De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

KUNST IN TIJDEN VAN ARTIFICIELE INTELLIGENTIE

KUNST IN TIJDEN VAN ARTIFICIELE INTELLIGENTIE

woensdag 27 november 2024 12:36
Spread the love

Het songbook (Foto Serpentine)

Onlangs gaf ik een rondleiding aan academiestudenten van het 4de middelbaar in de ‘New Reform Postcard Show’[i]. De leerkracht stoorde zich er aan dat haar leerlingen meer aandacht hadden voor hun smartphone dan voor de postkaarten ontworpen door kunstenaars in de jaren ‘70. Het voorval bracht mij bij een andere commentaar dan ik had voorzien. Ik vertelde hen dat ik recent getuige was geweest van een uniek experiment in de Serpentine Galeries in Londen, een zichzelf bedruipend kunstencentrum, waar de kunstenaars Holly Herndon (VS, 1980) en Mat Dryhurst (UK, 1984) een kunstwerk, genoemd ‘The Call’[ii], tot leven hebben gebracht met Artificiële Intelligentie (AI). Van postkaart tot smartphone of 50 jaar omgaan met kunstzinnige communicatie werd de leidraad van ons gesprek.

Wordt AI het creatief medium van de toekomst? De kracht van de verbeelding wordt er in elk geval door versterkt. Digitale kunst is vandaag, door de nieuwste technologieën en functionele toepassingsmogelijkheden een van de grote uitdagingen voor kunstenaars. Maar volgens digitaal adviseur Chris Michaels in ‘The Art Newspaper’ (okt. 1924) is het impact van digitale kunst op de commerciële kunstmarkt nog steeds marginaal en complex. Dat stelde hij vast naar aanleiding van de Frieze Art Fair in Londen. De vraag is of de betekenis van kunst, en dan in het bijzonder digitale kunst, moet worden afgemeten aan de belangstelling ervoor op commerciële kunstmarkten? Die laatste zijn een booming business. Van enkele (Keulen, Bazel) kunstmarkten in de jaren ‘70 tot wel 40 nu in Europa. Elke stad van enige omvang heeft zijn internationale kunstmarkt. De ludieke poster uit 2007 van kunstenaar Jan Vercruysse (B,1948-2018): ‘Belgian Art Biennales’ met een opsomming van 101 gemeenten in Vlaanderen waar een kunstbiënnale zou kunnen doorgaan is straks een achterhaald feit.

Nam June Paik, installatie Stedelijk Museum Amsterdam (Foto New Reform)

Mediakunsten zijn al jaren in de run voor een plaats in de kunstwereld maar liggen moeilijk in het commerciële circuit. In de jaren zestig ontwierp de Zuid Koreaan Nam June Paik (1931-2006) totems met mini beeldschermen waarop door hem gemanipuleerde filmbeelden en elektronische signalen werden uitgezonden. Een eerste stap in de toekomst van ‘Electric Art’. Postmodern kan je dit niet noemen, daarvoor is het te vernieuwend. Er waren geen voorgaande. Het pionierschap van Paik, gevolgd door anderen, bracht de betekenis van het begrip ‘beeldende kunsten’ in verlegenheid. De nieuwe naam ‘visuele kunsten’ overtreft in grote mate de stokoude terminologie en heeft een bereik dat verder gaat dan het canvas of marmer. Maar verzamelaars trokken hun neus op met in het achterhoofd de vraag wat de meerwaarde kon zijn van deze nieuwe extravagante kunstvormen. Er lijkt 50 jaar later nog niets te zijn veranderd volgens de essayist in The Art Newspaper.

Het zijn vooral centra zoals Serpentine met een eigen labo[iii] en het experimentele netwerk European Media Art Platform (EMAP), waar IMAL Brussel deel van uitmaakt, die de aandacht voor de ontwikkeling van de digitale kunstwereld up-to-date houden en bevorderen. De klassieke musea schieten, een filmische projectie uitgezonderd, te kort. Maar het kan verkeren. Op 28 november opent in de Tate Modern: ‘Electric Dreams, Art And Technology Before The Internet’, een overzichtstentoonstelling die 70 pioniers van de Electric Arts zal belichten. Misschien kan dit een doorbraak forceren.

