“Op dit moment beperken patenten de wereldwijde productie en levering van medische hulpmiddelen tegen COVID-19. Een tijdelijke vrijstelling van intellectueel eigendom op deze patenten zou landen de mogelijkheid bieden om deze en andere exclusieve rechten niet toe te passen of te implementeren, totdat wereldwijde groepsimmuniteit is bereikt. En dus zouden potentiële fabrikanten de benodigde medische hulpmiddelen tegen COVID-19 kunnen produceren, zonder bang te hoeven zijn te worden geblokkeerd door patenten of andere monopolies”, zegt Dimitri Eynikel, adviseur Europees beleid bij Artsen Zonder Grenzen.
“Daarom vraagt Artsen Zonder Grenzen de Belgische overheid om het voorstel ondubbelzinnig en publiek te steunen. Op dit moment blokkeert de Europese Unie het voorstel bij de Wereldhandelsorganisatie. We vragen België de EU een sterk signaal te geven. De EU meent haar zakelijke belangen te beschermen, maar eigenlijk wordt de pandemie zo niet adequaat bestreden met alle mogelijke middelen. Maak alle middelen als vaccins zo snel mogelijk toegankelijk voor iedereen. Help de pandemie zo snel mogelijk te beëindigen.”
Waarom dit voorstel?
De noodzaak aan deze vrijstelling op patenten dringt zich alsmaar meer op, zeker nu nieuwe varianten van het COVID-virus opduiken en het aantal besmettingen blijft stijgen. Zonder universele, betaalbare en rechtvaardige toegang tot medische hulpmiddelen, zal de pandemie langer duren. Dat heeft niet alleen gevolgen voor mensen met COVID-19, maar ook voor de capaciteit van gezondheidssystemen om immunisatie, zorg en behandeling voor andere ziekten te bieden. Patenten tijdelijk opschorten plaatst mensenlevens boven particuliere winsten.
Patenten tijdelijk opschorten plaatst mensenlevens boven particuliere winsten.
De nood aan wereldwijde toegang en het recht om COVID-19-gezondheidstechnologieën te produceren en te leveren, wordt algemeen erkend. Ondanks de inspanningen en verklaringen van verschillende staatshoofden om medische producten van COVID-19 te behandelen als ‘wereldwijde publieke goederen’, is er tot nu toe in dit opzicht weinig bereikt. Farmaceutische bedrijven blijven ongestraft opereren, met bijvoorbeeld geheime bilaterale commerciële licentie- en koopovereenkomsten die de toegang voor kwetsbare en verwaarloosde bevolkingsgroepen in veel ontwikkelingslanden ondermijnen.