Alle politieke partijen, alle experten, bedrijfsleiders, journalisten, zelfs de vakbonden zijn eenstemmig dat iedereen recht heeft op waardig werk, en dat niemand mag achterblijven, en dat er gemiddeld langer, dus meer jaren, moet gewerkt worden.
Maar zijn er wel jobs genoeg, en zo niet, vanwaar moeten ze komen?
Eerst enkele cijfertjes, vers geplukt van de sites van de VDAB, ACTIRIS, FOREM en RVA.
De totale som niet-werkende werkzoekenden (technische term) bedraagt in België ongeveer 465.414, waarvan 178.479 in het Vlaams Gewest (RVA). De VDAB geeft voor mei ’10 het cijfer van 195.722 werkzoekenden, voor april 202.196. Het is niet duidelijk of steeds identieke berekeningen worden toegepast. Niet inbegrepen zijn hier oudere werklozen en bruggepensioneerden vrijgesteld van inschrijving, samen 207.911, waarvan 130.213 in Vlaanderen.
In de ganse Eurozone zit 10,1% van de actieve bevolking zonder werk (cijfer van april).
Even tussendoor: faillissementen zijn slechts verantwoordelijk voor 5% van de werkloosheid. Ze leidden tot een banenverlies van 23.898 in 2009, 22.147 in 2008, 21189 in 2007. Het gaat bijna uitsluitend over kleine bedrijven, met minder dan 50 werknemers, zelfs met 1-4 personeelsleden, en het grootste aantal ligt in Vlaanderen.
Hoeveel jobs zijn er?
Nu de werkaanbiedingen. Opgeteld is het totaal aantal in Vlaanderen, Brussel-Hoofdstad en Waals gewest: 49.384. Dit is echter een overschatting, om meerdere redenen. Actiris en Forem nemen ook vacatures in Vlaanderen, resp. Vlaanderen en Brussel op, zodat er overlap zal zijn. Even eraan herinneren dat wij geen nationale agentschappen hebben, maar dat ze sedert lang geregionaliseerd zijn. Sedert 2006 worden echter vacatures in het ene gewest ook doorgegeven aan de andere – oef, wat een hervorming…
Andere factoren leidend tot overschatting van de openstaande betrekkingen heb ik al vroeger gedetailleerd: sommige zijn reclames van bedrijven, andere zullen worden ingevuld door iemand van hetzelfde bedrijf (herschikking, bevordering), nog andere zijn al ingevuld maar blijven toch een tijd in de databanken staan. Opblazen van het aantal lege arbeidsplaatsen heeft ook een ideologische functie: ‘t zijn de werklozen die niet meewillen. Zie http://hdl.handle.net/1854/LU-426682 http://hdl.handle.net/1854/7577 http://hdl.handle.net/1854/LU-430415
Op de startpagina van de VDAB staat “80.024 jobs”; maar nergens vind ik dat nog terug; mogelijk zitten daarin ook de interimvacatures die de VDAB overal elders niet opneemt, omdat 1 interimbaan langs meerdere kanalen, dus meermaals wordt bekendgemaakt. Afgezien van een beperkt aantal fouten, is het nu duidelijk dat er voor 90% van de 465.414 werkzoekenden geen job voorhanden kan zijn. Zuiver cijfermatig is voor elke erkende werkzoekende 1/10 voltijds werk. Maar dan houden we nog helemaal geen rekening met de gestelde eisen, zoals opleiding, ervaring, locatie en verplaatsing, leeftijd… Goldman-Sachs werft tien bijkomende medewerkers aan, maar de kandidaten moeten de héél bijzondere expertise kunnen bewijzen in high frequency trading met een opbrengst van 75%…Onzichtbaar in de statistieken is de selectie die de werkgever of zijn personeelsdirecteur maakt op basis van naam, huidskleur, baard, taal of accent, en soms godsdienst.
Activering
Activering, ook: “strikter begeleiden van werklozen, meer en professioneel activeren”, is het toverwoord dat door zeer velen wordt gebruikt. Het maakt het dopgeld afhankelijk van permanent bewijzen van zoekgedrag. Hetlegt de verantwoordelijkheid bij de werkzoekenden zelf, maar – schept geen bijkomende arbeidsplaatsen. In de cijfers van de RVA zijn 12.081 oudere werklozen gevat door activeringsmaatregelen, en 22.275 door activering met opleiding. Opleiding geven kan natuurlijk nooit kwaad. Maar de illusie wekken dat daaraan ook een job vastzit, is niet eerlijk. De weinige vacatures die er zijn, zullen nooit volstaan voor zelfs maar een fractie van de werkzoekenden, en vaak eisen de patroons jaren ervaring – dus volstaat opleiding niet. Het zou eerlijker zijn indien de VDAB, FOREM en ACTIRIS hun vacatures zouden matchen met hun databank van CV’s van werkzoekenden, en dan officieel vaststellen dat er zeer weinig overeenstemming is, m.a.w. geen gepast werk voor de grote meerderheid. In Vlaanderen zijn er echter nog geen ministers van Werk geweest die deze opdracht aan de VDAB wilden geven.
