(Hoe overwin je een vijand die erger is dan de nazi’s? Beschouwingen over de oorlog van Israël tegen het absolute kwaad.)
Het zionistische medium LPH INFO in Israël bracht een opiniestuk van de advocaat Pierre Lurçat – geboren in de VS, lange tijd inwoner van Frankrijk, nu Israëli – dat zowel in politiek als in ethisch en religieus opzicht heel bedenkelijk is. Het uitroeien van Hamas waar hij voor pleit, deed me denken aan het boek van de Amerikaanse rabbijn Shai Held, dat niet lang na de Hamasactie van 7 oktober 2023 verscheen in de VS: “Judaism is about love. Recovering the Heart of Jewish Life”. Dat gaat niet over 7 oktober – de drukproeven waren toen al klaar – maar de beschouwingen en analyses vormen wel een interessante achtergrond bij de Joodse reactie op Hamas. Met name springt in het oog hoezeer de Israëlische politiek haaks staat op dat deel van de Joodse traditie dat haat afwijst en oproept tot verzoening…
De simpelman Lurçat vindt de uitroeiing van Hamas een “noodzaak, tegelijk militair, strategisch en moreel”. Want: “Vandaag weet elke Israëli en elke Jood in de wereld dat tegenover het absolute kwaad, belichaamd door Hamas en door de beulen van Gaza, door Iran en zijn geallieerden en door al diegenen die ons willen vernietigen, dat er maar één enkele houding mogelijk is: de kop van de octopus afhakken en al onze vijanden vernietigen, zonder tijdverlies en zonder medelijden.” Want: “De grootste vergissing van voor 7 oktober zou dus kunnen worden omschreven als de overtuiging dat Israël – vertegenwoordiger van het absolute goede – kan coëxisteren met het absolute kwaad dat belichaamd wordt door Hamas en zijn bondgenoten.”
Dergelijke binaire wereldbeelden waarin het absoluut goede en het absoluut kwade tegenover elkaar geplaatst worden zijn bekende ideologieën die de werkelijkheid geweld aandoen. Goed en kwaad zijn zelden absoluut, en doorgaans vermengd. Wie een kritische blik werpt op Israël, ziet heel veel kwaad en heel veel kwaadaardigheid. Maar door a priori te stellen dat Israël het absoluut goede vertegenwoordigt, is elke negatieve informatie over, elke kritische analyse en beoordeling van het wangedrag van Israël op voorhand uitgesloten.
Een moordlustige God
De moreel en juridisch verwerpelijke actie van Hamas op 7 oktober wordt maar begrijpelijk als je ziet dat het een bescheiden herhaling is van wat Israël al zoveel jaren doet met de Palestijnen: opsluiten, folteren, vermoorden… Politiek gezien is het ook dwaas een verzetsbeweging van een onderdrukte bevolkingsgroep als Hamas te vergelijken met het fascisme van Hitler. De stijlfiguur van de “reductio ad Hitlerum” is een banale retorische truc om tegenstanders verdacht te maken en elke discussie uit te sluiten, en het gelijk voor zich op te eisen.
Wie alert is, ziet in Israël juist allerlei fascistische trekken. Het uitroeiingsdenken – het principe van genocide op de vijand – voorop. Dat heeft bijbelse wortels, die de machthebbers in Israël benutten en bespelen, namelijk de uitroeiing van de Amalekieten:
“Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ik ben niet vergeten wat Amalek Israël heeft aangedaan: het heeft Israël de weg versperd bij zijn uittocht uit Egypte. Trek daarom op tegen de Amalekieten en versla ze. Wijd al hun bezittingen onvoorwaardelijk aan de HEER. Spaar ze niet, maar dood alles en iedereen: mannen en vrouwen, kinderen en zuigelingen, runderen en schapen, kamelen en ezels.” (De Nieuwe Bijbelvertaling, 1 Samuël 15)
Deze religieuze legitimatie van het uitroeien van een vijand past wonderwel bij een bekommernis van het hedendaagse Israël: de angst voor de “demografische tijdbom”. De Palestijnen planten zich veel sneller voort dan de Joden in Israël, wat Israël ervaart als een enorme bedreiging. Dan is het uitroeien, niet alleen van mannelijke strijders, maar ook van mannelijke burgers en van vrouwen en kinderen tot en met zuigelingen van het Palestijnse volk een afweer tegen de demografische tijdbom. Maar dit vergoelijken of aanprijzen als “het absoluut goede” is intellectueel moeilijk te aanvaarden.
Een God die haat afkeurt en verzoening en liefde promoot
Het onbeschaamd agressieve, moordlustige en domme opiniestuk van Lurçat deed me teruggrijpen naar het boek van rabbijn Shai Held. Een kanjer van een boek van bijna 550 pagina’s waarin de auteur de Joodse religieuze traditie onderzoekt op uitspraken over vijandschap en liefde. De auteur weet natuurlijk dat zo’n religieuze traditie stemmen kan bevatten die elkaar tegenspreken: “the Bible doesn’t speak with one voice.” (p. 205). Maar er zijn toch opmerkelijk veel uitspraken in de religieuze overlevering die schril afsteken tegen de moordopdracht van God om de Amalekieten uit te roeien. Zoals Spreuken 24, 17 e.v.: “Verheug je niet over de val van je vijand, juich niet als hij ten onder gaat. Want de HEER ziet het en keurt het af, en laat zijn woede op je vijand varen.”
Of Job, 31.29: “Verheugde ik mij over de ondergang van mijn vijand, juichte ik wanneer hij door het kwaad getroffen werd? Nooit heb ik mijn mond laten zondigen door met een vloek zijn leven te verlangen.” Netanyahu kan nog wel wat leren van Job. Maar hij is vast niet bijbelvast.
Een belangrijk punt in de analyses van rabbijn Held is dat het principe van niet-haten een positieve inhoud kan hebben: het herstel van relaties tussen vijanden. Wie de ezel van een vijandige buurman redt, onderdrukt niet alleen de haat in zijn hart, maar opent ook een kans tot een betere relatie. Aanbevolen lectuur voor Netanyahu!
Zie ook: