De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Kan een maatschappij van toenemende robotisering en falende geweldloosheid nog verder zonder besef van lot en God?

Kan een maatschappij van toenemende robotisering en falende geweldloosheid nog verder zonder besef van lot en God?

vrijdag 7 september 2018 13:38
Spread the love

De berichten over gewelddadig extreem rechts in eigen land hebben velen wakker geschud. De analyse van Bart Sturtewagen (DS reeks ‘Boeiende tijden’, “Als werk niet meer alles is”, 7 sept.) vraagt evenzeer waakzaamheid van al wie mee denkt over het leefbaar houden van onze maatschappij. (Alle jobs dreigen te worden vervangen door robots en AI- computers. Hoe moeten wij dan het geld verdelen?) Het gaat het hier  om een interessant long shot, een poging helder te zien in de verre toekomst.  Abderrahim Lahlali besluit zijn opiniestuk (DS 7 sept.”Hallo, federaal parket?”) terecht met een waarschuwing: “Bij blijvend gebrek aan aandacht voor de alt-right ideologie in al haar vormen, zullen xenofobie en racisme ongegeneerd doorgroeien, wat ernstige schade kan aanrichten aan ons pacifistisch samenlevingsmodel”. Ik zie redenen waarom de onvoorwaardelijke keuze voor pacifisme, rechtsstaat en democratie op termijn evenzeer dreigt op de helling kan komen te staan als het economisch model, dat mensen ‘loon naar werken’ biedt, waar Sturtewagen de alarmbel over slaat. Ik zoek oplossingen in doen en in denken.

Drie minuten leestijd

 Kan een maatschappij langer dan honderd jaar het pacifisme handhaven, zo stel ik mij als historicus met ervaring met gekwetste mensen de vraag. Professor psychologie Paul Verhaeghe trof mij in zijn merkwaardige essay “Identiteit” in 2013 met de oproep dat wij als samenleving dringend moeten nadenken over manieren om de menselijke (behoefte aan) agressie, (die normaal is, natuurlijk en zich niet snel laat weggommen), op legale, gezonde wijze te kanaliseren, kansen op expressie te geven.

 

Kan een in hoge mate gepacificeerde samenleving, met een geweldmonopolie voor de politie , burgers op termijn blijven boeien en tevreden stellen?

 

 Deze vraag kan vreemd lijken, maar zij neemt in pertinentie toe, als we de visie van de psychologie erbij betrekken, dat depressie, zelfdoding, en de bij de jeugd veel voorkomende automutilatieplaag en anorexia nervosa…  te beschouwen zijn als problemen waar de agressie als het ware naar binnen is geslagen, zich tegen de eigen persoon richt. De vraagstelling die Tom Naegels brengt (“De rat, of de hangmat”, DS 7 september), lijkt mij  hier eveneens mee in verband te brengen. Hoe kan je moed en scherpte, wilskracht blijven oefenen, als je altijd maar weer “op een beschaafde manier”, en zelfs vriendelijk moet zien te communiceren, om te gaan met anderen?

 

Dé grote vraag van dit moment in de geschiedenis van ons continent lijkt mij hoe wij kunnen vermijden af te glijden naar een nieuwe grootschalige oorlog in dit deel van de wereld.

 

Wie de geschiedenis kent, weet dat wij sinds Julius Caesar nooit gedurende een langere periode vrede, afwezigheid van oorlog, dus van grootschalig, gelegitimeerd geweld hebben meegemaakt.

Als ik zoek naar een antwoord op deze vragen, kom  ik uit bij een dubbel recept.  Aan de ene kant moeten wij zeker Verhaeghes vraag ter harte nemen, en zoeken naar manieren waarop jong en oud kansen krijgen om “eens uit te vliegen”, om agressie te uiten. Ik denk aan de manier waarop ik dat zelf een vijftal jaren heb gedaan: door de jacht op wilde dieren. Een bezigheid die, dat is intussen de meeste tegenstanders duidelijk geworden, ecologisch en beheersmatig niet kan gemist worden, en die vanouds als nobele sport en waardige vorm van omgang met eigen demonen én met de mooie, grootse natuur word beschouwd.