Het ABVV-FGTB heeft dan ook geen ongelijk wanneer het in deze tijd van toenemende afdankingen een moratorium vraagt van de controle op de beschikbaarheid van werklozen. “Geen stalking van werklozen voor zoeken naar een job die niet bestaat”. Tot juni 2009 werden 76528 werklozen gesanctioneerd. Kan men van werkonwilligen spreken indien er geen gepaste job is? http://www.abvv.be/PDF/nl/Actions/2010/congres/StratRapport.pdf
De bevoegdheid om werklozen te schrappen van uitkering, nu in handen van de federale RVA, willen veel Vlaamse partijen regionaliseren. Dan zal minister Philippe Muyters erover beslissen, die uit de kring van werkgevers komt (VOKA). Er zullen dus meer Vlaamse werklozen geschrapt worden; maar meer jobs komen daar niet van.
Het ACV vraagt afschaffing van artikel 80 over de schorsing van langdurig werklozen. https://www.dewereldmorgen.be/artikels/2010/06/10/acw-schenkt-nieuwe-regering-20-voorstellen-om-ons-land-uit-crisis-te-loodsen Indien de OESO, economische organisatie van de rijke landen (en Israël) haar zin krijgt, wordt de werkloosheidsuitkering eindig in de tijd, het tegenovergestelde dus. Meerdere partijen in België gaan daarmee akkoord. Opnieuw komt er daardoor geen halve arbeidsplaats méér, maar het suggereert wel dat de werklozen zich behaaglijk nestelen in hun uitkering terwijl er ZOVEEL bedrijven geen geschikte mensen vinden…
Luister nog naar volgende vreemde gedachtgang:
“(wij willen) een versterkte investering in de competentie-ontwikkeling van werknemers en in de begeleiding in hun zoektocht naar nieuw werk. Dat betekent niet alleen méér jobs, maar ook ‘werkbare’ jobs en loopbanen” (uit het NV-A programma, maar gelijkaardige omgekeerde logica is ook elders te vinden).
Er zijn ook nieuwe maatregelen die onder de term “activering” ingevoerd zijn. Sedert 1 jan. bestaat “versterkte activering”. Een nieuw aangeworven personeelslid krijgt een premie die echter door de werkgever in mindering wordt gebracht van het nettoloon. Indien ik het goed begrijp, resulteert dit erin dat zowel patroon als werknemer minder belasting betalen (minder inkomsten voor de overheid), en de patroon de subsidie incasseert die uit de staatskas komt. Welke slimmerik zou dàt wel bedacht hebben? Maar een stijging van de arbeidsplaatsen hebben we nog niet gezien, en daar is ook een logische verklaring voor, zie verder.
Brugpensioen afschaffen?
Naar aanleiding van het akkoord bij Carrefour tussen vakbonden en directie laaide in de media de controverse over het brugpensioen weer op. Het kon toch niet dat men op 52 jaar met pensioen gaat, vooral nu iedereen langer moet werken?
https://www.dewereldmorgen.be/artikels/2010/06/04/brugpensioen-bij-carrefour-perfect-verdedigbaar
https://www.dewereldmorgen.be/artikels/2010/05/28/geen-naakte-ontslagen-bij-carrefour
O-VLD en NV-A zijn duidelijk: het brugpensioen moet uitdoven. “Oudere werknemers aan de kant zetten kan niet”, zegt Alexander De Croo. Aan WIE zegt hij dat?! Andere partijen die tegen zijn , zie: http://netto.tijd.be/geld_en_gezin/pensioen/Welke_partijen_willen_brugpensioen_afschaffen-.8925853-1769.art
Maar komen er jobs bij door afschaffen van het brugpensioen? Gaan er geen collectieve afdankingen of herstructureringen meer zijn; of wordt het integendeel goedkoper voor de patroon om af te danken? Want het brugpensioen bestaat uit de werkloosheidsuitkering plus een toeslag van de werkgever. Het is logisch dat voor bedrijfsleiders die steeds met één oog naar hun rekening kijken, het brugpensioen een kwalijk systeem is; sinds het Generatiepact herhalen ze dat regelmatig.
