De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Het is niet omdat de politici de boel verziekt hebben dat de toestand hopeloos is, we kunnen het ook zelf doen.
Frmocratie -

Het is niet omdat de politici de boel verziekt hebben dat de toestand hopeloos is, we kunnen het ook zelf doen.

zaterdag 20 juli 2013 14:09
Spread the love

De oude Grieken in Athene ontwikkelden als eersten een direct democratisch bestuur. Vele eeuwen later in de Verlichting werd hun project, zij het slechts gedeeltelijk, terug opgenomen. Tijdens de  Franse Revolutie die begon in 1789 werd een eerste versie van de Mensenrechten neergeschreven maar het concept van democratie bleef achter tegenover dat van Athene. Schema van de grondwe in het oude Athene

Schema van de grondwet in het oude Athene[/caption]

Pas in 1850 nam Moritz Rittinghuasen de Atheense democratie terug als basis voor zijn boek: “Die direkte Gesetzgebung durch das Volk”, maar het systeem dat hij voorstond werd enkel in Zwitserland op het einde van de 18de eeuw consekwent ingevoerd. Merk wel op dat dit systeem daar ook niet uit de lucht kwam vallen, het had een lange voorgeschiedenis van lokaal zelfbestuur.

Ondertussen ontwikkelden zich in de Westerse wereld verschillende variëteiten van democratie die we ook zullen bespreken in het volgende artikel.  Ook al kan er discussie zijn over de verschillende concepten van democratie, de mensenrechten worden algemeen aanvaard onder alle democraten. Om te vergelijken  zijn ze  een voldoende basis om na te gaan of de democratie ook doet wat ze zegt te doen, met andere woorden of de belofte die de mensenrechten inhouden ook ingelost wordt.

Hoe zit het met de performantie van democratie?

De burger is het vertrouwen kwijt in de politiek

Als we het heersend politiek discours zouden geloven, dan zijn alle politici kampioenen van de democratie. Het zijn echter illusionisten ‘pur sang’ en  de simulatie van transparantie in de massamedia houdt dit bedrog in stand. De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) startte in 2007 een onderzoeksprogramma ‘Omstreden Democratie’. Bij de presentatie van zijn eindresultaten in Juni 2013 stelt het:

“Westerse democratieën worden van binnenuit bedreigd doordat er ‘interactieve metaalmoeheid’ optreedt: burgers voelen zich overvraagd doordat zij voor steeds meer beslissingen medeverantwoordelijk zijn.”

Ik volg tot aan de dubbel punt, maar daarna niet meer. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de verschillen tussen België en Nederland. Ik heb hier eerder het gevoel dat de burgers gefrustreerd zijn omdat men alles boven hun hoofden beslist. Nu ja dat gevoel hebben ze dan weer wel in Nederland als het over de EU gaat. De tekst gaat dan ook verder met:

“Europese agentschappen schieten als paddenstoelen uit de grond en hebben verregaande bevoegdheden, hoewel zij niet gekozen zijn. Hun directeuren veroveren een aanzienlijke autonomie.”

Onderzoek wijst in alle geval uit dat in België  het vertrouwen in politici en bankiers nog nooit zo laag is geweest als vandaag. Anderzijds is er weinig verzet tegen de gang van zaken in de West-Europese landen.  Margaret Tatcher ligt ondertussen onder de zoden, maar haar slogan “there is no alternative” zwerft blijkbaar nog als een spook door Europa. De burger blijft er apathisch bij.

Maar wat is dat de werkelijke oorzaak van de apathie van de burger?

Wat er werkelijk gebeurt is – in mijn opvatting, maar ik ben maar een van de velen – is dat de afstand tussen wie beslist, wat er beslist wordt en het effect van die beslissing in de sociale, economische en politieke praktijk door het kapitalistisch systeem volledig geïnstrumentaliseerd is en zo de sociale betrokkenheid volledig onderuit gehaald wordt. Ik weet dat dit een ingewikkelde zin is, ik zal hem verduidelijken met  drie voorbeelden.

