Hoe is het om dagelijks wiet te gebruiken? Niet anders (noch
slechter) dan iedere dag koffie drinken, vlees eten of pillen slikken. ‘Misschien is cannabis wel de missing link tussen zielenzorg en
lichamelijke gezondheid.’
Dagelijks wietgebruik? Dat ruikt naar verslaving. Maar
verslaving betekent niet zonder kunnen, en hebben we niet allemaal zo onze
dagelijkse gewoontes en behoeftes? Ik drink geen koffie of alcohol. Ik eet
amper vlees. Medicatie halen we enkel in huis als het hoognodig is. Dat zijn
misschien geen typisch Vlaamse gewoontes maar zo heb ik mijn leven ingericht.
Verslaving betekent ook dat je niet goed kunt ‘functioneren’
zonder te gebruiken. Heb ik nog nooit last van gehad. Mijn blowende vrienden
trouwens ook niet. Ik heb het dan over ruwweg de helft van mijn kennissenkring,
zowel arbeiders als bedienden, verkopers en muzikanten, huisvrouwen en bakkers,
denkers en uitvoerders. Al die mensen ‘functioneren’ naar behoren. Soms roken
ze ‘s morgens al een jointje, soms pas ‘s avonds laat, de ene dag twee, de
andere dag een stuk of vijf. Het hangt er vanaf hoe en waar het kan. ‘Tevreden
rokers zijn geen onruststokers,’ heette het ooit in een Nederlandse campagne,
en daar gedragen blowers zich ook naar. Je steekt niet zomaar overal een joint
op, net zo min als je in de trein een fles whisky aan de mond zet. Roken doe je
thuis, of in gelijkgestemd gezelschap. Alleen echte verslaafden kunnen niet
wachten.
U gelooft mij misschien niet, maar het jarenlange,
dagelijkse gebruik van cannabis heeft tot dusver geen enkele negatieve invloed
gehad op mijn leven (tenzij dan de angst om gepakt te worden). Ook voelde ik op
geen enkel moment de aandrang om over te stappen naar andere drugs. Ik ken
trouwens niemand die verslaafd is geraakt aan harder spul, en ik ken nogal wat
blowers. Brave burgers zijn het allemaal, die gewoon proberen om, net als
iedereen, te overleven. Om ons daarbij te helpen, hebben we een plant gevonden.
Geen pil of pepmiddel, geen tabak of suiker, geen status of vertoon, maar een
oeroude plant, die van oudsher kennis en inzicht zou verschaffen. Misschien is
het dat laatste waar sommigen moeite mee hebben.
Niet dat ik de wiethaters en tegenstanders van legalisering
iets kwalijk neem, ook al zouden sommigen beter moeten (en kunnen) weten. Hele
generaties werd ingeprent dat drugs slecht zijn en met alle middelen bestreden
moeten worden. De drugs (Engels voor ‘medicijnen’, wat de willekeur van de beslissing
nog benadrukt) die de overheid in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw zelf
illegaal had verklaard, om precies te zijn. Dat was in eerste instantie alcohol
geweest maar we weten allemaal hoe de ‘drooglegging’ is afgelopen: met de
opkomst van de eerste grote misdaadsyndicaten in Amerika.
In een maatschappij waar alcohol de drug of choice is, bleek
het ook makkelijker om een draagvlak te creëren voor een verbod op een product
dat toen nog overwegend gebruikt werd door zwarten, Mexicanen, muzikanten en
intellectuelen. Wat meteen de obsessie verklaart van alle rechtse politici die
sindsdien de war on drugs propageren: ze vrezen wat anders is en teren op
polarisering. En ze weten dat ze met hun standpunten tegen drugs nog altijd het
grootste deel van de bevolking achter zich kunnen krijgen, zolang ze de mensen
maar bang blijven maken.
Ook bij ons heeft de Grote Leider dat goed begrepen,
waardoor het legaliseringsdebat in dit land weer helemaal is stilgevallen. Terwijl
de war on drugs wereldwijd toch in vraag wordt gesteld, een adviescommissie van
de UN voorstelt om cannabis in 2016 (!) uit de strafwet te halen, en de
Verenigde Staten en andere landen wiet eindelijk een volwaardige plaats geven
in het economische en maatschappelijke leven. De ‘internationale verdragen’
waar onze politici zich sinds jaar en dag op beroepen, gelden blijkbaar niet
meer. Benieuwd of we de nieuwe Amerikaanse koers even blindelings zullen
volgen. Geen krachtiger medicijn, voor lichaam en geest, geen sterkere vezels
(hout, papier, kledij…), voeding en brandstof: het is een schande dat we de
die prachtige hennepplant in al zijn verschijningsvormen uit onze samenleving
gebannen hebben.
