De auteurs van het rapport schatten dat in 2020 720 tot 811 miljoen mensen honger leden. Dit betekent een stijging met 30 tot 121 miljoen mensen in vergelijking met de cijfers van het voorgaande jaar. Bijna 10% van de wereldbevolking werd getroffen door honger, tegenover 8,4% in 2019.
Met de aanname van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen hebben de Verenigde Naties zich ertoe verbonden het aantal mensen in de wereld dat honger lijdt tegen 2030 tot nul terug te brengen. Het is echter duidelijk dat de cijfers sinds 2014 jaar na jaar alleen maar zijn gestegen. Zowel in relatieve als in absolute termen wordt de situatie slechter. Het rapport van dit jaar luidt de doodsteek voor dat engagement. De auteurs van het rapport geven zelfs hun prognose voor 2030: 660 miljoen mensen zullen honger lijden, waarvan 30 miljoen als rechtstreeks gevolg van de COVID-19-pandemie.
De recessie als gevolg van COVID-19 behoort immers samen met conflicten en klimaatopwarming tot de belangrijkste oorzaken van honger en ondervoeding in de wereld. Conflicten blijven de voornaamste bron van onzekerheid en veroorzaken veel hongersnoden – de ernstigste vorm van voedselonzekerheid. De opwarming van de aarde baart jaar na jaar steeds meer zorgen, en David Beasley, de baas van het Wereldvoedselprogramma, heeft de klimaatopwarming zelfs aangewezen als de belangrijkste oorzaak van de huidige hongersnood in Madagaskar.
De Coalitie tegen de Honger sluit zich aan bij de oproep van de Verenigde Naties, die naar aanleiding van de publicatie van dit rapport de politieke leiders oproepen om nu te handelen, anders zal de situatie van jaar tot jaar alleen maar verslechteren. Voor Tom Devriendt, beleidsmedewerker bij Caritas International en lid van de Coalitie tegen de Honger, “is de pandemie een indicator van de inefficiëntie van onze voedselsystemen. Elk land, ook België, moet een groter deel van haar ontwikkelingshulp aan voedsel besteden, om hongersnoden te helpen voorkomen. Daarnaast moeten onze voedselsystemen radicaal veranderen om eerlijke en duurzame voedselsystemen te ontwikkelen. Landbouwbeleid moet in samenspraak met boerenorganisaties uitgedacht worden. We moeten agro-ecologie als alternatief voor de agro-industrie ondersteunen, de weerbaarheid tegen de klimaatopwarming versterken, sociale en genderongelijkheid bestrijden en natuurlijk de internationale handel reguleren. Allemaal onontbeerlijke voorwaarden willen we ooit de honger in de wereld kunnen bannen.”