De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Het Brussels Gewest telt nog 77.000 autochtone inwoners!
Brussel, Onderwijs, Vlaanderen, Sven Gatz, Vlaams parlement, Geert Bourgeois, André Loeckx, Vlaamse Rand, Luckas Van Der Taelen, Chris Kesteloot, Stijn Oosterlynck, Cocof -

Het Brussels Gewest telt nog 77.000 autochtone inwoners!

woensdag 14 november 2012 16:03
Spread the love

Dat kan niet! Dat is onmogelijk! Het lijkt ongelofelijk, maar het staat wel impliciet in de beleidsbrief van minister Geert Bourgeois (N-VA) over Inburgering en Integratie. Ik verwees er vorige week al naar (Heel Vlaanderen is de Vlaamse Rand geworden).

Wat staat er expliciet in die beleidsbrief van Bourgeois? Een tabel getiteld Belgen met vreemde herkomst en vreemdelingen in het Vlaams en Brussels Gewest op 1/1/2011. De tabel geeft een overzicht van de doelgroep van het Vlaams integratiebeleid. Bourgeois erkent dat de cijfers niet geheel sluitend zijn, maar stelt toch dat minstens 14,6% van de inwoners in het Vlaams Gewest een vreemde herkomst heeft. In het Brussels gewest loopt dit op tot meer dan 60%.

De tabel geeft in enkele kolommen bijkomende informatie: aantal inwoners, aantal inwoners van vreemde herkomst (gedefinieerd op basis van de oudste nationaliteit van de persoon, en voor wie nog thuis woont de oudste nationaliteit van de moeder), aantal vreemdelingen, in absolute aantallen en percentages. De tabel leert dat het Brussels Gewest 1,118 miljoen inwoners telt, waarvan 688.677 (61,6%) van vreemde herkomst en 351.877 (31,5%) vreemdelingen (niet-Belgen dus, vooral uit EU-lidstaten). En impliciet leert een eenvoudig rekensommetje dan dat er nog 77.644 (6,9%) Belgen van autochtone origine in het Brussels gewest wonen.

O ja, voor ik het vergeet: er leven in Brussel ook duizenden studenten. En natuurlijk werken er op weekdagen enkele honderdduizenden pendelaars. Al die mensen (en de toeristen en bezoekers) bevolken een stad die op barsten staat en overloopt, tot Aalst, Mechelen en Leuven. Al die mensen van Brussel, binnen Brussel en buiten Brussel, houden van die stad en ergeren zich er tegelijk aan.

Over de bevolkingsexplosie van Brussel wordt al geruime tijd nagedacht. Sven Gatz schreef er bijvoorbeeld als politiek testament (samen met Luckas Van Der Taelen) de parlementaire conceptnota Vlaanderen in het Brussel van de toekomst. Brussel in het Vlaanderen van de toekomst over. Ik wil twee ideeën aan het debat toevoegen. Ze zijn controversieel, op korte termijn politiek onhaalbaar en heel misschien revolutionair. Wat ook geldt voor de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

Mijn inspiratie haalde ik uit een hoorzitting die enkele weken geleden in het Vlaams Parlement plaatsvond met de professoren André Loeckx, Chris Kesteloot en Stijn Oosterlynck. Ze zijn de spilfiguren in een werkgroep die van de visietekst Naar een nieuwe gemeenschappelijkheid voor Brussel is bevallen.

De auteurs zoeken in die tekst o.m. naar manieren om stadsgebruikers van buiten de grenzen van de stad financieel te laten bijdragen aan het bestuur, in ruil voor politieke medezeggenschap. Een kanjer van een taboe: van grenzen, grendels en gegarandeerde vertegenwoordigingen, van alarmbellen, pariteiten, bijzondere meerderheden en evenwichten. Maar het is een feit dat Brussel, zoals alle steden, omgeven wordt door een rand, waardoor automatisch de politieke vraag rijst of de stad diensten kan verhalen op gebruikers die niet in de stad wonen. Want de stad is voor de randbewoners vaak de hoer die ze nodig hebben en verstoten, die ze haten en beminnen, maar die ze niet willen betalen.

