Eminentie, zou u allereerst kunnen uitleggen wat een kardinaal is? Mensen weten meestal wel dat zij degenen zijn die een nieuwe paus kiezen, maar ze doen veel meer dan dat.
“Een kardinaal zijn betekent vooral assistentie en ondersteuning bieden aan de Heilige Vader. Het is op zichzelf geen functie. Er zijn kardinalen die werken in de Romeinse Curie, wat vergelijkbaar is met ministers in een regering.”
“Wij leiden verschillende afdelingen, dicasteries genoemd, die samen de centrale regering van de Kerk vormen. Andere kardinalen zijn bisschop of aartsbisschop van een bisdom, zoals kardinaal Jozef De Kesel, die van 2015 tot 2023 aartsbisschop van Mechelen-Brussel was.”
“Ik ben prefect van het Dicasterie voor de Bevordering van de Gehele Menselijke Ontwikkeling. Deze dicasterie ondersteunt de missie van de Kerk om integrale menselijke ontwikkeling overal ter wereld te bevorderen.”
“De visie erachter is dat mensen zich volledig kunnen ontwikkelen en leven – alle mensen, dus niet sommigen ten koste van anderen – en dat deze ontwikkeling integraal is in twee betekenissen: het gaat over dimensies die echt essentieel zijn voor het mens-zijn, en al deze dimensies moeten samenkomen in een vitaal geheel.”
Wat maakt een dergelijke ontwikkeling moeilijk of zelfs onmogelijk voor zovelen?
“De vraag die men zich beter kan stellen is: “Wat zijn de grootste uitdagingen hier, waar ik ben?” in plaats van in algemene termen te denken over armoede of mensenrechten.”
“Wat zijn de voornaamste obstakels voor integrale menselijke ontwikkeling hier en nu, waar ik mij bevind, voor mijn volk, vooral voor de armen, de lijdenden en de uitgeslotenen?”
“Dat is wat wij, in navolging van Jezus, willen aanpakken.”
U doet dit sinds 2019. Maar natuurlijk wordt men niet zomaar kardinaal. U had een religieus leven daarvoor. Kunt u vertellen wat uw eerdere taken binnen de Kerk waren? Hoe is dit allemaal geëvolueerd naar wat u nu doet?
“Hier is mijn traject, van nu tot in het verre verleden! Toen ik in 2019 kardinaal werd, was ik een van de twee ondersecretarissen van de sectie Migranten en Vluchtelingen binnen het Dicasterie voor Ontwikkeling.”
“Daarvoor, van 2010 tot 2016, was ik speciaal assistent van kardinaal Peter Turkson uit Ghana, voorzitter van de Pauselijke Raad voor Gerechtigheid en Vrede, die nu deel uitmaakt van het Dicasterie voor Ontwikkeling.”
“Daarvoor, vanaf 2002, heb ik het African Jesuit Aids Network opgericht en geleid, om jezuïeten in heel Afrika te helpen bij de enorme uitdagingen van hiv/aids.”
“Van 1992 tot 2002 werkte ik in het bestuur van de jezuïetenorde als secretaris voor Sociale Gerechtigheid, de jezuïtische benaming voor wat wij nu integrale menselijke ontwikkeling noemen. Mijn taak was om deze essentiële dimensie van de jezuïetenmissie wereldwijd te bevorderen en te ondersteunen.”
“In 1990-91, na de moord op zes jezuïeten en twee vrouwen aan de Jezuïetenuniversiteit van Centraal-Amerika in El Salvador, was ik directeur van het Mensenrechteninstituut en vice-rector voor maatschappelijke betrokkenheid (een andere manier om integrale menselijke ontwikkeling te omschrijven).”
“Daarvoor hielp ik bij de oprichting en leidde ik elf jaar lang het Jezuïetencentrum voor Sociale Geloof en Gerechtigheid in Toronto.”
“En daarvoor was ik student, vooral in Chicago!”
Waarom voelt u, als religieus persoon, de noodzaak om betrokken te zijn bij deze kwesties? Wat is, als ik mag generaliseren, het standpunt van de Katholieke Kerk over de vele maatschappelijke uitdagingen in Europa en elders?
