg tachtig voorouders in de stamboom in die tijdsperiode van twee millennia zou ongetwijfeld niemand zoveel last meemaken zijn opvattingen gevormd in de kinderjaren, tijdens zijn historisch langdurige leven adequaat bij te sturen, te herprogrammeren met de talrijke, diepgaande evoluties. De pure verandering is bron van stress en cognitieve dissonantie en van vervreemding geworden. De sentimentele compassie lijkt ook juist een gevolg van een van de eerste maatschappelijke bewegingen waar ik zelf nog in opiniestukken voor een lans brak: de feminisering/feminisatie. Meer respect voor het genie van de vrouw. Het kan verkeren. De zachtaardige, medelevende spirit van Jezus lijkt het (eindelijk) glorieus te halen van deze van Caesar; tenminste in berichten op sociale media, in schrijvelarij, in emotionele ontboezemingen.
Concrete solidariteit en steun bieden aan armen en noodlijdenden, dat is misschien een ander paar mouwen gebleven. Veel van de emotie lijkt toch lippendienst op het klavier en een soort geestelijke zelfbevrediging. Van een individu dat, niet meer regelmatig door de homilie opgevorderd tot christelijke dienstbaarheid en nederigheid, en niet meer door schaarste daartoe gedwongen in familie en bij buren, zich dure boeken en cursussen koopt waar op de cover staat: “Zo zorg ik goed voor mezelf”. Veel voorouders moeten zich omdraaien in hun graf, niet alleen de Helden van het Verzet en van de Ruimtevaart, zo laat zich raden.
_______________________________________________________________________
Blog 946