De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Is de emotionele activist soms kleinkind van de katholieke missionaris?

woensdag 23 september 2020 21:14
Spread the love

Na een voorstel van een figuur met ervaring en invloed in kringen van natuurbescherming, heb ik tijdens een wandeling in een reservaat nagedacht over zijn démarche. Hij stelde mij voor om vanuit mijn expertise opgedaan over de wereld van de jacht, (die inderdaad bestaat uit zowel eigen ervaring, professionele activiteiten, duizenden ontmoetingen en interviews als literatuurstudie), mee te werken aan de oprichting van een soort Ethische Commissie Jacht. Die zou moeten waken over naar ik vermoed “meer voorzichtige, ‘onschadelijke’, fatsoenlijke, humane… omgang met de dieren”. Ik kreeg het voorbeeld voorgeschoteld van een vos die gedood werd door een klap tegen een boom.

Het gaat hier bij nader toezien toch over ernstige denk- en ‘voel-fouten’. Zoals een verdraaide perceptie over kracht en geweld. Weinig mensen hebben er ooit bij stil gestaan dat geweld ook verantwoord en zelfs heilzaam kan zijn. Dat zoiets bestaat, ja dat wij in bepaalde situaties wellicht niet verder kunnen zonder vormen van opbouwend, goed geweld.

In zachte vormen kan je in dit debat fenomenen en praktijken betrekken als het met de nodige gestrengheid een hond opvoeden of het zelfs de noodzaak van het drastisch snoeien van bomen, bloemen, struiken en grassen. Sommige planten gaan versneld dood als je ze niet tijdig flink terugsnoeit. In dit geval verkeren bijvoorbeeld de gekweekte vormen van de roos en de knotwilg. Persoonlijk ervaar ik stevig de snoeischaar hanteren als een vorm van “je hart een steen maken” en doortastend, op wijze manier gematigd geweld gebruiken.

In de wereld van het houden van neerhofdieren en van de jacht bestaat er bijvoorbeeld zoiets als “de genadeslag”. Het is niet omdat dit concept niet voorkomt in het universum van bepaalde groepen hedendaagse burgers, dat het in betreffende contexten geen doeltreffende, legitimeerbare, humane en ethisch aanvaardbare praktijk zou zijn. Wat staat ons te doen als wij bij de bestrijding van ratjes in onze tuin of huis een stervend exemplaar aantreffen?

Laat ons overigens even niet denken aan de context van een oorlogssituatie, waarin een strijdmakker dodelijk gewond raakt…

 

__________________________

 

Ik maak bij de casus van de huiver van deze veldbioloog en bestuurder van verenigingen bij het afmaken van het wilde dier in kwestie dan in het hoofd meteen de vergelijking met de kwestie die jaren terug een hot item was in de media: de jacht op jonge robben in het Hoge Noorden. Veel brave burgers waren, gezeten bij een massamedium dat zich bediend van het scherm, gechoqueerd door de van veel te weinig kader voorziene beelden van die jacht, die met de knuppel gebeurt. Na onderzoek door bevoegde instanties is toen echter gebleken dat deze methode, die al generaties in gebruik was overigens, in de lijst van mogelijke handelwijzen het meest humaan was: dat zij bijna dadelijk de dood veroorzaakte, en het minste pijn.

Ik herken verder een parallel tussen de bekommernis en bedoeling van betrokkene, (die neerkomt op binnendringen in de wereld van de jager, en hem eigen, in feite hoogst subjectieve normen te trachten opleggen), en recente vragen van bepaalde burgerlijke groeperingen wat betreft respectievelijk het universum van de paracommando’s en de politie.

In het eerste geval waren er gechoqueerde reacties van buitenstaanders over de methoden gehanteerd bij de opleiding van de zwaarste vechtjassen van onze legers. (Mannen zoals Paddy Maine en Bill Frazer die in Noord Afrika de troepen van veldmaarschalk Rommel achter de linies, dus in volle vijandelijke terrein, bestreden met daden van sabotage, spionage, het zaaien van verwarring en terreur bij de geregelde troepen. De acties van deze parachute-commando’s balanceerden geregeld op de grens van de moord op onvoorbereide soldaten. Zoals de piloten en technici  bijvoorbeeld die deelnamen aan een zangstonde in de cafetaria van een vliegveld in de Libische woestijn dat door de SAS werd aangevallen. Daarbij moesten zoveel mogelijk toestellen met speciale, lichte brandbommen worden vernietigd. De stichter van het regiment, Stirling, heeft bij een van de eerste acties in een bevlieging twee handgranaten naar binnen gegooid en in het wilde weg de mitralleur gebruikt, en zich dan snel teruggetrokken. Het  ware verhaal van deze elite troepen en hun rol bij het verslagen van Nazi-Duitsland valt na te lezen in het prachtige werk “SAS. Helden en schurken” van historicus Ben MacIntyre).

Na onderzoek door de superieuren in dit voor keiharde strijd opgeleide segment van de Belgische troepen bleek er niets ongeoorloofds aan de  hand.

De Google- gebruiker, de man of vrouw die graag en vlotjes zijn stem invult op petities van het type Avaaz, die gaat toch vaak veel te snel voorbij aan bepaalde specifieke gegevenheden?