(1) Vrije markt leidt tot machtsconcentratie en dus tot minder democratie in plaats van meer

Als kapitalisten geld nodig hebben om te investeren gaan ze naar de beurs. Mensen met geld kunnen dan aandelen kopen zodanig dat de ondernemer verder kan en zogezegd arbeidsplaatsen kan creëren. In theorie kan iedereen aandeelhouder worden – een grote leugen natuurlijk – en dat noemen de liberalen dan economische democratie. Dit is toch wat klassieke liberalen zoals Ludwig von Mises beweren:

“The capitalistic social order is an economic democracy in the strictest sense of the word”

Ondertussen is de meerkost (dividenden, interesten) voor investeringskapitaal van gemiddeld 13,8% in Frankrijk voor de periode 1961-1981 gestegen tot 50% à 70%  in 2011. Zie Le Monde Diplomatique, ‘Coût du Capital, question qui change tout’, juli 2013, p. 3 voor de volledige uitleg.

De praktijk is dat aandeelhouders enkel uit zijn op zoveel mogelijk winst en dat het hen niet kan schelen wat er verder gebeurt. Is het een vervuilende industrie? Maken ze wapens? Moet de ondernemer jaarlijks 10% van zijn personeel afdanken om de hoge verwachtingen van de aandeelhouders te kunnen inlossen? Who cares? Maar de ironie  wil dat veel van die kleine aandeelhouders er nogal bekaaid zijn afgekomen, zie Lernout en Hauspi, Parisbas, Dexia…, terwijl de grote spelers op de beurs zich nog meer zijn gaan verrijken. Van democratie is totaal geen sprake. 

Volgens een Zwitserse studie zwaait een klein kransje internationaal opererende groepen – in hoofdzaak financiële instellingen – de plak in de wereldeconomie. Een betere logica is deze van de coöperatieven. Beslissing en effect ervan liggen daar veel dichter bij elkaar.  “Employee owned’ bedrijven zijn stabieler dan de kapitalistische, hun werkgelegenheid blijft gehandhaafd. De zeven basisprincipes werden al in 1844 geformuleerd:

  1. Vrijwillig en open lidmaatschap
  2. Democratische controle door de leden
  3. Economische participatie door de leden
  4. Autonomie en onafhankelijkheid
  5. Onderwijs, vorming en informatieverstrekking
  6. Samenwerking tussen coöperaties
  7. Betrokkenheid bij de gemeenschap

Voorbeelden van grote en succesvolle coöperatieven vind je bvb in Zwitserland in de distrubutiesector met Migros en Coop (samen een jaaaromzet van meer dan 50 miljard Zwitsere frank). De grootste werkerscoöperatie onstond in Mondragon, Spanje (meer dan 83.500 jobs). Reële economische democratie is de materiële basis voor inspraak. Wie al zijn tijd en energie moet steken in overleven komt gewoon niet aan de bak.  Het is dan ook niet te verwonderen dat het systeem van macht en onmacht alles in het werk zet om deze economische democratie te verhinderen. Zelfs Zwitserse onderzoekers geven toe dat het gebrek aan middelen een rol speelt bij referenda:

“In many referendum campaigns, basic resources such as money, organisational strength and sophistication, time and media influence are still very unevenly distributed. Above all there is a lack of transparency. Political parties receive no public funding and there is virtually no public support for initiative and referendum campaign groups whose efforts on behalf of the well being of society are extremely important.” “Fairness in both the private and state/public spheres is a fundamental precondition for the democratic forming of political will. There are, however, considerable difficulties in regulating it. Where, for example, does the boundary between genuine information and propaganda lie?” (‘The limits of direct democracy‘ in ‘Guidebook to Direct Democracy in Switzerland and beyond’, Bruno Kaufmann, Rolf Büchi, Nadja Braun, 2010, p. 102)

Reële economische democratie moet zich niet beperken tot allerlei vormen van coöperaties.  Heel wat denkwerk rond deze problematiek werd verricht door Takis Fotopoulos voor de financiële crisis uitbrak. Aan hem hebben we het begrip inclusieve democratie te danken. Zie ook ‘The International Journal of Inclusive Democracy‘ dat verscheen sedert 2004. Sedert de finaciële crisis van 2008 is wordt deze piste terug voluit verkend zelfs in de VS.  

