Update over lijden en steun bieden van mensen onder elkaar. 17u30; Besluit over hoe de gewijzigde mensenpopulatie mensen aan twijfels overlevert: 20u39; Verder debat met E. Coekaerts : 200225, 23u. Achilles Cools, kenner van Kauwen en schrijver van een succesvolle monografie erover, tevens beeldend kunstenaar en levensfilosoof, deelde rond Valentijn een mooi werk over de Kauwen als liefhebbende vogels. Uit de lectuur van zijn werk en andere zoals de boeken van de pionier in dierengedragstudie Konrad Lorenz ben ik bekend met de sympathieke aard van deze kleinste der kraaiachtigen, hun sociale en vrolijke stijl in de lucht en op de daken, en hun vertederende monogamie, een leven lang. Toch kon ik Achilles niet volgen wanneer hij meegaat in dromen die tegenwoordig in wat bredere kringen worden gekoesterd. Dromen over empathie en moraliteit over de grenzen van de soorten heen. Dieren bekijken als (volwaardige) mensen. Geen vlees van zoogdieren of vissen meer eten in de toekomst, als het even kan. En voor een aantal van deze nieuwlichters ook wellicht: schoenen dragen uit kunststof, om het leder niet meer te hoeven gebruiken van onze vrienden de dieren. En liefst geen mantels meer dragen, ook niet in koude winters, met die heerlijk zachte en warme bontkragen, of met de pels van het schaap aan de binnenkant van je mooie mantel. Samen met volgers op Facebook zoals Dirk Ooms gingen wij in debat over deze actuele kwestie. Ik laat de meest betekenisvolle stukken volgen, rekening houdend met het feit dat Achiel Cools de betreffende beelden en bedenkingen publiek heeft gedeeld.
___

___
De liefelijke afbeelding van de kauw kreeg een filosofische bedenking mee (die volgt) en als titel “Weer een Hartendief”.
A. Cools: “Ik weet het: hier denkt een vijfenzeventigjarige man na over de betekenis van een kauw, in een wereld waarin oorlogen gevoerd worden, waar verdriet en angst heersen en waar rijkdom het hoogste doel is. Maar men is vergeten dat echte voeling tussen al wat leeft veel, veel verder reikt. Een van mijn werken heb ik ooit de titel: ”kleinood van de kauwen” meegegeven. Ik herinner me dat ik tijdens het maken gewrongen zat met onze houding tegenover andere wezens. We berusten ons nog al te vaak in onze superioriteit, met een kat op het bed en een koe op het bord. We vergeten dat wij zelf een zoogdier zijn, en zien andere dieren als een ding, een object, als een exemplaar. Een kauw krijg je wel op papier, in een boek of op doek, of zelfs in brons, maar we zullen hem nooit kunnen begrijpen.Ik weet ook dat we genoodzaakt zijn een aantal axioma’s en normen voor waar aan te nemen. We hebben een houvast nodig, maar het is niet onverstandig die waarden te relativeren en in een juiste context te plaatsen. Want er zijn veel waarheden en er zijn evenveel manieren om ermee om te gaan.”
___
SHS: Leuke kunst; maar het denken… Waarom zouden mensen sommige diersoorten niet mogen verdingelijken, objectiveren? Om vlees op het bord te krijgen, en leder voor onze uitrusting? Alle andere dieren doen dat onverminderd ook, me dunkt, om het bondig te stellen. Ook al bestaan er vriendschappen tussen schapen en honden enzovoort, ze eten hun prooidieren zonder verpinken of medeleven. Het lijkt mij gezond dat dit voor eeuwig zo mag blijven.