Je kunt toch niet in volle ernst verwachten dat de taal van paracommando’s even beschaafd, omzwachteld, beleefd en beheerst moet zijn als deze van jouw subjectieve kring? Of het nu gaat om een naaigroep, een Davidsfondsgroep, een hobbyclub die eenden kweekt, een parochiale gemeenschap, een leesclub rond romans, een vrijwilligersgroep die telefonisch mensen van de wanhoop redt, een lerarengroep, een bowlingclub, een partijgebonden kring volksvertegenwoordigers enzovoort?

Bij de politie ging het om een “ontluisterend” onderzoek door Steven Vandenbussche voor Apache. Hij was gaan spioneren in een private chatgroep voor politiemensen. Indien u toegang hebt tot Apache kunt u mijn verbolgen reactie lezen. Na mijn kritiek heeft de redactie wijselijk het betreffende stuk niet meer prominent aangeboden op de site. Je kunt toch niet in ernst van zulke functionarissen die (zonder zware wapens) op IS-bommenleggers worden afgestuurd, op ontketende dronkaards,  op seriemoordenaars, op verkeersovertreders, op de maffia met Albanese wortels enzovoort (tegen een in verhouding karig loon) toch niet eisen dat zij elkaar niet met straffe taal op hun private chat platform mogen aanmoedigen tijdens het trachten overeind blijven bij die soms letterlijk levensgevaarlijke taken?

We moeten in deze tijden van digitale communicatie en informatie ons ervoor hoeden veel te snel te menen dat wij andere kringen universa, groeperingen, beroepen, “door hebben.”

… En vervolgens als een soort hoogst integere kruisvaarders erop af moeten om (meteen) veranderingen te  gaan doorvoeren. Wat hier fout gaat lijkt mij ook dit: de moraalridders treden naar voren, zonder dat zij ooit in levende lijve in die groepen zijn aanwezig geweest en hebben meegedraaid. Zonder echt contact met alle vaak zeer specifieke omstandigheden en uitdagingen eigen aan het leven en functioneren in  die mensengroep.

Er bestaat een gezegde dat ik ooit hoorde vermelden tijdens een homilie:

“De indiaan zegt: oordeel nooit over een persoon voor je honderd mijlen in zijn mocassins hebt gestapt”

Vergeet niet dat internetinformatie altijd belachelijk beperkt blijft. Echte “smalband”. Hoe kan je een hoopje zinnen, eventueel een momentopname in beeld, ooit vergelijken met daadwerkelijke aanwezigheid in zeer specifieke en soms gevaarlijke omstandigheden, met inzet van jouw vijf zintuigen:  zicht, gehoor, geur, smaak en tastzin! Die gecombineerde vijf infokanalen zijn niet te evenaren! Komt daarbij de vijfde dimensie: deze van de tijd.

Wie kent in feite “de jager”, als hij nooit mee is opgestaan voor het eerste daglicht, de natuur is ingetrokken in de intense stilte, daarna urenlang op een post in observatie is gegaan, waarbij vaak geen enkel dier wordt gezien, al zeker geen dier dat aan de wettelijke vereisten beantwoordde om het te mogen schieten? Als hij nooit de angst heeft ervaren een wild dier te raken op de verkeerde manier, en het te doen lijden? En aldus gezichtsverlies te lijden in de jagersgroep!

Hoe kan de louter via internet geïnformeerde mens beseffen hoe die eenzame jager op zijn laddertje dan wel degelijk heeft genoten van kleine dingen zoals het licht van de opgaande zon, de stilte doorweven met geruis van het bladerdek of van de vallende regen of sneeuw, de zang van wel vijftien soorten zangvogels, of zoals een jager mij verhaalde, van het wondere uur waarin plots allerlei rupsjes zich aan draadjes uit de boom net voor zijn neus in het strelende zonlicht neerlieten…

De mens van nu moet opletten niet in de fouten van de archetypische “katholieke missionaris in de kolonies’ te vervallen. De soms zeer waardevolle persoon die echter ook geregeld bij volkeren met een heel eigen cultuur, (die vaak harmonisch was aangepast aan de lokale habitat, een cultuur die tot stand kwam na eeuwen van traditionele ‘culturele evolutie’ en groei), plots zwaaiend met Bijbel, evangelische visie en kerkelijke (erotische) moraal benaderde en zijn subjectieve, relatieve normen door het strot kwamen duwen. Niets nieuws onder de zon…

Wij moeten specifieke beroepsgroepen echt gewoon voldoende autonomie laten. Het gaat vaak om een heel eigen taal, verhalen en geplogenheden, rituelen en omgangsvormen. Een manier van doen, die zoals in het geval van jagers heel veel kennis, vorming en ervaring behelst en ingebed is in eeuwenoude en vaak goed aangepaste, wijze, verstandige en zelfs onvermijdelijke tradities. En last but not least in eigen normen, die ook vaak na jarenlange interactie met de agenten, de actoren in het betreffende universum zijn tot stand gekomen. Normen en ethisch besef die rekening houden met alle belangen die in het spel zijn, en die gericht zijn op duurzaam verder zetten van de betreffende praktijk.

Is in de grond de – ongetwijfeld in oorsprong goedbedoelde en welmenende – bemoeizucht in dit soort kwesties niet een nieuwe vorm, aangeblazen door de zeer nieuwe media, van de Hubris, de overmoed en Hoogmoed van de mens die de oude Grieken al hadden gespot en indringend hebben beschreven en aangeklaagd in grote tragedies zoals deze van Sophocles?

Graag nodig ik tot slot u uit uzelf en uw eventuele activistische intenties even te bekijken in de spiegel van deze analyse.

 

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!