Je vind een resem concrete voorstellen op ‘It’s our Economy‘ of op de site van de ‘New Economic Foudation‘. Uit de geschiedenis van de directe democratie zouden we kunnen afleiden, dat beginnen op lokaal vlak meer kans maakt op succes dan beginnen op nationaal vlak.  In Berlijn hebben vijftig sociale organisaties de voorbije maanden 271.496 handtekeningen opgehaald om een referendum af te dwingen om het Berlijnse stroomnet weer in eigen handen te krijgen en een stadsbedrijf voor groene energie op te richten. De doelstelling is 100 procent groene energie.

“Energie is een nutsvoorziening”, zegt Berliner Energetisch . “Wij zijn er rotsvast van overtuigd dat de overheid veel beter voor de energiebelangen van de burgers kan opkomen dan een privébedrijf dat alleen op geld belust is. Gemeentelijk, dat is voor ons hetzelfde als ‘tot nut van ’t algemeen’. Wij kunnen ons geen democratische, sociale, groene stroomvoorziening voorstellen in handen van de grote concerns.”

Een energievoorziening in handen van de samenleving moet democratisch en participatief bestuurd worden. Vermaatschappelijking wil zeggen: openbare energiebedrijven oprichten die zorgen voor betaalbare en duurzame stroom, onder democratische controle van de bevolking. In Berlijn hebben de stroomactivisten een blauwdruk klaar voor hun nieuwe stadsbedrijf, waarin burgerparticipatie centraal staat. Hun argumenten vertaald in het Engels vind je hier.

Doordat tussen besluit en beoogd effect te veel mediatie zit krijg je vaak ook een omkering van doel en middel. Het middel wordt doel.  Waar aanvankelijk de bevrediging van onze behoeften het doel was van onze economische activiteit is nu winst om de winst, geld om meer geld en groei om de groei de doelstelling geworden.

Deze grow-or-die-logica maakt dat het kapitalisme steeds nieuwe producten en behoeften moet creëren om te overleven. Deze groeilogica is echter onverzoenbaar met een aarde die, op de keper beschouwd begrensd is. Maar de de markt kan dit proces niet stoppen en ervoor zorgen dat onze natuurlijke hulpbronnen niet uitgeput geraken noch dat we niet stikken in onze eigen vervuiling.

Zie ook artikels 22, 23, 24 en 25 van de Mensenrechten.

(2) Protest loopt aan de leiband en is net daardoor geen protest meer

Ik ontleen dit voorbeeld aan Herman Loos verschenen in Apache:

“Stel: u wil betogen tegen uw stadsbestuur. U dient hiervoor eerst toelating te vragen aan datzelfde stadsbestuur, dat is de regel. Een toelating vragen om te protesteren flirt met de wetten van het absurdisme, toch? Het is eenvoudig om te stellen dat deze procedure noodzakelijk is voor de sociale orde, we kunnen immers niet iedereen zomaar wat in het wilde weg laten protesteren. Toch? Maar is protest dat volgens de regels van de sociale orde verloopt nuttig protest? Ons protest wordt gevoerd via vakbonden, via ombudsmannen, via het georganiseerde middenveld. Het systeem voorziet in haar eigen protestmiddelen. Het geïnstitutionaliseerde protest kan zo nooit meer zijn dan wat systeembevestigend rommelen in de marge. Enkele scherpe kantjes worden afgevijld, hier een procentje gewonnen, daar eentje verloren. Protest loopt aan de leiband en is net daardoor geen protest meer.”

Procedures bij de overheid zijn zo ingewikkeld dat het heel moeilijk is om een voet tussen de deur te krijgen. Maar mensen met macht willen die macht niet kwijt en zijn dus niet bereid naar burgers te luisteren. Deze ziekte noemt men doorgaans bureaucratisme. Regels en hiërarchische structuren dienen enkel nog om de machthebbers uit de wind te zetten. Inspraak verdwijnt op alle niveaus. Het systeem verstart en kan zich niet meeer aanpassen en creatieve oplossingen worden onmogelijk gemaakt.

