“There is no health without mental health,”
“There is no health without mental health,” stelt de WHO. De mentale of de geestelijke gezonde mens is onlosmakelijk verbonden met een sociale context. Elke maatschappij normaliseert en dat is niet louter repressief. Die normalisering geeft structuur aan een goed deel van onze begeertes en ervaringen waardoor ook de afwijkingen van de normen worden genormaliseerd.
De maatschappij reikt ons vormen aan waarin we onze ervaringen, bijvoorbeeld ons onbehagen of ons falen, plaats en betekenis geven. Ziekmakende variabelen zijn in huidige context: meer sociale druk, de idee meritocratie, zelfuitbuiting in nieuwe economie, hiërarchie, verdringing van intrinsieke motivatie, competitie, consumentisme, maatschappelijke ongelijkheid en weinig sociale ondersteuning van waarden. Niemand is er immuun voor deze ziekmakende variabelen en dat geldt eveneens voor politieke, gerechtelijke, coöperatieve en zelfs academische leiders met de gevolgen vandoen.
Maatschappij als hoofdoorzaak van psychische problemen?
Jean-Jacques Rousseau stelt dat de mens van nature goed is, maar die goedheid wordt gecorrumpeerd door de benauwende voorschriften en verplichtingen van de maatschappij zo zou materiële vooruitgang echte vriendschap ondermijnen en jaloezie, angst en wantrouwen opwekken.
Michel Foucault schreef in zijn baanbrekend werk over ‘geestesziekte en maatschappij’, dat de maatschappij een disciplinerende maatschppij is wat leidt naar psychische problemen een gegeven dat de anti-psychiater Thomas Szasz onderschreef. Niet de geesteszieke is de uitzondering, wel de maatschappij die de persoon in kwestie als afwijkend en vaak gevaarlijk gaat beschouwen en hem gedwongen wil laten veranderen. De variabelen worden gedragen door wat velen begrijpen als het neoliberalisme.
Het nieuw liberalisme of het anti-lliberalisme zoals Paul Verhaeghe het noemt is een internationaal overheersende economische beleid in de kapitalistische wereldeconomie. Dit laissez-faire-achtige beleid wordt gekenmerkt door privatisering, bezuinigingen op sociale voorzieningen, deregulering, vrijhandel, en vermindering van overheidsuitgaven, om zo de rol van de publieke sector te verkleinen. Instituten als het IMF en de Wereldbank zijn belangrijk geweest in het verbreiden van het neoliberale project, door eerder genoemde maatregelen als voorwaarde te stellen voor steun.
Volgens sommige filosofen (Maarten Boudry) bestaat dit idee niet in de zin dat niemand is een neoliberaal is maar toch. In de huidige vloeibare samenleving, zie Baumann, zijn velen ondertussen hun eigen bedrijf geworden wat natuurlijk in logischer zin de ziekmakende variabelen de vrije loopt laat. Boudry kan zich niet vinden in het denken van Verhaeghe., De Wachter en Bas Heijne. Hij noemt ze doemdenkers De vraag is wat Boudry afweet van de geestelijke gezondheid, psychologische onderbouwingen en verhalen in de therapieruimte. Waar haalt hij zijn expertise vandaan? En welke oplossingen haalt hij aan?
Psychopathie in de politieke wereld
Eens of oneens het mag duidelijk zijn dat het systeem ziek maak. De neoliberale (zieke) mens is iedereen onder ons die niet bewust bezig is met geestelijk gezond te zijn. Vraag stelt zich hoe weten we of politieke leiders wel van een gezonde persoonlijk getuigen? Eigenlijk weten we het niet zeker. Als je buschauffeur, treingebeleider, etc… wilt worden, moet je een keuring ondergaan. Niet alleen voor je eigen gezondheid. Ook en vooral voor de veiligheid van derden. Als een chauffeur brokken maakt, kunnen de gevolgen voor anderen rampzalig zijn. Dat geldt in het kwadraat voor een politici die beslissingen maken over mensen en samenleving. Zie bijvoorbeeld de president van de USA die het koffertje met nucleaire codes naast zijn bed heeft staan.