Achilles Cools: Wij hebben het gewoonweg niet nodig! Zonder vlees zou onze maatschappij gezonder, en zoveel leefbaarder zijn. Het grote gedeelte aan oppervlakte dat in beslag genomen wordt door de weerzinwekkende vleesindustrie, zou kunnen gebruikt worden om er eten op te winnen. Een omgekeerde eiwitfabriek hebben we niet nodig. Wij mensen kunnen ons onderscheiden van dieren door slechts een eigenschap, en dat is de ‘soort-overschreidende empathie’. Empathie is humane deugd, dat zijn we verplicht, soort-overschreidende empathie gaat een stap verder. Het is de enige eigenschap waardoor wij ons van dieren kunnen onderscheiden, en de allermooiste menselijke eigenschap. Mooier dan liefde.
Dieren doden alleen uit noodzaak, ze jagen bovendien met gelijke kansen: de ene om te vluchten, de ander om te jagen.
50 jaar geleden durfde ik het niet zeggen, maar vandaag voorspel ik dat het eten van anderen ooit zal eindigen. Langzaamaan gaan we daar naartoe.
SHS: Op uw weerwoord: dat lijkt mij echt deviant denken. Ik ben ook helemaal tegen een overmatige vleesindustrie, de bio-industrie zoals wij dat al boos en kritisch noemden bij Agalev in de jaren tachtig. Maar je moet nooit het kind met het badwater weggooien. Deze visie, met alle sympathie en respect voor uw persoon overigens, is voor mij niets anders dan wereldvreemd en mens-vreemd, dier-vreemd Fanatisme. Het is ook manifest onjuist dat dieren enkel uit noodzaak zouden jagen op andere dieren. Dieren leven én doden ook juist met genoegen, met vreugde. De zeearend die een kabeljauw weet te pakken, de leeuw die een gnoe de baas wordt, je ziet het overal, de buizerd die ik vorig jaar zag wegwieken uit de bomen rond de abdij Keizersberg met een jong van een ekster in de klauwen (en hij raakte de buit kwijt door overprikkeling, door protest van de ouders van het beestje, het viel op de Mechelsestraat neer). Meesterschap, strijd, zintuiglijk en fysiek streven en excelleren… de waarde daarvan mag je niet minimaliseren. Dat is voor ons een essentieel onderdeel van het genoegen onze korte tijd op aarde te zijn.
Ook om vele andere diepzinnige filosofische redenen is het willen gelijkschakelen van mensen en dieren, het ontkennen van de heilige Kloof tussen mens en dier, niet gewenst en niet houdbaar. Dat kunnen we hier niet uitwerken. Het gaat ook wel erg ver dat u “medeleven met andere dieren” beweert hoger te achten dan Liefde (die in filosofische zin “de Cultuur van de Begeerte naar de andere” is, met alle vruchten die deze grootse emotionele beweging meebrengt; van huiselijke, familiale warmte, vertrouwelijkheid, orgastische ervaringen, nakomelingschap tot steun bieden aan kleinen en kwetsbaren binnen en buiten onze eigen kring; en tot een wereld aan culturele creaties, van schilderijen en foto’s tot gedichten en essays).
Voor mij is denken dat (op respectvolle en zelfs betrokken manier) vlees opkweken en nuttigen totaal verwerpt een aberratie van denken en voelen, wellicht een gevolg van een nooit geziene tijd van ontbreken van oorlog sinds 8 mei 1945 in Europa. Een soort verwekelijking van de mens, die doodsbang lijkt geworden van dingen als pijn en bijgevolg een gigantisch opgerekt concept is gaan hanteren van “slachtofferschap”; die niet meer inziet dat leven op Aarde enkel goed mogelijk is met een minimale dosis wreedheid ook.
