Op dinsdag 7 december 2010 was er in Antwerpen, naar jaarlijkse traditie, een colloquium van OASeS (Centrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad; Universiteit Antwerpen) waarop het nieuwste Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting werd voorgesteld. Het is reeds het 19de in de reeks… Opnieuw een boek dat vol staat met actuele (onderzoeks)gegevens en inzichten over armoede.
Dit jaar lag de focus op ‘arbeid als weg uit armoede’.
Prof. em. Jan Vranken verwelkomde (als oprichter en nog steeds actief bezig met dit onderzoek). Minister Ingrid Lieten gaf een overzicht van wat zij doet rond armoede, en haar verdere intenties. Seppe De Blust en Prof. dr. Danielle Dierckx (beiden OASeS, UA) overliepen kort het Jaarboek. Dan gaf Prof. dr. Ides Nicaise (Hiva, KUL) een boeiende lezing over armoede en arbeid in de actieve welvaartsstaat.
Als afsluiter was er een panelgesprek over armoede en de arbeidsmarkt met Fons Leroy (VDAB), Ann Vermorgen (ACV), Caroline Copers (ABVV), Frederic Vanhauwaert (Vlaams Netwerk), Karel Van Eetvelt (UNIZO) en Lodewijk de Witte (VOSEC). Moderator: Guy Tegenbos (De Standaard). Het panelgesprek bracht niet echt iets extra; Tegenbos was vooral over zichzelf bezig. Wij beperken ons in dit verslag tot het kort overlopen van het Jaarboek, en de lezing van Nicaise.
In dit Jaarboek kan men lezen dat de crisis (zoals verwacht) meer werkloosheid met zich bracht. Opvallend is wel, dat vooral de jongeren (-25 jaar) een risicogroep zijn voor wat betreft de werkzaamheidsgraad. Dat moet in het oog gehouden worden, meent Danielle Dierckx. Voor de tewerkstelling van allochtonen is het opleidingsniveau de dominante factor.
In België tellen we zowat 5% werkende armen, zowat op het niveau van Finland, Denemarken en Ierland. Dierckx geeft als tip aan de beleidsmakers hierbij: zorg voor een minimumloon dat gelijke tred houdt met algemene loonontwikkeling, ondersteun werk en zorg, zorg voor lage lasten op de laagste arbeidsinkomens.
De groep van personen met een handicap is een zeer gevarieerde groep. Hun armoederisico is verhoogd als: ze een chronische aandoening hebben; ze in een slechte gezondheidstoestand verkeren; of ze beperkt zijn in het uitoefenen van activiteiten. Hiervoor zitten uitdagingen bij zowel VDAB (meer medische expertise) en RIZIV (meer omkadering voorzien).
De arbeidsmarkt blijkt aan het polariseren te zijn. Gemiddeld betaalde beroepen nemen af, ten voordele van hoogbetaalde professionele beroepen, en laagbetaalde dienstenberoepen. Voor een goeie samenleving is een minder gepolariseerde arbeidsmarkt beter… Daarenboven nemen routinematige beroepen af, door de verhoogde technologisering.
En: een groot aantal werklozen komen uit ‘krimpsectoren’ die (vooral) door de crisis aan het inkrimpen zijn (metaal, autoconstructie, textiel,…). Wat kan men hieraan doen, beleidsmatig gezien? Dierckx legt de nadruk op meer jobs voor laaggeschoolden, een (meer) gedifferentieerde arbeidsmarkt, en hecht groot belang aan de kwaliteit en omgeving van de jobs.
Met ‘activering’ wordt een pleidooi gehouden voor krachtgerichte benadering, via een geïntegreerde aanpak doorheen heel het traject. In de Europese aanbeveling ‘Active inclusion’ (2008) legt men een gelijkaardige nadruk: adequaat inkomen, inclusieve arbeidsmarkt, en kwaliteitsvolle diensten.