Pieter Timmermans (VBO) vertelt hoe nadelig het brugpensioen is voor iedereen: arbeiders staken om op brugpensioen gestuurd te worden, terwijl de patroon niets liever wil dan de mensen èn hun ervaring houden! Dat het brugpensioen is ingevoerd als (onvolledige) bescherming van oudere werknemers die collectief worden afgedankt (denk aan Carrefour en vele andere), vergeet Timmermans. Indien zijn verhaal klopt, dat (oudere) personeelsleden absoluut weg willen uit een fabriek, werf, supermarkt…, terwijl de directie ze absoluut wil houden – dan is de beste raad: bied betere arbeidsvoorwaarden aan. Hogere vergoeding, of minder werkdruk of overuren, vorming…Dat is toch het principe van de markt: een gegeerd personeelslid heeft een marktwaarde, dat krijgen we als antwoord bij kritiek op de miljoen-vergoedingen, bonussen, pensioen, ontlagpremie voor CEO’s e.a. topfuncties, zelfs bij de overheid. Omgekeerd, indien een bedrijfsleider ouder personeel liever kwijt is, om allerlei redenen (hoger loon, minder flexibel, meer gesyndiceerd…), dan zal een overheidspremie dat niet verhinderen.
Bovendien, sinds het Generatiepact worden werknemers die bij collectief ontslag op vervroegd brugpensioen worden gestuurd (dus jonger dan op 58 jaar) ondergebracht in een ‘tewerkstellingscel’ met het oog op herklassering in de arbeidsmarkt. Pas als dat niet mogelijk blijkt, komen die herstructureringsslachtoffers echt in een brugpensioenstelsel terecht. Wie daar niet aan deelneemt wordt gesanctioneerd. Zie:
http://www.abvv.be/CODE/nl/Documents/2006/eindeloopbaan/c15_04e0103.htm
Bedrijven schrappen jobs, ze maken er geen bij
Waarom krimpen overal bedrijven hun personeelsbezetting in? Daarvoor hebben ze hun eigen bedrijfskundige redenen. De belangrijkste reden, in deze periode van economische crisis, zijn de verminderde bestellingen en afzet. Bedrijven willen geen producten of diensten opstapelen waarvoor er geen kopers zijn; dat is puur verlies. Dus verminderen ze hun productie, o.m. met tijdelijke werkloosheid, maar ook door naakte ontslagen en herstructureringen.
Een tweede reden die evengoed in tijden van economische groei doorwerkt, is het streven naar meer productiviteit per werknemer. Herstructureringen zijn hier weer een geliefkoosde techniek: een aantal mensen wordt met brugpensioen gestuurd, en de taken worden herverdeeld, het tempo verhoogd, sommige taken die niet essentieel zijn, of die niet tot hun ‘core business’ behoren, worden geschrapt, andere worden uitbesteed aan schijnzelfstandigen en onderaannemers die tewerkstellen aan lagere lonen. Gemiddeld stijgt de productiviteit per werknemer per uur in België met 1-1,5 % per jaar; maar in één bedrijf kan dat plots veel meer worden, bijvoorbeeld door mechanisering, automatisering, informatisering. De hogere productiviteit per werknemer leidde nooit tot evenredige stijging van de loonmassa (die daalde geleidelijk), maar komt hoofdzakelijk tengoede aan de inkomsten van het bedrijf. Na aftrek van de herstructureringskosten – want personeel is boventallig geworden, sommigen zijn niet meer nodig – , blijft een hogere nettowinst over.
Uit bovenstaande wordt duidelijk dat het naïef en onrealistisch is te verwachten dat bedrijven spontaan arbeidsplaatsen zullen scheppen, of mensen in dienst houden, omdat ze minder loonkosten moeten betalen, of zelfs financiële cadeau’s krijgen van de belastingbetaler: ze hebben gewoon dat personeel niet nodig. Pas indien hun bestellingen sterk toenemen EN ze zekere waarborg hebben dat het geen tijdelijk fenomeen is van een half jaar, pas dàn is er reden om aan te werven; maar voorzichtig, in kleine aantallen, van tijdelijken of uitzendkrachten. Bedrijven die vandaag al goede vooruitzichten hebben, hebben tijdelijke werkloosheid ingevoerd, zodat ze geen nieuwelingen moeten aanwerven.
