Sinds de verschijning van Bart De Wever als politicus is Vlaanderen, is ons land België niet meer hetzelfde. De heer doet ons nadenken. Doet ons de schrik om het hart slaan. Maakt ons boos, soms blij en hij doet ons dromen. In een woord: hij zet ons in beweging. En dat is misschien toch één van de vlammen waar ons vuurtje, dat dreigt uit te gaan, het meeste aan heeft. Ook al is het oppassen geblazen niet in zijn gravitatieveld neer te gaan. (Zowat zeven minuten leestijd)
Wat de man voor vriend en tegenstander op zijn heel eigen manier betekent, lijkt me heel wat. Een antieke Griekse filosoof zegde het al: “vivere est sese movere”. Leven is jezelf bewegen. Wie op zijn kont blijft zitten, is wellicht depressief, en heeft hulp nodig. Persoonlijk heb ik al vele jaren de indruk dat de gemeenschap(pen) om mij heen best een injectie met vitaliteit kunnen gebruiken.
Grote denkers wijzen er al langer met wijsheid op dat onze tijd gedomineerd wordt door vreemde krachten. Heel bondig gezegd: de klok en de boekhoudingsgeest zetten onze ziel, ons Hart en onze geest gevangen. De oude volkeren aan de middellandse zee, zoals de Hebreeën, stelden al met diep doorzicht: “De mens leeft niet van brood alleen, maar ook van elk hooggestemd woord dat de geest voedt”. Bart De Wever brengt al jaren hooggestemde woorden, in allerlei toonaarden. En meestal weet hij toch (nog) verdomd goed wat hij zegt. Hij staat ervoor. Hij belichaamt zijn boodschappen. In mijn visie, stamt zijn kracht – gelukkig maar – uit een grote diepgang. Zijn persoonlijkheid is als een waterput, diep. En zijn geest kent envergure, geestelijke spanwijdte. Natuurlijk moet je in de nabijheid van zulke mensen goed op je tellen letten. Het is als met de aantrekkingskracht van de zon: menig ruimteschip en hemellichaam is er al door verslonden. De miljoenen volgelingen van de Duitse heerser van een generatie terug, zijn van een bijzonder koude kermis teruggekomen. Maar een mensengemeenschap zonder leider, dat is ook maar niks. Dat is droeve armoe.
Omdat de Antwerpenaar zo belangrijk is voor onze tijd, en veel rond zijn daden en gedachten draait, besteed ik er nog eens aandacht aan. De aanleiding zijn enkele doortimmerde kritische stukjes geweest (zoals ‘De N-VA is de flinkste, maar het pleit is nog niet beslist’) op de meest moedige journalistieke site van het moment. De groep heeft ideële wortels in de strijdbaarheid van de Indianen die leefden in het stroomgebied van de Mississipi en de Rio Pecos. In een eerste deel ga ik mee in dat boze, afwijzende verhaal. Omdat je altijd in een discussie eerst het standpunt van de andere zo sterk mogelijk moet verwoorden, om dan je visie werkelijk overtuigend te poneren. Daar gaan we.
1. De Antwerpenaar bedriegt in de grond zijn volgelingen, zoals Donald Trump doet in Amerika.
Na het lezen van dit stuk en het eerder verschenen artikel over de familiale achtergronden en jeugdbelevenissen van Bart en Bruno De Wever, kan ik meteen twee zaken stellen. Een, het is waar, de meeste journalisten komen moeilijk tot een kritische houding naar De Wever en zijn nieuw Vlaamse alliantie. Er gaat iets fascinerend uit van die man. En hij bespeelt gewoon te vaak de snaar van de intimidatie. Welke journalist is er dan als de kippen bij om zijn naam en faam, zijn broodwinning te riskeren?
“Verzet” tegen de snelle waarheid van deze wever van dromen zou nochtans journalistieke middens kunnen revitaliseren, zoals een winterse wandeling deugd doet, ook al is het in de warme (slaapverwekkende) huiskamer knusser. Ten tweede, ik zie een interessante gelijkenis tussen Donald Trump en Bart De Wever. Beiden geloven overmatig in de eigen persoon en de eigen boodschap. En door hun directe, enthousiaste, uitdagende stijl slaat die aan. (De meeste mensen benaderen politiek en mandatarissen vooral vanuit het gevoel, niet verstandelijk, zoals zij dat met wel meer fenomenen doen). Een negatieve zijde die beiden daarbij vertonen, is dat zij de groepen van hen sympathiek gezinde mensen in de grond belazeren. (In het Vlaams: bedotten, bedriegen).
