Ik was 17 en zat in mijn laatste jaar middelbaar. Na school lifte ik omdat ik te lang op de bus moest wachten. Toen ik tegen een chauffeur zei dat ik het volgende jaar regentaat land- en tuinbouw ging doen (dat was in die jaren de enige mogelijkheid om hoger landbouwonderwijs van het korte type te doen) zei de man: “Aha, het onder-wijs. Mijn vrouw staat ook in het onder-wijs.” Hij bekeek me eens goed. “Ge weet toch wat dat is hé?…. Het onder – wijs? Onder geeft een negatieve betekenis aan wijs. minder wijs dan wijs dus. Of anders gezegd, ge moet niet slim zijn om les te geven.” Daar zat ik als 17 jarige. Ik kon daar natuurlijk niets op zeggen en ik denk dat ik het ook niet gedaan heb. Het is me bijgebleven, dat is wel duidelijk. Meer nog, het heeft me dikwijls geholpen de dingen te relativeren, want een school is een heel raar fenomeen.
Wij leven in een samenleving met verticale structuren. Baas, boven baas en superbaas. Overal vinden we dat terug. Dat werkt gemakkelijk en het is overzichtelijk. Het systeem heeft ook nadelen, uiteraard, dat is zo met alle structuren.
Een school is anders. In een school is een directeur, heel soms een onderdirecteur en dan zijn er de leerkrachten, en die zijn allemaal gelijk. Officieel is er geen enkele leraar die meer is dan een ander. En dat is een probleem. Wij zijn immers zo gewoon aan de verticale structuur dat we ook in deze horizontale structuur op zoek gaan naar de verticale structuur. We gaan met andere woorden op zoek naar leerkrachten die iets meer te zeggen hebben dan anderen en anderen die iets minder te zeggen hebben. Competitie. Moeilijk! Want we moeten op zoek naar heel subtiele, kleine dingen. Dat hele gebeuren is onuitgesproken. Is het sociale intelligentie die je nodig hebt om het onzichtbare zichtbaar te maken? Een collega die de leerplannen opvolgt stijgt in de hiërarchie.Een leraar die na zijn scheiding wat verloren loopt daalt in rang. Een leraar die wat depressieve neigingen heeft daalt in rang. Ik weet niet hoe ik het doe, maar voor mij zijn deze onuitgesproken verhoudingen altijd heel erg zichtbaar geweest. Dat is een zegen en een vloek. Na de dioxinecrisis startte ik op school de biolandbouw op. Op dat moment steeg ik enorm op de onzichtbare ladder. Toen na enkele jaren de biolandbouw niet heilig, maar een gewoon aards systeem met voor – en nadelen bleek te zijn kreeg ik de weerbots. In die mate dat een aantal collega’s niet meer de behoefte hadden om met mij te praten. Gelukkig heb ik twee troeven. Enerzijds zie ik het allemaal en anderzijds ben ik een halftijds leraar met een eigen bedrijf. Dat creërt binnen de onzichtbare hiërarchie een kortsluiting. Ik ben untouchable. Ik ben niet te raken. Ik heb geen nood aan een rang.
Soms probeer ik collega’s te helpen door onzichtbare dingen uit te leggen. Het begrijpen van menselijke gedragingen helpt om er mee om te gaan. Meestal gelooft men mij niet. Pas een tijd later krijg ik dan te horen van: “Ik heb er op gelet en ge hebt toch gelijk.”
Leerkrachten hebben een vaste wedde. Overuren bestaan niet. Wat je doet om je loon te verdienen bepaal je grotendeels zelf. Mensen met veel amibitie en competentie hebben het in het onderwijs nogal eens moeilijk. Als zij amibitie los kunnen zien van verloning en opklimmen in de verticale structuur, dan maken zij kans om succesvol te zijn in het onderwijs. Maar meestal blijven ze niet. En wordt het onderwijs dus echt het onder – wijs. Anderzijds geeft dit systeem ook de mogelijkheid om de kantjes er vanaf te lopen. In iedere school lopen mensen rond die alleen nog hun uurtjes komen kloppen. Sterker nog, om niet op te vallen moeten ze zorgen dat de hard werkende collega’s minder doen. Ook dat gebeurt weer op onzichtbare, subtiele manieren. Grapjes, plagerijen, maar het kan tot regelrechte pesterijen leiden. Heel ernstige, goed menende collega’s kunnen immers een merkwaardige reflex vertonen. Ter compensatie van de karottentrekkers gaan de serieuzen de hele school op hun schouders laden. Op die manier versterken ze enkel de tweedeling en wordt het probleem alleen maar erger.
let op, ik wil niks verkeerd zeggen van mijn school, want het is allemaal menselijk en in vergelijking tot andere scholen gaat het bij ons best wel goed. Trouwens, op iedere werkvloer spelen deze subtiele machten tussen mensen van hetzelfde niveau. Leerkrachten zijn een geval apart omdat ze niet moeten samenwerken. Ze gaan hun klas binnen, ze trekken de deur dicht en met wat er dat uur gebeurt heeft niemand zaken. Op die manier worden leerkrachten enorme individualisten.
Gisteren was het oudercontact, maar meer nog: lerarencontact. Alleen staat dat laatste nergens geschreven en zijn er veel die het niet zien. In ieder geval zitten leerkrachten op oudercontacten met elkaar te babbelen in afwachting tot een ouder hen nodig heeft. Het ongedwongen karakter van zo’n avond maakt het voor mij erg boeiend.
Jos