Wat we wel weten is dat het verleden en heden ons aantoon dat politici in eigen land, Europa of elders hier niet immuun voor zijn. Persoonlijkheidsstoornissen en psychopathieën zijn de politieke wereld niet vreemd. Meer dan een eeuw geleden, zei de filosoof en psycholoog William James: “Wanneer een superieure intellect en een psychopathische temperament samenvloeien in hetzelfde individu, hebben we de best mogelijke omstandigheden voor het soort effectieve genie dat een effectieve leider kan maken.”
Het doet ons denken aan figuren zoals Stalin, Hitler, Mao Tse Chu, Bin Laden, de huidige Filipijnse leider, Erdogan, Orban, Poetin, Trump en ook in de Belgische politiek kunnen we persoonlijkheden bedenken.
Gemeenschappelijk hebben deze leiders is het syndroom van narcisme. Deze persoonlijkheidsstoornis kennen we in verschillende vormen waaronder de antisociale personen. De kenmerken die deze klinische psychopathie definiëren zijn veel van dezelfde die effectieve leiders maken.
In zijn boek over psychopathie, The Mask of Sanity, schreef onderzoeker Hervey Cleckley dat sommige mensen met de belangrijkste kenmerken van psychopathie – egocentrisme, gebrek aan wroeging, oppervlakkige charme – kon worden gevonden in bijna alle facetten van het leven en op elk niveau met inbegrip van de politiek.
Onderzoek heeft aangetoond dat bepaalde voordelen van psychopaten in het bijzonder geschikt zijn voor een leven op het publieke toneel waaronder het kunnen omgaan met hoge druk situaties: psychopaten scoren laag op maatregelen van stress reactiviteit, angst en depressie, en hoog op de maatregelen van de concurrerende prestatie, positieve indrukken op de eerste ontmoetingen, en onverschrokkenheid.
Klinkt als de beschrijving van een succesvolle politicus en leider? Ik denk dat je geen enkel expert op het gebied van sociopathie / psychopathie / antisociale persoonlijkheidsstoornis dit zou betwisten … Dat een kleine minderheid van de mensen letterlijk geen geweten hebben is een bittere pil voor onze samenleving, maar het verklaart heel veel dingen, schaamteloos bedrog in het politiek gedrag als voorbeeld. (Zie mijn opinie over Baudet in Politiek en Narcisme).
Het zijn figuren die ervoor zorgden dat de lach uit Europa verdween zoals Filosoof Guy Vanheeswijck in zijn boek schreef. Kiezen voor een economisch project en niet een menselijke project dreef Europa in een existentiële crisis waarvan de cijfers van de GGZ mogen getuigen. De Europese politieke geest wordt vervolgens gekenmerkt door een rusteloosheid en gewetenloosheid.
Of in Kierkegaards woorden. Wij zij alleen esthetici geworden zoals, of we leven in de onmiddellijkheid van het bestaan. Dit gevoel wordt versterkt door een besef dat de tijd onomkeerbaar is en dat dus alle gebeurtenissen en daden er toe doen. Het esthetisch bestaan leidt echter naar een chronische gevoel van ontevredenheid, onvoldaanheid, net alsof men maar niet kan geloven dat ‘dit alles is, wat er is’; er moet toch meer mogelijk zijn, het moet toch beter kunnen. Ook politiek valt onder deze rusteloosheid. Daardoor is de keuze voor het economisme verstaanbaar maar niet verdedigbaar gezien de mens, zoals het categorische imperatief stelt: de mensen niet het middel is maar als doel moet beschouwd worden aldus Immanuel Kant
De vragen is : “Wie beschermt ons tegen deze politieke gewetenloosheid? Hoe kan een politiek ziek systeem weer gezond worden? En hoe kunnen mensen in de samenleving hier alert voor blijven?“