De elektrische kunsten wekken ook een nieuwe generatie kunstenaars tot leven. Hogere opgeleiden hanteren de computers en AI instrumenten die tot het kunstwerk leiden. De vraag die bij elke nieuwe kunststroming opduikt wordt ook hier opnieuw gesteld: “voldoet de artistieke kwaliteit om ze volwaardig deel te laten uitmaken van de kunstgeschiedenis? ”. Cru gesteld, kan de virtuele werkelijkheid de verfkwast vervangen? In IMAL, centrum voor ‘artistieke praktijken rond creatief en kritisch gebruik van nieuwe technologieën’, dat zich in de omgeving van Electric Arts positioneert, was er afgelopen jaar een tentoonstelling met werk van Christa Sommerer (AT,1964) en Laurent Mignonneau (FR,1967). Een van hun installaties, ‘Eau de Jardin’, bestaat uit de projectie van een grote virtuele watertuin. Op enige afstand voor het projectiescherm hangen manden met levensechte lelies, varens en klimop die ook in de projectie te zien zijn. Als men de planten fysiek benadert of aanraakt ziet men de weerslag daarvan in de projectie. Uzelf of uw handen komen niet in beeld. In de huiskamer zou dit functioneren alsof u in de plantsoenen van uw tuin vertoeft en de planten streelt zoals in een echte tuin. Het levend bewijs dat kunst geen stilleven is. Hetzelfde kan gezegd worden van Bill Viola (1951-2024). Zijn werk ‘The Quintet of the Asthonised’, dat te zien was in zijn indrukwekkende solo tentoonstelling (2023) in La Boverie te Luik, lijkt wel een tableau van de Vlaamse primitief Quinten Metsys (1466-1530) waarbij de afgebeelde figuren stilistisch tot leven komen door een minimaal vertraagde weergave van een beweging.

De oproep

De opnames (Foto Serpentine)

De Serpentine Galeries hebben als sinds 2013 een programma waarin kunstenaars met Electric Arts kunnen experimenteren, al is het werkwoord hier voorbijgestreefd. De aanpak is zijn tijd vooruit. In de huidige tentoonstelling gebruiken Herndon en Dryhurst AI als een creatief instrument. Voor The Call componeerden ze een nieuw muziekstuk voor koorzangers. Zangkoren vertegenwoordigen een van de oudste vormen van gemeenschappelijke creativiteit. Zij vormen tegelijk ook een sociale gemeenschap. Herndon en Dryhurst beschouwen deze context als een vroege vorm van humane communicatie. De dirigent is als coördinator bezig met een vorm van menselijke technologie in een poging om de individuele stemmen te verzamelen en op elkaar af te stemmen. Voor hun project hebben de kunstenaars 15 Britse koren het afgelopen jaar gedirigeerd en het muziekstuk laten uitvoeren. Alle optredens zijn binnen een vooraf bepaald raamwerk van AI technologie uitgevoerd en opgenomen en tot slot samengevoegd in een nieuwe polyfonie. Het resultaat is majestueus te beluisteren in een atmosferische geluidsopname en architecturale akoestiek doorheen de locatie van Serpentine. Wie wil kan de partituren lezen en er is een studio waar u kunt meezingen met de koorgeluiden. Je hoeft geen zangstem te hebben of teksten van de gezangen na te bootsen. Uw stem wordt onmiddellijk in de koorzang opgenomen alsof u er zelf bij was als volleerde zanger. De toegepaste eerdere opnames met AI technologie maken dit mogelijk. Het resultaat in een ervaring van menselijke en machinale stemmen die samen klinken als gregoriaans of renaissance naar gelang het moment in het liedboek. The Call is een totaalinstallatie waarin zang en visuele communicatie de maat van de toekomst dirigeren.