 

Daarnaast lijkt mij een herwaardering van martiale sporten een goede denkpiste. Judo, boksen of Aikido beoefenen, het  lijkt in de eerste plaats stoer en sterk, maar het brengt ook veel innerlijke vrede, dat weet iedere beoefenaar. Een goede reden waarom Schild en Vrienden nog niet  de weg van aanslagen was opgegaan, valt wellicht daar te zoeken. Zij hielden de innerlijke mens rustig door martiale sporten te beoefenen.

Ten tweede lijkt er mij een ideologische werf  te bestaan die ons kan van nut zijn bij het  zoeken van een middenweg, een uitweg uit  het labyrint van de toenemende maatschappelijke eisen en persoonlijke spanningen, waar wij ons onvermijdelijk in begeven als tijdgenoten.

 

Vandaag kunnen wij nog slecht het idee  verdragen dat wij zouden falen, dat we ‘losers’ zouden heten. Dat lijkt ook juist zo, omdat wij al te sterk zijn gaan geloven in de mens en zijn hefbomen als werk, kennis en kapitaal.

De ideologie van vergroot vertrouwen in de menselijke persoon dook op in de Renaissance (grosso modo in de zestiende eeuw) en werd later versterkt met de Verlichting (achttiende eeuw). Die evolutie loopt vast.

 

Zou het in dit verband niet kunnen helpen het besef weer toe te laten dat er zoiets bestaat als toeval en lot, lotsbestemming?

 

Cursisten en lesgevers uit Nepal die bij het Agentschap Inburgering en Integratie collega’s waren, en mij bij het einde van het werkjaar uit genegenheid een soort geschenk-idee wilden meegeven, drukten mij op het hart:

“Jullie zijn te veel Strebers! Leer bij tegenslag of falen je schouders eens meer optrekken: “Ach, het zal het lot zijn!””. 

De frequente aardebevingen en machtige, gevaarlijke bergen maken dat Aziaten dat aspect van de menselijke existentie beter vatten. “Ach, het betekent dat het zo moest zo zijn…”, verzuchtten  mensen in vorige generaties geregeld, ook bij ons.

Het zou voorts wellicht nuttig zijn, om onze maatschappij en ons paradigma die onder druk komen “te ontluchten”, de spanning weg te nemen, als wij het idee weer overwegen, dat er grotere krachten spelen met een niet-onpersoonlijk karakter zoals een Mount Everest. Iets als een God.

In het boek over Shinrin Yoku, de natuurtherapie en het bosbad dat ik vorige week begon te lezen, merkt de Japanse auteur het op: ervaringen als naar de sterrenhemel kijken in de nacht, waarbij je ontzag ervaart, die helpen de mens om de stress van het bestaan beter aan te kunnen. God en sterrenhemel, er is zeker verband tussen.

Ook al is het evident dat de oude godsbeelden aan her -denken toe zijn. Maar dat is geen onoverkomelijk probleem. Roger Burggraeve, de dappere Vlaamse bijbel filosoof,  geeft bijvoorbeeld met het essay “Hoog tijd voor een andere God” bruikbare aanzetten. Om de overdreven competitieve,  commerciële mentaliteit te neutraliseren kan het vandaag nog evenzeer nuttig zijn, niet louter “met je eigen ‘zaken’ bezig te zijn”, maar een omweg te maken en ‘de gewonde passant’ op te rapen, te verzorgen, en bij de dichtst bijzijnde herbergier of dokter af te leveren.

De religieuze teksten van onze Europese traditie  bevatten, zoals ik overigens persoonlijk mocht merken doorheen  een bijzonder bewogen leven, veel wijsheid. De som van al onze egoïsmen levert niet altijd een goede maatschappij.  Die liberale utopie die gemunt werd door Adam Smith (1723-1790), verliest elke dag aan waarde.

 

Een kopie van dit artikel kan je opvragen bij de schrijver

stefhublou.global@gmail.com

 

Creative Commons gelden bij het delen.

take down
the paywall
steun ons nu!