“De Kerk wil het Evangelie met iedereen delen, zodat de reddende boodschap van Jezus Christus wordt geleefd – niet alleen in de beslotenheid van het eigen hart, binnen de familie of in een parochie – maar ook en evenzeer in de samenleving, met al haar uitdagingen.”
“Het leven van ons geloof in de samenleving, geleid door het Evangelie, heeft concrete, praktische implicaties. Jezus leerde ons dat wij Hem ontmoeten in zij die ons nodig hebben en die wij helpen. “Ik had honger,” zei Hij, “en jullie gaven Mij te eten.”
“Hij leerde ook: “Heb uw naaste lief als uzelf.” In de hedendaagse samenleving kunnen we onze naaste definiëren als iedereen die ons nodig heeft. Leeftijd, geslacht, ras, nationaliteit of geloofsovertuiging zijn niet bepalend bij het beleven van ons geloof of bij het herkennen van “wie onze naaste is”.
“Wij worden door God geroepen om te reageren op het lijden en de noden van mensen. Vaticanum II leert ons: “De vreugden en de hoop, het verdriet en de angst van de mensen van deze tijd, vooral van de armen en van hen die lijden, zijn ook de vreugden en de hoop, het verdriet en de angst van de volgelingen van Christus” (Gaudium et Spes, 1).”
Ik las in mijn voorbereiding dat u een kruis draagt, gemaakt uit het wrak van een boot met vluchtelingen op de Middellandse Zee. Wat vindt u van de manier waarop de EU met de vluchtelingencrisis omgaat?
“Dit is een interessante vraag die aan mij wordt gesteld, een buitenlander, afkomstig uit Canada en wonend in het Vaticaan. Dus, als niet-Europeaan, vraag ik de Europeanen en specifiek de Belgen: “Wat vinden jullie ervan hoe, in jullie naam, jullie regeringen omgaan met mensen die op zoek zijn naar toevlucht, bescherming en onderdak?”
“Met zoveel mogelijkheden om mensen in echte nood op te vangen, te beschermen en hen de kans te geven volwaardig te leven, moeten veel Europeanen zeer teleurgesteld zijn. Sommige regeringen lijken het tegenovergestelde te denken, alsof hun taak vooral is om onze noodlijdende buren buiten te houden en zelfs uit te zetten. Dat is erg triest.”
“Ik hoop dat de Europese bevolking snel manieren zal vinden om hun regeringen ertoe te brengen hun harten en geesten te openen. Want met een gesloten hart en geest zullen we niet groeien of ontwikkelen als volk.”
Welke sociale kwesties zouden we echt belangrijk moeten vinden?
“Uw vraag is zinvol als ze betrekking heeft op echte mensen op een specifieke plaats. We beleven ons geloof lokaal en in de realiteit.”
“Dus laten we de vraag zo stellen: “Wat zijn de grootste obstakels voor integrale menselijke ontwikkeling in België? Wat verhindert de armen en uitgeslotenen in België om zich te ontwikkelen, om te bloeien, om waardig te leven?”
Welke rol ziet u voor de Katholieke Kerk in deze steeds verder geseculariseerde wereld?
“De Kerk moet het Evangelie brengen aan de mensen van vandaag en morgen, en vertalen naar onze cultuur en realiteit. Dit geldt voor elk continent, “tot aan de uiteinden der aarde” (Marcus 14:15).”
“Waarom zouden we België niet zien als een missiegebied, zoals missionarissen dat deden met verre landen? Zo’n fris perspectief zal helpen om de mensen te bereiken die hunkeren naar het Evangelie.”
Heeft u nog een laatste boodschap voor de mensen in België?
“Ik hoop dat de Belgische democratie zich zal hernieuwen, zodat mensen verantwoordelijkheid nemen voor grote kwesties zoals klimaat, migratie, mensenrechten en technologie.”
“Leven in een democratie betekent dat we de belangrijke vragen zelf aanpakken. We hebben een heropleving van zowel democratie als christelijk geloof nodig.”