Nu worden in de verkiezingsprogramma’s de bedrijven vaak “gesteund”, “geholpen” , “gestimuleerd”, “aangemoedigd”, door loonkostverlagingen, “georiënteerde fiscale en parafiscale maatregelen”. Alsof er de voorbije jaren al geen miljarden lastenverlagingen zijn doorgevoerd om de werkgevers te plezieren (en ze zogenaamd te steunen in hun concurrentiepositie tegenover buitenlandse bedrijven). VOKA, de Vlaamsgezinde ondernemersbond, stelt onomwonden bij monde van Peter Leyman, dat de vennootschapsbelasting omlaag moet, en daarom moet Vlaanderen daarover bevoegdheid krijgen. Minister Muyters, zelf afkomstig van VOKA, zal daar niet tegen zijn. Of we lezen bij Johan Vande Lanotte:“we pleiten voor een verlaging van de lasten op arbeid. Dat kost ons niets omdat er daardoor nieuwe jobs en nieuwe inkomsten bijkomen”. Waar zijn die nieuwe jobs en inkomsten die de bestaande lastenverlagingen a rato van 11,5-13,5 miljard euro (cijfers van de vakbonden) zouden moeten opgeleverd hebben? Trouwens, geen enkele bedrijfsleider of bedrijfstak wil zijn handtekening zetten onder het aantal nieuwe arbeidsplaatsen die ze beloven te scheppen in ruil voor een lastenverlaging.
Want welke bedrijfsleider gaat nu mensen in dienst nemen voor wie hij/zij geen werk heeft? Het zou tegen alle bedrijfslogica zijn om de winststijging die resulteert uit een kleinere personeelskost of lagere belasting, teniet te doen door meer mensen in dienst te nemen.
Alleen dwingende, wettelijke maatregelen zullen bedrijfsleiders kunnen verplichten tot een doelmatige afbouw van de massale werkloosheid.
Maatregelen die wel arbeidsplaatsen zouden scheppen
Het begint met het vermijden van afdankingen.
Er bestaat een wetsvoorstel, zogenaamde wet-Inbev, oorspronkelijk een idee van PVDA+, dat verbiedt aan een bedrijf dat winst maakt, arbeidsplaatsen te schrappen. Economisch cijfermatig is dat perfekt uitvoerbaar; natuurlijk zullen de eigenaars die de nettowinsten opstrijken, daar niet van houden. De gedachte alleen al…! Sommigen zullen denken: Pinochet zou dàt varkentje wel wassen.
Gaan die personeelsleden dan met hun vingers zitten draaien? Zolang er onvoldoende bestellingen binnenkomen is een lagere productie gewenst. Dat kan met evenveel personeelsleden, dankzij verminderde arbeidsduur per werknemer. Eén vorm daarvan wordt in deze crisis al tenvolle benut: tijdelijke werkloosheid, nu ook voor bedienden: de mensen worden niet ontslagen. Om het inkomensverlies voor de tijdelijk werkloze te beperken, wordt dit systeem zwaar gesubsidieerd door de RSZ en de overheid. Volgens de laatste cijfers van de RVA zijn er 182.999 tijdelijke werklozen, waarvan 114.000 in het Vlaams gewest.
Een andere vorm is de vierdagenweek, of deeltijds werk (dankzij de anticrisismaatregelen kan de arbeidsduur verminderd worden met 20-25%). Het ABVV verdedigt dit omdat hierdoor meer werk gecreëerd wordt. Het kan in de privé-sector aangevraagd worden op initiatief van het bedrijf en geniet een inkomens-garantie-uitkering van de RVA; de patronale sociale bijdrage wordt verlaagd. Het vereist interne aanpassingen in het bedrijf en heeft een erg beperkt succes. 51.752 personeelsleden zitten op ‘t ogenblik in deze categorie, waarvan 25.652 in Vlaanderen. Winstgevende bedrijven zouden het zelf kunnen betalen, en dus moet de wet aangepast worden. De wetgever moet ook een arbeidsduurvermindering wettelijk kunnen opleggen telkens een bedrijf wil overgaan tot schrappen van banen.
Tewerkstelling door de overheid.
Vanzelfsprekend zijn diverse overheden en overheidsbedrijven zeer grote verstrekkers van arbeidsplaatsen. Ministeries van Justitie, Onderwijs, Openbare Werken, Volksgezondheid, Financiën, Landsverdediging, de politie, de Post, NMBS, Belgacom, drinkwatervoorzieningen, de gemeenten en steden, provincies (onderwijs, cultuur, welzijn), deelname in de gasdistributie, multipele subsidiekanalen naar de hospitalen, ouderlingtehuizen, culturele sectoren… En dan zijn er de nieuwe noden zoals de milieu-uitdaging: groene energiebronnen, elektrische personenwagens, maar ook openbaar vervoer, meer verplegers…Vandaag lees ik dat er na jaren voorbereiding, eindelijk nieuwe schoolgebouwen gaan bijkomen – dankzij Frank Vandenbroucke met een financiering van BNP-Paribas Fortis! Want de staat heeft geen geld om het zelf te doen…
Kunnen door de overheid nog voldoende nieuwe banen geschapen worden, om de werklozen op te vangen? Daarvoor hebben de overheden meer middelen nodig, en vandaag wil zowat iedereen daarop besparen: ongezonde begrotingstekorten, u weet wel! Griekenland aan de Noordzee dreigt. Binnen de besparingslogica zien we dan ook onze Vlaamse ministers Muyters (NV-A), Pascal Smet en Ingrid Lieten (Sp-a) middelen schrappen in het onderwijs, en banen in de VRT, waartegen deze week gestaakt werd.