Zoals de prehistorische tekens en de latere schilderkunst ons een beeld ophangen van hoe de maatschappij heeft geleefd lopen wij met de huidige technologieën op de mensheid vooruit op de tijd. Kunstenaars zijn altijd op zoek naar nieuwe manieren van werken, nieuwe artistieke vormen om hun creatieve impulsen de wereld in te sturen. De New Reform Postcard Show behoord tot het historisch erfgoed en heeft in die context zijn waarde. Maar er is goed nieuws voor de studenten, het New Reform archief zal binnenkort gedigitaliseerd zijn waardoor het opnieuw aansluiting vindt met de hedendaagsheid en beschikbaar kan worden gesteld via ondermeer smartphone. Een niet te stuiten ontwikkeling. Zo is dat nu eenmaal en de beslissing van de Vlaamse Gemeenschap om de digitalisering van ons cultureel erfgoed door te zetten is in die zin goed nieuws.

AI als gereedschap.

Kunstenaars die klassieke artistieke arbeid verrichten moeten niet bang zijn dat ze hun talenten zullen verliezen aan AI. Het gebruik van AI technieken door kunstenaars heeft niets te maken met automatisering van de kunstwereld, maar wel met gebruik ervan als een medium (penseel). Werken met AI technologie vraagt evenveel inzicht, arbeid, technische ontwikkeling en werkethiek als schilderen of beeldhouwen. Enkel het medium verschilt van het canvas of steen. Maar de wereldwijde verspreiding van kunst bereikt langs deze weg andere dimensies.

De samensmelting van menselijke creativiteit en technologische uitvoering is gelet op de mogelijkheden die de huidige maatschappij biedt meer dan logisch. Technologie behoord tot de hedendaagse ambachten. Het komt er voor de kunstenaar op aan de nieuwe technologieën onder de knie te krijgen. Waar wel moet worden voor opgepast is het misbruiken van Electric Art voor commerciële toepassingen door professionele AI technici. Dat gaat verder dan kunstenaars die werken van anderen klonen, een veel voortkomend verschijnsel in de hedendaagse kunst waar authenticiteit vaak zoek is. Een protocol dat de digitale kunstenaar beschermd is meer dan noodzakelijk.

De nieuwe mediakunst speelt zich bovendien niet uitsluitend af in de periferie van musea en avant-garde kunstencentra maar richt zich via het internet ook tot het openbaar domein. Opmerkelijk in die zin zijn de studio performances van kunstenares Marie Julia Bollansée (B,1960) die de opnames van haar performances, zonder publiek, verspreidt via internet en zo de ’Absent Audience’ wil bereiken. Door de unieke ‘face to face’ relatie met de kijker creëert ze een reëel kunstwerk op het internet. Het begrip ‘Absent Audience’ is in deze context een belangrijk statement. Ze krijgt zo mogelijks, of net niet, de hele wereld in de schoot geworpen. Wat kan internet betekenen als medium voor kunst? Wie zijn de afwezige kijkers (lees aanwezige) achter de beeldschermen? Een onderzoek naar deze opportuniteit is een nieuwe uitdaging waard.

De cultuursector wordt meer en meer geïntroduceerd bij het publiek met digitale programma’s en uitnodigingen. Musea vragen de bezoekers om de toelichting bij een kunstwerk te scannen. Internet en sociale mediakanalen zorgen ervoor dat bekende en onbekende kunstenaars van over de ganse wereld bereikbaar zijn. Het aanbod aan kunstwerken is via deze weg exceptioneel toegenomen. Een logische gang van zaken in een maatschappij die digitalisering promoot. Het publiek is bovendien argeloos met deze technologische processen vergroeid als gebruiker van standaarden zoals smartphone en pc. Het is in die zin niet uit te leggen dat het benutten van de digitale revolutie in het oeuvre van kunstenaars maar een fractie uitmaakt van het aanbod. Te veel kunstenaars houden nog vast aan een klassieke aanpak veroorzaakt door een lange voorgeschiedenis. Of zijn het toch de meerwaarde denkers die zich vastklampen aan verf en doek en het marktaanbod bepalen? De digitale uitbreiding zorgt er voor dat kunstenaars die het goed menen met AI als draagvlak voor creativiteit goed zijn gewapend voor de toekomst. Misverstanden, cultuur verschillen en machtsongelijkheid mogen geen rem zetten op een ontwikkeling die zich beroept op hedendaagse technische vaardigheden. Kunst is een veelzijdig hedendaags project.

Roger D’Hondt

[i] Tot 12 januari in NW (Netwerk) Aalst.

[ii] Tot 2 februari

[iii] Serpentine’s toekomstige ecosystemen

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!