Schijnprofeten zijn het, zij stralen jovialiteit uit, en beloven de populatie sterk en welvarend te maken, maar in werkelijkheid gedragen zij zich als jonge mannen die er ten allen prijze bij willen horen, en likken zij de hielen van de kapitaalkrachtige groepen, instellingen en personen.Die zien zij blijkbaar als de “vaderfiguren” van de tijd.
En die bevoordelen zij, zoals Trump onlangs nog op schandelijke en schadelijke manier met zijn taxatiewetten. De groep fans krijgt enkel dit:
” de identificatie bonus”. Denk aan de centrale these in “Das Ich und die Massenpsychologie” van Sigmund Freud: de (kleine) mens geeft vlot een deel van zijn vrijheid op, om zich het genoegen te geven zich te identificeren met de groot (lijkende) leider.
Ondertussen snijden Trump en De Wever wel stevig in de werkelijke rechten, kansen en vrijheden, en zelfs in het geld-inkomen van die kleine mensen.
(Ik bedoelde onder anderen de strenge en niet zo verlichte politiek van de minister van armoedebestrijding, Liesbeth Homans, die een stuitend simpel project rond maaltijden opzette, en de levengevende Vlaamse projecten van zogenaamde Sociale Huisvesting (betaalbaar standaard comfort wonen met lotgenoten) als een stiefkindje behandelde; en in het kielzog, Maggy Deblock die de moed heeft gevonden de zeer nodige en doeltreffende Wijkgezondheidscentra te kortwieken!)
Die dubbele beweging heeft iets duidelijk vals, iets gespeeld-goed, iets oneerlijks & schijnheilligs. Deze politiek heeft iets van bedrog, van veinzen en onechtheid, er is gebrek aan authenticiteit in de boodschap van bekommernis om de mensen die de eindjes niet vlot aan elkaar kunnen knopen (en dat zijn zowat een op vijf Belgen, zo blijkt uit heel recente rapporten).
— Het vraagt een denkoefening, het overwinnen van een spontane emotie voor velen misschien, maar een natie is misschien toch echt beter af met minder flamboyante figuren, die wel (meer) integer zijn. , zoals de politici m/v die bij de linkse, groene en christendemocratische partijen vandaag de toon aan geven. Met een Wouter Beke of een Meyrem Almaci krijgen wij allen allicht een betere toekomst, en onze kinderen en hun kinderen ook. Maar het zal werk vragen, veel noeste intellectuele arbeid, om de geesten tot dat gerijpt inzicht te brengen. Want zoals het met eenvoudiger zaken gaat, zoals de midnight bite of de yummi fun op het terras: gewone zielen kiezen vaak voor de hap die snel een fijn gevoel geeft, voor het pilsje, het ijsje of de chips in plaats van voor het roggebrood, de stevige artisanale bergkaas, of de met de notenkraker in de hand gekraakte hazelnoten. Volgens de huidige wetenschap zijn het die harde noten nochtans – via de vezels en de darmflora – die de mens duurzaam dit te bieden hebben: langdurige tevredenheid én gezondheid.
Een echte messias of profeet, die weet niet enkel overtuigend te spreken; die heeft ook een warm hart voor ‘mijn mensen’.
2. De Antwerpenaar doet ons wel dromen. Zonder dromen geen leven.
Na een nachtje slapen en dromen wil ik toch nog even een andere zijde belichten, na het doorprikken van het mechanisme van de identificatie met de politicus die een fenomenale Spierbal is op intellectueel en politiek gebied, maar de mensen niet meer geld en welvaart kan bieden. Bart De Wever doet dromen. Hij is misschien geen godsgeschenk zoals de beste messiaanse mensen, maar zijn verschijnen is toch wel waardevol.
Zowel de intellectuelen hebben een kluif aan hem, om hem tegenwind te bieden, en zo tot diepere, meer wezenlijke inzichten te komen. En eigen standpunten even compact te formuleren.