Bij protest wordt een proces in gang gezet dat tenslotte eindigt bij repressie. Regelneverij en procedureslagen maken elke autonoom verzet bijzonder lastig, zoniet onmogelijk.  Conflicten worden uiteindelijk enkel nog opgelost via de rechtbank. En ook al kunnen burgers beroep doen op een onafhankelijke rechtspraak, de praktijk wijst uit dat wie tijd en geld heeft altijd een voorsprong behoudt. Als dreigen met vervolging niet meer werkt schakelt men het repressieapparaat in. Het verzet moet ingetoomd worden de bestaande orde gered worden van haar burgers. De controlestaat vertegenwoordigt dan nog zichzelf.  Hier begint dan dikwijls  een neerwaartse spiraal:

Meer verzet -> Veroordeling -> Verzet tegen veroordeling -> Repressie -> Meer verzet 

En zo blijven we bezig zonder een sprankeltje inspraak maar ook zonder maar een probleem op te lossen. Dit is ook de val waarin onervaren contestanten trappen als ze zich laten verleiden tot geweld. Massaal vreedzaam verzet is veel moeilijker te neutraliseren, maar het wordt vaak in de kiem gesmoord.

Artikels 9, 12, 19 en 20 van de Mensenrechten zijn hier in het geding.

(3) De burgers zijn een radertje in een machine die een kleine minderheid steeds rijker maakt en geen rekening houdt met onze behoeften

Het derde voorbeeld gaat over lokale besturen en het geeft ook meteen een alternatief aan.

controle_schema_democratie

Bovenstaand schema is een simpele voorstelling van de feedback in een ideaal democratisch systeem. Zoals je kan  zien loopt de informatie mooi rond.  De realiteit van ons huidig systeem is wel totaal anders, van rechtstreekse feedback is zelden of totaal geen sprake. Er is altijd ergens een barriere die de zaak ophoudt.  Of er zijn zodanig veel tussenstappen dat je de weg kwijt raakt. Of er moeten een hoop tussenpersonen, instanties, vertegenwoordigers… aangesproken worden zonder garantie op resultaat. Of er moeten zoveel middelen ingezet worden dat het middel doel wordt.

In het tweede van onderstaande schema’s  van de gemeentelijke politieke besluitvorming in Brazilië gaat de informatie wel rond. Het eerste schema staat voor de traditionele situatie zoals wij die hier ook kennen en het tweede schema geeft een beeld  van de stroom van informatie na de hervorming ‘participatief budgetteren’ in bepaalde, niet alle gemeenten en steden.

zonde_feedback

met_feedback

Het participatieve budgetteren in Brazilië is een plaatselijke vorm van directe democratie, die veel verder gaat dan het Vlaamse Gemeentedecreet. Als het er op aan komt zijn individuele burgers  eenvoudig niet opgewassen tegen machtige lobby- en belangengroepen. Cliëntelisme (Bulgaije, Italië, Spanje…) met de daaraan verbonden corruptie, particratie en de draaideurpolitiek van lobyisten (België, Frankrijk, EU…) die we beschreven in ons eerste artikel hierover, staan  daadwerkelijke participatie in de weg. Dezelfde bezorgdheid vind je ook in het door weinigen alhier begrepen manifest van Democracia Real Ya :

“De burgers zijn een radertje in een machine die een kleine minderheid steeds rijker maakt en geen rekening houdt met onze behoeften.” (…) “Wij zijn mensen, geen producten. Ik ben geen product van wat ik koop, de reden waarom ik het koop en diegene van wie ik het koop.”

De indignados ontwikkelden allerlei vormen van participatieve democratie, wierpen zich zonder mediatie en ook zonder voorbehoud in de strijd tegen huisuitzettingen,  afdankingen, de verdediging van de mensen zonder papieren en andere sociale kwesties en probeerde zo terug greep te krijgen op hun toekomst.

Artikel 21 van de Mensenrechten gaat over de politieke rechten van de burgers.

Directe Sociale Betrokkenheid is de Sleutel van onze Toekomst als Mens en Maatschappij

In discussies in België over sociale strijd oppert men dikwijls dat het hier toch nog goed is.  De jeugdwerkloosheid bedraagt hier maar 22,48% terwijl ze in Spanje 55,7% procent bedraagt, in Griekenland zelfs 58,4% en in Italië 37,8%. Wie daaruit besluit dat er geen problemen zijn in België moet zijn oor maar eens te luisteren leggen bij de werkers in de sociale sector. België is een van de productiefste landen van Europa, maar de stress op de werkplek is in verhouding even hoog.