Wat als cannabis inderdaad het ultieme universele medicijn
zou zijn, zoals de meest fervente voorstanders beweren? Niet alleen een
effectieve remedie tegen 1001 ziektes en aandoeningen, zoals intussen
wetenschappelijk is bewezen, maar een middel dat je fysiek en mentaal gezond houdt
en je immuunsysteem versterkt. Misschien creëer je door te blowen wel een
bevrijdend evenwicht in je geest, ontdaan van alle trauma’s, remmingen en
frustraties die vaak ziekelijk woekeren in het lichaam. Misschien is cannabis
wel de missing link tussen zielenzorg en lichamelijke gezondheid.
Dat mag u allemaal wat dweperig en ongeloofwaardig in de
oren klinken, ons lichaam is wel degelijk voorzien op de consumptie van wiet. Het
is er misschien zelfs voor gemaakt. De Israëlische wetenschappers die in de
jaren 60 THC identificeerden als psychoactieve stof in de cannabisplant
publiceerden in 1993 hun beschrijving van het endocannabinoïde systeem,
vergelijkbaar met het immuunsysteem, bestaande uit endocannabinoïden
(lichaamseigen varianten van THC en CBD, cannabidiol, de niet-psychoactieve
stof in cannabis), receptoren en enzymen. Volgens sommigen is de ontdekking van
dit systeem een van de grootste medische doorbraken van de 20ste eeuw,
vergelijkbaar met de ontdekking van het DNA.
Is er dan echt niets negatiefs aan cannabis? Het verandert
je zijn en je leven. Wie dat niet wil, onthoudt zich best van consumptie. Ook
wie een beetje paranoïde of anderszins geestgestoord is, moet van de cannabis
afblijven. Manisch-depressief, angstig, nerveus: laat liggen, die joint.
Cannabis kan verlichting en verheldering brengen, maar in een enkel geval ook
paniek en radeloosheid. Met de toename van het cannabisgebruik is ook het
aantal probleemgebruikers gestegen, zij het lang niet in dezelfde verhouding.
Ik ken persoonlijk drie jonge mannen bij wie opgefokte wiet een psychose heeft
getriggerd. Drie van de vele duizenden
blowers die ik in al die jaren heb ontmoet.
Nog nadelen? Zeker. Soms blijf je wel eens te lang in de
zetel zitten, maar dat heet vandaag onthaasting. Soms ben je wel eens slecht
gehumeurd, maar een joint kan wonderen doen. Soms heb je geen zin om te doen
wat je moet doen, maar als je het dan toch doet, valt het vaak ongelooflijk
mee. Soms val je in slaap maar dat komt omdat je moe bent. De
geneesmiddelenindustrie zou op haar gat zitten als cannabis morgen collectief
aanvaard zou worden als slaapmiddel. Soms praat je wat veel maar dat geldt net
zo goed voor massa’s niet-blowers, en die zijn vaak veel minder grappig. Een
enkeling wordt echt stoned, zowel de blik als het verstand op oneindig, het
archetype van de gedrogeerde zoals we die kennen uit films, boeken en series.
Maar misschien kiest die enkeling daar gewoon zelf voor,
want ook dat is een kenmerk van regelmatig gebruik: wiet heeft op iedereen een
ander effect. De roes versterkt en verhevigt gevoelens en ervaringen, op
voorwaarde dat je dat zelf wil. Waarschijnlijk is dat nog het grootste en het
belangrijkste verschil tussen cannabis en andere al dan niet geestverruimende
middelen. Je hebt de werking meestal zelf in de hand. Je bepaalt zelf wat de wiet
met je doet. Als je echt stoned wil worden, far out, weg als een huis, irie,
high, dan kan je daar met cannabis zelf over beslissen. In the mood komen voor
een film? Jointje roken. Massive Attack in Werchter? Spliff opsteken. Potje
seks? Haal Mary Jane erbij. Lezen? Sommige mensen zien de letters dansen voor
hun ogen, ik ga nog dieper graven in het boek. Werken? Ik doe mijn werk graag,
en ik doe het nog liever als ik geblowd heb. Ik word van wiet niet passief maar
actief. Hopelijk kunnen we ook dat misverstand nu eindelijk uit de weg ruimen.
(Aangepast fragment uit ‘Land van wiet en honing’, Uitgeverij Houtekiet)