Achilles Cools:
We kunnen natuurlijk bezig blijven: onze visie op de mens is totaal verschillend, met alle respect voor uw persoon en uw kennis, filosofie, geschiedenis, enz. En vooral uw bevlogenheid. Maar ik zie geen heilige kloof tussen de mens en andere dieren. Wij zijn een zoogdier. Ook al zijn wij talrijk, hebben we ons alles toegeëigend en beslissen we over andere dieren, we blijven een zoogdier. Andere zoogdieren, en ook vissen en vogels hebben hetzelfde zenuwstelsel als wij. Ze kennen pijn, angst, en onbehagen. Ze doden niet voor het plezier zoals de menselijk plezierjagers, maar uit loutere noodzaak, uitsluitend om te eten. Dit is een wetenschappelijk gegeven dat tegenwoordig veel aandacht krijgt bij hedendaagse biologen, moraalfilosofen, antropologen, filosofen, neurologen, criminologen, psychiaters en psychologen. Het argument om onszelf de vrijheid te geven om naar willekeur te doden, schuift langzaamaan naar de achtergrond. Er zijn gelukkig meer en meer jonge mensen die inzien dat ‘een goede dosis wreedheid op aarde’ (om jou woorden te gebruiken) niet nodig is. Met deze ingesteldheid van de volgende generaties kunnen we streven naar een meer vredelievende wereld.
SHS:
Persoonlijk heb ik nog geen goede argumenten gelezen om te verlaten wat wij in de studie Latijn-Wetenschappen in de lessen Biologie uitgebreid zagen: een indeling met Lagere Diersoorten en hogere. Vissen, zeesterren, mossels… ze hebben bijna of helemaal geen hersenen. Louter zenuwbanen, zoals tussen zintuigen en spieren of verteringsstelsel, en soms ‘ganglia’, clusters van zenuwen.
Dieren met hersenen hebben evident een veel dieper en breder bewustzijn; en voor mensen: een veel rijker bewustzijn. (Zelfs wat betreft de buitengewoon onintelligente en onontwikkelde mensen. )
Het wonder van de menselijkheid!
Het wonder van een ontroerend mooi schilderij, van een ontroerende compositie of een volks- of pop-lied, van een sterk en speels gedicht… Maar ook het eerbiedwaardige wonder van een succesvolle divisie en haar generaal in de oorlog, van een geslaagde gesprekstherapie, van de liefde tussen kinderen en hun ouders en kleinkinderen, meisjes en jongens, en hun opa en oma… zowel in tedere nabijheid en warme aanraking [ = typisch Zoogdieren] als in opgevoed worden met advies, verboden en morele waarden, met getuigenissen en in boeiende vertellingen, en in geregeld het samen ‘op verhaal komen’…. Dat is voor eens en altijd Superieure Menselijkheid.
Ook onze meest nabije neven, de vier of vijf mensapen, komen daar voor mij, ook na hun aard en hun vier grote onderzoeksters, van Jane Goodall (bestudeerde Chimpansees) en Diane Fossey (Gorilla’s) en Francine Patterson (leerde een tamme laaglandgorilla 500 doventekens aan) tot Biruté Galdikas (Orang-Oetangs), met veel liefde en sympathie grondig te bestuderen, niet in de buurt.
2. Basisgegevens van de bio-medische wetenschap blijven te weinig algemeen bekend, ook bij dierenknuffelaars. Zoals het fenomeen dat het metabolisme van mannen bij het ouder worden meer vrouwelijk hormoon gaat aanmaken, zodat ze weekhartiger worden; bij vrouwen gebeurt het tegendeel: meer mannelijke hormonen maken hen gaandeweg flinker en minder emotioneel.
____
Menselijk Lijden en Helpen blijft uniek
Het lijden van pijn waartoe dieren in staat zijn, zou voor sommigen een grond zijn om mens en dier dan maar gelijk te schakelen. Dat lijkt toch vooral een standpunt dat het gevolg is van te weinig feitenkennis, en te weinig vertrouwdheid met het debat. Het lijden dat mensen soms moeten doormaken, zo betogen filosofen al generaties, is van een veel bozere, kwellender orde dan wat dieren ook maar kUnnen meemaken. De systematische beledigingen en vernederingen in een slecht lopend echtpaar, of de kleineringen en pesterij in een Nazi-kamp waar mensen zich moeten doodwerken, geen bezit mogen houden, geslagen worden en gemarteld en afgemaakt en bij duizenden in de oven geladen… Of de verlammende terreur die een Dimitri Sjostakovitch moest meemaken, die jarenlang leefde in de angst door de politieke politie van Stalin, de KGB, te worden opgepakt… en die als nobele mens juist onder die omstandigheden prachtige, intense en troostende muziek wist te componeren!²
Wie dat verschil in gradatie vlotjes ontkent, doet deze menselijke slachtoffers toch groot onrecht aan?! En dat standpunt doet trouwens ook de nobele mensen onrecht die in deze helse omstandigheden besloten hun lotgenoten een stukje van het eigen veel te schaarse brood te delen, of die op andere manieren zwakkere mensen in bescherming namen op manieren die het eigen leven in gevaar brachten. Dieren raken nooit op die morele hoogte; alleen al omdat zij niet in staat zijn te beseffen wat het is, dood gaan; je leven op het spel zetten voor een lotgenoot!
___
Besluit
Zowel het vermogen van de Mens om tot duizelingwekkende diepten van Lijden af te dalen, als het vermogen de medemens steun te verlenen in de ergste omstandigheden, maken voor mij de Mens voor eens en altijd Uniek. Een nobel wezen, punt aan de lijn.
Het feit dat het geregeld juist andere mensen zijn die het diepe lijden veroorzaken, is opmerkelijk maar mag natuurlijk niet tot het verlaten van het antropocentrische standpunt leiden; ook al maakt het gezelschapsdieren bijzonder sympathiek en welkom. De mens is en blijft de beste vriend en vriendin die er is voor de mens.
In één zin hebben de fanatieke dierenbeschermers wellicht het gelijk aan hun kant: wie enkel voor zichzelf leeft, voor eigen gewin & persoonlijke populariteit, en voor het genot van consumeren, heeft wellicht weinig of geen recht op het doden of consumeren van dieren.
Mij lijkt het per slot van rekening immers beter, een nobeler en waardiger leven, af en toe een stukje bio-vlees of in redelijke omstandigheden gekweekte zalm klaar te maken en met genoegen te verorberen, en tegelijk tijd te maken om verdrukte mensen bij te staan. Dat is mijn persoonlijke morele richtsnoer. Ik heb een paar dieren gejaagd, heb altijd zowel vegetarisch als met vlees en vis gekookt voor mijzelf, familie en gasten, maar ik heb ook zoals bekend vele, zeer vele mensen het leven dragelijker gemaakt in vrijwilligerswerk en in persoonlijke contacten, en ook enkele mensen letterlijk het leven gered. [Onder andere een familielid met jarenlange suïcidaliteit en een tiental bellers met acute zelfmoordplannen via Tele-Onthaal]. Misschien is het overeenkomstig besef van wat de mens is en kan meemaken, en overeenkomstige Liefde voor de Mens, die maakt dat voor mij de “rights talk” over dieren in haar hedendaagse extreme uitingen, onzinnig is. Een houding die mij overigens geenszins belet een grote Liefde voor dieren te koesteren, zowel abstract en filosofisch als in de dagelijkse huiselijke context. Onze Fellow is een lid van het gezin.