Men slaagt er bij ons in om de problemen te binnenshuis te houden. Maar maatschappelijke werkers, opbouwwerkers, jeugdwerkers, mensen in het  onderwijs, de hulpverlening- en zorgsector krijgen er wel degelijk mee te maken. Maar hen wordt het werken dan weer onmogelijk gemaakt  door regelneverij, bureaucratie, ontmenselijking en een ontstellend gebrek aan overleg en reflectie. Zo blijft het bij symptoombestrijding in plaats van de oorzaken aan te pakken  In  ‘Opstaan uit het bezette denken: emancipatie in neoliberale tijden‘ schrijft Elke Vandeperre:

“Kortom: In de werksetting van al deze professionelen zien we een verzakelijking, net in een sector die bij uitstek om mensen draait. Wat nu het effect van deze werksetting op werknemers is, laat zich raden: een cocktail van stress en vervreemding, demotivatie, onbestemde frustraties, onderlinge concurrentie, ademnood, burn-out.”

Ook in België zijn er nog een hoop sociale problemen. Met een armoedecijfer van 15% en een stijgende ongelijkheid kon je niets anders verwachten. De ‘ratrace’ ontneemt ons onze menselijkheid. Paul Verhaeghe formuleert het als volgt:

“In dit tijdperk van de maakbare mens voelt het merendeel van ons zich meer dan ooit verantwoordelijk voor het eigen falen. Het onderzoek van socioloog Piet Bracke bevestigt dit: er zijn veel meer depressies dan vroeger, en de betrokkenen ervaren hun depressie als een persoonlijke mislukking. Bij de angststoornissen zijn er twee toppers op te merken: faalangst en sociale angst. Begrijp: angst voor de ander, die hetzij een beoordelaar, hetzij een concurrent is en soms zelfs beide tegelijkertijd”

We zijn bang geworden voor elkaar. Als we  de afbraak van de sociale welvaarstaat toelaten, vernietigen we ook het greintje sociaal weefsel dat ons nog samenhoudt. Daarna zijn we klaar om onze lege hoofden te vullen met nog legere begrippen als natiestaat. Klaar om als ratten in de val van de anti-democratie te lopen.

Willen we terug greep krijgen op ons leven en terug goesting krijgen en doen krijgen om te bouwen aan een democratische maatschappij, dan moeten die afstanden terug korter gemaakt worden. Hoe langer die afstand, hoe meer het effect afwijkt van de inhoud en de doelstelling van een besluit en dat is ontmoedigend.  Dat de mensen vandaag niet meer gemotiveerd zijn om aan politiek te doen heeft daar mee te maken. Dit kon je ook horen in de kreet van de Spaanse Indignados:

“Ze vertegenwoordigen ons niet meer!”

Burgers en burgerorganisaties moeten bewapend worden om te kunnen komen tot effectieve vormen van georganiseerd wantrouwen, waakzaamheid en verzet. Het devies van de Franse Revolutie dat vandaag nog door iedereen begrepen wordt is: “liberté égalité fraternité“. Vrijheid en gelijkheid begrijpen we nog altijd vandaag,  maar wat in hemelsnaam moeten we vandaag nog met die ‘broederlijkheid’? Wel in feite gaat het toch daarover, maar dan in de betekenis van sociale betrokkenheid, zoals mensen vroeger betrokken waren bij hun dichtste familie. Alleen is de context sedert 1789 grondig veranderd.

Broederlijkheid heeft geen  betekenis meer in het hedendaagse politieke spectrum. Maar dat wil niet zeggen dat we vandaag niet meer afhankelijk zijn van elkaar, wel integendeel, nog meer als vroeger. Daarom is het nu beter om te spreken over  sociale betrokkenheid en waar ik voor pleit is voor  directe sociale betrokkenheid.

Dürkheim merkte  al op dat er twee vormen waren van solidariteit: een gebaseerd op verwantschap (agrarische maatschappij) en een gebaseerd op ‘we ondergaan allemaal hetzelfde lot’ (typisch voor de industriële maatschappij waar het leven zich afspeelde in werkplaatsen met massa’s volk en in wijken van allemaal gelijke huisjes). Klaus Boehnke en Stephan Vopel,  hedendaagse sociologen stellen:

“Modern societies are based not on solidarity rooted in similarity, but on solidarity rooted in diversity and mutual interdependence” (…)  “Therefore they need an inclusive form of social cohesion that not only accepts a multitude of lifestyles and indentities, but views them as a strength.”

