Omdat er enkele leerlingen van de basisschool naar school gekomen zijn met een hoofddoek, verbiedt de stad Aalst hoofddeksels in de klas, en alle levensbeschouwelijke kentekens. Dit is een campagne tegen de godsdienstvrijheid en tegen de integratie, een campagne die alle afkeuring verdient.
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2021/07/02/aalst-verbiedt-alle-soorten-hoofddeksels-voor-scholieren/
Het is typisch dat de zaak begon met kinderen. Een levensbeschouwing plant zichzelf voort door onderwijs, door bijeenkomsten en rituelen in kerk, tempel of moskee, en door de opvoeding thuis. Personen die de godsdienst graag willen zien verdwijnen, met name de islamitische godsdienst, proberen vaak de religieuze opvoeding te dwarsbomen. In Frankrijk wilde deze tendens minderjarige meisjes verbieden met een hoofddoek op straat te komen. Op school mogen ze die toch al niet dragen, en dat verbod kan uitgebreid worden, nietwaar? Maar wat is er mis mee dat kinderen van kleinsaf aan een levensstijl leren?
Dat wordt heel normaal gevonden als het bijvoorbeeld gaat over de bikini voor kleine meisjes. Al heel jong leren ze de borsten te bedekken die er nog niet zijn, een zedigheidsnorm voor volgroeide vrouwen waar ze vroegtijdig op voorbereid worden. Doorgaans wordt daar geen aanstoot aan genomen, het is het aanleren van gedrag voor het volwassen leven. Kleine meisjes een hoofddoek laten dragen is net hetzelfde – het gaat ook om zedigheid, en islamitische meisjes en vrouwen melden vaak dat ze zich ‘naakt’ voelen zonder hoofddoek – maar sommigen vinden dat wel aanstootgevend. Daarachter staat de geheime wens om de levensbeschouwing die daarachter zit, te fnuiken. Maar het behoort vaak tot de essentie van de godsdiensten dat ze publiekelijk uiting geven aan hun oriëntatie, en de godsdienstvrijheid is de juridische vertaling van het respect daarvoor. In mijn katholieke opvoeding liep ik op aswoensdag bijvoorbeeld op straat met een gestempeld zwart kruisje op mijn voorhoofd. Dat was vanzelfsprekend.
De (niet zeer) geheime agenda tegen de islam houdt in dat de school de godsdienstvrijheid moet terugdringen en stiekem tegen de ouders moet kunnen ingaan. In een boekje dat de Franse minister van burgerschap, Marlène Schiappa, zopas uitgaf samen met Jérémie Peltier van de socialistisch geöriënteerde stichting Jean Jaurès, is er sprake van een “adem van laïcité” (respiration laïque) die “jonge leerlingen die niet de religieuze cultuur van hun ouders zouden willen volgen, toestaat daarvan ‘bevrijd’ te zijn eens ze de schoolpoort binnengegaan zijn, zonder geconfronteerd te worden met een andere religie, niet met hun eigen religie maar ook niet met stellingen tegen de godsdienst van hun ouders.” (Laïcité, point!, Editions de l’aube, maart 2021, p. 34, citaat van Peltier)
De school moet zogenaamd niet tegen de godsdienst ageren, maar het concept van een ruimte die vrij is van godsdienst is in feite propaganda voor vrijzinnigheid. Nu ben ik zelf wel vrijzinnig, maar ik vind dit niet eerlijk en helemaal fout. Niet het verdringen van de levensbeschouwingen is nodig, maar het accepteren ervan en de dialoog ertussen. Gelovigen moeten leren zien dat er mensen zijn die zonder godsdienst kunnen leven, en niet-godsdienstigen moeten leren accepteren dat voor gelovigen de godsdienst belangrijk is.
De ridicule maatregelen in Aalst, waarbij de anti-islamitische strekking verbloemd wordt door een algemeen verbod op hoofddeksels, zogenaamd uit beleefdheid, verdienen hoongelach. In mijn onderwijsloopbaan heb ik er nooit op gelet wat mijn publiek op het hoofd had, als het maar bij de les was. Problemen met hoofddeksels kan ik me helemaal niet herinneren.