Als tussendoortje na de lectuur in een roman van duizend bladzijden die algemeen tot de wereldliteratuur van vorige eeuw wordt gerekend, dit niemendalletje nog eens gelezen. Het verhaaltje maakte als kind indruk op me, dat weet ik nog goed, ook al is het intussen zowat 55 jaar geleden. Ik moet het boekje gelezen hebben kort na verschijnen, op dit exemplaar staat als verschijningsdatum 1 april 1969, toen zat ik in het tweede leerjaar. Ik weet nog hoe de zeer Engelse sfeer, met de Tower of London, de Beefeaters met hun kostuum, en vooral de legende over de Raven van de Tower, die het hoofdelement uitmaakt van het boekje, indruk op mij maakten. Grote dierenvriend die ik toen al was, met geboeid hart voor andere landen, met twee ouders die vol verhalen zaten over hun professionele reizen. Onlangs vond ik dit exemplaar terug in de Leuvense Kringloopwinkel, en vandaag kwam de lectuur te pas.
De sfeer rond Londense monumenten en rond de vliegende motorbike is inderdaad nog als een lichte, verre echo te herkennen tijdens het lezen, ergens diep vanbinnen. De lichte angst die de geheimzinnige, als vroege autochauffeur met bontkraag en rijbril uitgedoste boosdoener oproept, is ook een reminiscentie.
Tijdens het lezen overheerst de teleurstelling: het scenario is zeer oppervlakkig en de grappen zijn letterlijk kinderachtig, ze zouden vandaag ook voor kinderen vermoedelijk niet meer aanslaan.
De laatste bladzijde maakt wel iets goed, de ontknoping heeft nog een klein beetje inhoud.
Wat zoals verwacht sterk aanwezig is: de goede bedoelingen en goede, dappere daden van de strip-helden, en tegelijk de vele kleine, banale strubbelingen tussen die “familie” van hoofdpersonages: jongen, sterke ‘oom’ (Jerom), tante/moeder en professor incluis.
Door dit boekje te herlezen met driekwart mensenleven tussen de twee momenten ervaar ik dus hoe je als mens evolueert, hoe je geest groter werd, zoveel meer weet over mens en samenleving, geschiedenis, Londen, dieren en psychologie (en pathologie, zoals de zieke dief van raven een geval is) en dus grondig verschilt van die van het kinder-ik.
Merkwaardig is toch ook het feit, als ik dit verhaaltje herlees, hoe ik later Geschiedenis ben gaan studeren, een keer of vijfentwintig in Londen op (familie)bezoek ben geweest, en nog veel bijgelezen heb over vogels en de fascinerende Raven, en die dieren ook in de natuur met grote intensiteit lang ben gaan bestuderen. Waarbij de vraag moet open blijven hoe groot de bijdrage is aan deze biografische evolutie, aan deze interesses, van dit ene boekje…
Op die manier werd het herlezen nog de moeite waard. Een moment van guilty pleasure: nostalgie en een beetje zelf-vertedering.