De afgelopen jaren heeft de regering Orbán via nieuwe wetten en regels de rechterlijke macht ingeperkt, het maatschappelijk middenveld buitenspel gezet, de vrije meningsuiting en persvrijheid onderdrukt, en mensen op de vlucht bescherming geweigerd. De haatspraak, ook van hooggeplaatste publieke figuren, tegenover holebi’s, Roma, vluchtelingen, migranten en andere minderheden is alarmerend.
De vele maatregelen treffen ook mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International Hongarije, die monsterboetes en zelfs sluiting riskeren. De zogenaamde “Stop Soros”-wetgeving viseert iedereen die het opneemt voor de rechten van migranten en vluchtelingen. Legale hulp zoals het uitdelen van voedselpakketten of folders over vluchtelingen en migratie is daardoor strafbaar. Verder hebben nieuwe ‘registratievereisten’ duidelijk tot doel om het Hongaarse middenveld verder te muilkorven en te intimideren.
Amnesty International vraagt dat minister-president Jambon de verregaande uitholling van fundamentele rechten en vrijheden in Hongarije aankaart bij premier Orbán.