Post Scriptum. Achilles Cools is een diepzinnig en ernstig man; ik las zijn boek over de Kauwtjes, en we hebben met elkaar gemeen dat we het denken van de grote filosoof over de fauna en flora van onze streken, Ton Lemaire gelezen hebben en waarderen, ook al leg ik licht andere accenten in die waardering. Zulke stemmen die voor verregaand ontzien van dieren pleiten, ik tracht ze echt wel te begrijpen. Sinds de dagen dat ik geboren ben in de zomer van 1962, en dat mijn leeftijdsgenootjes werden opgevoed en in de wereld ingeleid met bepaalde verhalen en waarden, is er heel wat veranderd; zo zijn er verschillende miljarden soortgenoten, mensen, bijgekomen op onze redelijk kleine planeet. Als ik dat grote feit verreken, kan ik mij inbeelden dat mensen gaan de gedachtegang maken: er zijn zo ongelofelijk veel mensen, en wij hebben als soort al danig veel schade aangericht; heb ik nog wel het recht dieren nadeel te berokkenen? Moet ik mij als mens, als lid van de soort Homo sapiens niet zo nederig mogelijk opstellen? Zo weinig mogelijk gebruik maken van de natuurlijke hulpbronnen, zowel van ertsen als van stoffen uit de biosfeer… Welk recht hebben wij, als lid van die krioelende soort die de wereld bijna tot barstens toe schijnt te vullen, in de limiet nog om… er te zijn? Dat is een verdedigbare gedachtegang, hoewel mensen van mijn generatie dit toch triest en wel ‘uiterst bescheiden’ zullen blijven vinden. De mens die aldus denkt, worstelt kennelijk met zijn naakte bestaansrecht. Hij/zij/x handelt in mentale zin bijna als iemand die zichzelf letterlijk geen plaats gunt om in de werkelijkheid in te nemen, en daarom bijna niets meer eet, en zwaar vermagerd, tot in het levensbedreigende toe…
Hulp
Wie met vragen over zichzelf en zingeving worstelt kan dag en nacht terecht bij de medewerkers van Tele-Onthaal op nummer 106. Overdag zijn de diensten ook bereikbaar via chat.
Addendum
Edwin Coekaerts hernam mijn bericht op zijn profiel uit liefde voor dit debat, en voor de dieren. Daar heb ik nog een paar kleine bijdragen op geschreven, eentje volgt hier.
E. C.
“Recent wetenschappelijk onderzoek toont aan dat die zogenaamde kloof tussen mens en dier een mythe is. Zo zouden varkens qua bewustzijn en intelligentie te vergelijken zijn met een kleuter van drie jaar.
Dit lijkt mij een discussie waard.
Mijn reactie op deze post : “Het siert u dat u tegen de bio-industrie bent. Bij de rest van uw betoog heb ik wel bedenkingen. U spreekt van een heilige kloof tussen mens en dier. Ik veronderstel dat u hiermee bedoelt dat in uw visie de mens oneindig superieur is aan al de andere dieren. Het verwondert me dan ook dat u net het gedrag van dieren zoals de leeuw en de zeearend gebruikt als richtlijn voor uw ethiek en verantwoording voor uw carnisme. Is dat niet contradictorisch? Zelf denk ik dat het geen zin heeft om ethische regels af te leiden uit wat in de natuur gebeurt. Stel u voor dat een dame die haar echtgenoot heeft vermoord, voor de rechtbank als verzachtende omstandigheid inroept dat dit bij de zwarte weduwe een courante praktijk is. Absurd, maar dit is net wat u doet door te verwijzen naar leeuwen en andere predatoren.”
SHS:
Het zijn geweldig fijne vrienden. De dieren.
Ik bekeek net nog oude foto’s, ook met mijn geliefde katjes, konijn… op vorige woonlocaties, en vele wilde vogels in de natuur geobserveerd.
Maar voor mij staan deze verbondenheden niet in de weg van het complexloos aanschaffen, in de natuur in het revier of in een goede winkel, braden en smakelijk verorberen af en toe van een stukje vlees of vis.
Het Engels maakt terecht onderscheid tussen Flesh (menselijk lichaam) en Meat (vlees in de keuken).
Ik spiegel mij ook al van kort na mijn verschijnen in 1962 aan de indianen.
Die spreken en bidden tot hun “broeders de dieren”, maar zijn tegelijk passionele jagers en vlees-eters.”
_________________________________________________
____
Bijkomende illustraties Mens en dier:
Tavepong Pratoomwong (Flickr, Facebook en Instagram)