Het voorgaande doet niets af aan de paar duizend jobs die bijvoorbeeld grote steden scheppen in de sociale economie (o.m. kinderopvang), beschutte werkplaatsen.
Maar hier schuilt dan Europa om de hoek: de overheid mag niet aan ‘concurrentievervalsing’ doen. Dit beïnvloedde reeds de steun aan Opel, en aan de banken. Al wat de privé-sector zou kunnen exploiteren, mag geen zuiver overheidsinitiatief zijn, tenzij dezelfde middelen aan de privé gegeven worden – dat is zowat het principe. Door deze filosofie en regelgeving hebben de regeringen zichzelf op essentiële terreinen buitenspel gezet. Voor veel van onze verzuchtingen moeten we onze hoop stellen in de zakenwereld met winstoogmerk. Die zakenwereld verzamelt tientallen miljarden, zie bvb.
https://www.dewereldmorgen.be/artikels/2010/06/02/nieuwe-belastingen-bezuinigingen https://www.dewereldmorgen.be/artikels/2010/05/16/mensen-moeten-inleveren-terwijl-miljarden-winsten-worden-uitgedeeld
Welke samenleving kiezen we?
Bovenstaande voorstellen zouden natuurlijk een andere maatschappijvisie vereisen, waarbij de mensenrechten van de inwoners voorrang krijgen op de winsten van de bedrijven en hun eigenaars. Mensenrechten zoals: fatsoenlijk werk, fatsoenlijk inkomen, huisvesting, energie en voeding, onderwijs voor elke niveau, kultuur, gezondheidszorg…Om die rechten ook in de feiten te realiseren, moeten ze niet alleen op papier staan, maar de wetgever moet ingrijpen, en de realisatie opleggen. De rechten zal wel niemand afwijzen, maar weinig partijen trekken daaruit ook deze consequentie. De bedrijfswereld wordt met fluwelen handschoenen gepamperd, hoogstens klinkt in de media tijdelijk wat verontwaardiging over een vertrekbonus voor de CEO of bestuursvoorzitter van een miljoen euro. Bedrijven “helpt” men, “stimuleert” men, geeft men “een signaal”, of “meer zuurstof”, of beter nog: meer vrijheid: gedaan met de duizend beperkingen zoals het arbeidsrecht en milieuwetten; minder regels en remmen die onze expansie afremmen, onze concurrentiekracht; “het arbeidsrecht moet ook flexibeler in functie van arbeidsmobiliteit“. Een bekende Vlaming zegt het meer filosofisch, in de laatste Humo: “De maakbaarheid van de samenleving is in essentie het linkse ideeëngoed. (…) Een samenleving moet worden gerespecteerd in haar SPONTANE verbanden” (hoofdletters van mij FR).
Milton Friedman van de universiteit van Chicago, Nobelprijs economie en raadgever van Pinochet, Reagan, Thatcher, Jeltsin, zei in 1970: ‘de sociale verantwoordelijkheid van de zakenwereld is winsten (profits) te scheppen”. Sedertdien hebben duizenden van zijn leerlingen hetzelfde gedoceerd in de grote business scholen, en deze blijde boodschap werd overal verspreid. In een parlementaire democratie, waar de kiezers een zekere macht vertegenwoordigen, moet men dezen zovèr te krijgen, dat ze Friedmans maatschappijvisie bekrachtigen in het stemhokje, zodat zij in ‘t vervolg nog méér zullen bijdragen aan die winsten. Twee factoren gaan dit gemakkelijker maken: dat de grote media in commerciële handen zijn en dus niet tegen de visie van Friedman; en een dramatische toestand die de mensen in paniek brengt, en hun denken verlamt. Zoals bijvoorbeeld een tsunami, een buitenlandse invasie, de explosie van de staatsschuld, het uiteenvallen van het land.
11/6/2010.
Met dank aan Herman Luyckx, ABVV-syndicalist.