Veel wetenschappers kunnen dat niet meer.
Zij blinken uit in langdradigheid en verbalisme (reeksen moeilijke vaktaal termen).
Een deel van de kleine mensen lopen warm van de charismatische leider, hebben een man om naar op te kijken. Om mee op te stappen. Om blij mee te zijn. Dat is niet zonder belang. In onze moedertaal (en dat wil misschien iets zeggen over deze populatie) vind ik niet meteen veel spreekwoorden die de zaak bondig uitdrukken, behalve “Het oog wil ook wat”. Maar wel dit vergeten woord :
“Het oog van de meester maakt het paard vet”
(en vet = “niet uitgeteerd, onderkomen, mager”).
Zo lang Bart De Wever het lot van de armsten en meest kanslozen niet zwaarder maakt, is hij wellicht toch meer een zegen dan een vloek.
Idem voor Theo Francken. Je ziet bijvoorbeeld dat sommige’volgelingen” dolle pret beleven aan het scheppen van cartoons. Met hun dromerijen rond de gidsfiguren die zij hebben geadopteerd in hun geest. De analyse die sommigen bieden, als zou op die manier een alternatieve waarheid geschapen worden, getuigt van gedeeltelijk onbegrip voor de werking van de geest van de (gewone) man. Die leeft niet alleen van journalistieke of economische verslagen, die moet eens kunnen lachen en monkelen!
En meer nog. Zoals de jachthond graag werkt voor zijn jager-baas, en soldaten van alle tijden bereid zijn door modder en vuur te gaan voor een strenge maar rechtvaardige generaal die hen aanvoelt en aanvoert… zo is het in de limiet met elk van ons. De mens wil niet alleen proza, niet alleen feiten en cijfers. Is het niet zo dat elke mens minstens een derde “dromen” nodig heeft? Zonder slaap wordt de mens gek en gaat hij dood. In de droom kan onze fantasie meespelen, onze vrolijke knotsgekke interpretatie, onze irrationele kant.
En op de historische keper beschouwt, Adolf Hitler was echt wel uit ander hout gesneden, veel zieker en monsterachtiger en kil moordmateriaal. Zie mijn nota over de SS-opleiding. [Te vinden op de betreffende site, als reactie bij een indrukwekkend stuk over de reeks documentaires over onze voorouders die voor het Duitse leger of voor de bezetter hebben gewerkt. Lidmaatschap is de moeite waard.]
Laten we verder toch voldoende in de spiegel kijken: onze eigen integriteit heeft altijd zijn grenzen. Wie kan zeggen dat een deel van zijn verzet tegen De Wever en zijn Alliantie niet op banale jaloezie en frustratie is gestoeld? Persoonlijk doe ik mijn best, maar als ik mijn hand in het vuur moet steken, vrees ik dat er wel enige pijn zou te voelen zijn.
En als we echt uit de gevarenzone willen, van de oorlog in de Europese dimensie, die er voor de visionaire historicus aan gaat komen, of het nu dit jaar is, of binnen twintig jaar, dan moeten we mensen als Bart De Wever uit Kontich… volkomen negeren.
Maar of ik daartoe in staat ben, mensen dusdanig te bewegen?…
Stef Hublou Solfrian
Creative Commons respecteren alstublieft.
Delen aangeraden, maar alleen met bronvermelding (site en schrijver).
Meer zalven en slaan wat betreft de Antwerpenaar vindt u via deze link, zonder kosten. Een gift voor de redactie zou menselijk zijn.
*Nota Bene
Mijn bovenstaande visie en dan de laatste paragraaf, werkt Rik Torfs zelf verder uit, met verwijzing naar een al 25 eeuwen bekend stukje verhaal, in zijn column in het Laatste Nieuws van 23 januari. Hij geeft zijn stukje mee als titel “Ruzie in de Godenwereld”, en hervertelt een fabel van Aesopus (620 tot 560 voor Christus), waarin de jaloerse Momos kritiek geeft op de realisaties van de Goden Zeus, Athena en Prometheus.
Moet het er bij vermeld?
Rik Torfs is een betrouwbaarder en meer visionair man, met het hart meer op de juiste plaats, dan de man uit Kontich.