Deze interpretatie van ‘broederlijkheid’ lijkt mij idd op de buik geschreven van de post-industriële maatschappij, waar het lijkt alsof we allemaal losse individuen zijn maar waar in werkelijkheid de onderlinge afhankelijk alleen maar toegenomen is.  Ik denk dat sociale betrokkenheid  zo diep in onze genetisch materiaal zit dat dat het ontkennen van dat gegeven pijnlijk ongezond is.

De concrete invulling ervan past zich simpelweg aan aan de veranderende omstandigheden, maar dit veronderstelt ook een cultuuromslag en deze is vandaaag nog volop aan de gang. Sommigen hangen nog in de industriële cultuur. Je vind zelfs nog resten van de agrarische cultuur, de jongeren echter beginnen het al te begrijpen.

Instrumentaliseren is een begrip dat verwant is met ‘verdinglichung’, vervreemding en verzakelijking. Dat is zo’n beetje de filosofische context van Marx tot Adorno. Zie ook vorig artikel  over het verbond tussen de staat en de marketing business, als hedendaagse politieke context. Ik gebruik het begrip omdat het een operationele definitie toelaat en zo oeverloze discussies wil vermijden. Global_Control

Voorbeeld van netwerkanalyse uit de studie van Stefania Vitali, James B. Glattfelder, en Stefano Battiston[/caption]

HET KAN OOK ANDERS!

Er zijn reeds heel wat positieve voorbeelden  te vinden van  directe sociale betrokkenheid in de praktijk. Sommige  ‘low-intesity’ zoals de meeste  Peer to Peer Netwerken, andere zoals ‘participatief budgetteren’  ver gaand.  Big Business  verklaarde de oorlog aan P2P en criminaliseerde  de ruilhandel op het Net  als ‘piracy’.  Een ganse batterij advokaten werd opgesteld, maar zodra die er in slaagden een site te sluiten werden er twee nieuwe opgezet. Dan maar virtuele knokploegen inhuren en via  sabotage de gebruikers proberen ontmoedigen. Maar ook die laatste moesten afdruipen.

Een lijstje waar de doe-het-zelver misschien zelf zijn voordeel mee kan doen: Autodelen zoals Cambio, Bike Kitchens zoals Fietskeuken, Local Exchange Trade Networks vind je in elke grote stad, Repair Café’s schieten als paddestoelen uit de grond, Peer-to-peer lending ook bij ons via RentevrijDe Wakkere Burger in Vlaanderen geeft nog meer voorbeelden. Inspiratie om zelf iets op te zetten vind je misschien hier:  Cities Reducing Poverty in CanadaCollaborative ConsumptionComplementary Currencies

En natuurlijk horen alle coöperaties die nog  goed bezig zijn en zich aangepast hebben aan der veranderingen in de maatschappij, ook in dit lijstje. Het is dus doenbaar, maar we moeten telkens wel met velen zijn en we zullen  zelf het initiatief in handen moeten nemen. Een vergadertechniek die kan helpen om zelf iets op te zetten met een grote groep (max. 100)  is Dotmocracy. Crowd Wise is dan meer geschikt voor nog grotere groepen en er is ook nog altijd de Snelgids voor Groepsdynamica van Volksvergaderingen die werd gebruikt op de Plaza del Sol in Madrid.

Het is niet omdat de politici de boel verziekt hebben dat de toestand hopeloos is, we kunnen het ook zelf doen. 

Alleen is er geen beginnen aan. Hier kan een beetje wetenschappelijke objectivering wel helpen om compromissen te sluiten met een grote diversiteit van deelnemers. Ik beschouw deze verkenning van democratie dan dus ook niet als een louter academische oefening, maar als mijn kleine bijdrage aan een doe-het-zelf-gids  om het systeem te veranderen, er een echte democratie van te maken.  

De Indignados waren de eersten die ons uitnodigden om aan zo’n project te beginnen met hun ‘Recept voor een Vreedzame Revolutie‘. Het was en is een ambitieus project, maar het moet en we kunnen het alleen met velen samen. Wie doet mee? “Wie wil de Volksvergadering toespreken?”, vroegen de Atheners meer dan 2000 jaar geleden.

Oorspronkelijk verschenen op Reële Democratie Nu!

take down
the paywall
steun ons nu!