Brussel heeft als Vlaamse, Belgische en Europese hoofdstad natuurlijk héél véél kosten. De stad krijgt daar ook speciale middelen voor, maar komt niettemin niet toe (tenminste: de gewestbegroting is nog altijd deficitair). De redenen daarvoor zijn velerlei maar hier irrelevant. Hoe dan ook dragen de niet-Brusselaars vandaag al op verschillende manieren bij aan de financiering van Brussel. Waarom zouden niet-bewoners, die allemaal tegelijk in kleine of grote mate stadsgebruikers zijn of voordelen van de stad genieten, in ruil voor een nader te objectiveren bijdrage ook geen medezeggenschap mogen hebben in het beleid van de stad?

Schrik niet, Brusselaars! Het omgekeerde gebeurt nu ook al tot op zekere hoogte: het Vlaams Parlement reserveert zes gewaarborgde zetels voor Vlaamse politici uit Brussel. Ze verpersoonlijken de band met Brussel nietwaar. Ze mogen zich alleen niet moeien met de Vlaamse gewestaangelegenheden (zoals mobiliteit en ruimtelijke ordening) en mogen alleen mee beslissen over de gemeenschapsbevoegdheden (zoals onderwijs en cultuur). Dat vind ik een verouderde en achterhaalde regeling. Waarom zouden de Vlaamse verkozenen uit Brussel hun zeg niet mogen hebben over de verkeersproblematiek op de Brusselse Ring, die hoofdzakelijk in het Vlaams Gewest ligt? Laat dus om te beginnen de Brusselaars in het Vlaams Parlement maar mee beslissen over gewestaangelegenheden.

En waarom geen volksvertegenwoordigers vanuit het Vlaams Gewest afvaardigen in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad? En vanuit Waals-Brabant in de Brusselse Gewestraad? En waarom laten we niet enkele Brusselse gewestparlementsleden toe in het Vlaams Parlement en de Waalse gewestraad? De dialoog en de samenwerking tussen het Brussels Gewest en het Vlaams (en Waals) Gewest zouden meteen permanent op de politieke agenda worden geplaatst. De Brusselse vertegenwoordigers uit Vlaanderen zouden hun kiezers in Vlaanderen een genuanceerd beeld geven over Brussel, werken aan wat ergert en hindert. En omgekeerd zouden de Brusselse parlementsleden hetzelfde doen voor hun kiezers in Brussel.

Het debat zou knetteren, maar men zou met meer kans op succes zowel de Brusselaar als de pendelaar absurditeiten besparen als de geplande drie shoppingcentra langs de rand of onmogelijke geluidsnormen voor de luchthaven die zowel de stad als de rand nodig heeft. En ja, Vlaanderen zou de impact van het uitdeinende Brussel erkennen maar die ook beter kunnen controleren en remediëren. En Brussel zou misschien beter begrepen en vanzelfsprekender gesteund worden door het ommeland.

Het tweede idee uit de visietekst betreft het onderwijs. Iedereen weet dat de bevolkingstoename ertoe leidt dat de onderwijscapaciteit in Brussel drastisch en dringend moet worden uitgebreid. En dat de kwaliteit van het onderwijs tegelijk moet verbeteren, dat er vormingen moeten komen die al dat jong geweld meer kansen bieden om gekwalificeerd de school te verlaten, zodat ze makkelijker aan een job en een toekomst geraken.

Waarom sluiten de Vlaamse Gemeenschap en de Franse (en de Cocof in Brussel) hiervoor geen nieuw Schoolpact af? Met een betere afstemming van eindtermen op competenties die maatschappelijk en economisch inzetbaar zijn en op meertaligheid, stellen de auteurs voor. Hoe makkelijk zou het niet worden om de territorialiteit in België als vanzelfsprekend te respecteren, als alle Brusselse scholen volop drie- of viertaligen zouden afleveren, maar minimaal tweetaligen Nederlands en Frans, die daardoor meteen ook toegang krijgen tot de hele arbeidsmarkt in België? Wat een mooi voorbeeld voor Europa, te realiseren in de Europese hoofdstad! Of is dat echt een droom?

Brussel zuigt, stoot en trekt aan zijn Rand, aan Vlaanderen. De mensen van de Rand vervloeken Brussel op dagen dat het spoor staakt. Ze vrezen Brussel in de donkere uren van de nacht of als de tv weer slecht nieuws over de stad brengt. En ze gooien achteloos hun peuken op straat, onderweg van en naar het Centraal Station.

Maar op andere dagen houden ze zielsveel van de stad zonder het zelf te beseffen. Ze staan in volle bewondering voor een doek van Permeke. Ze stralen van trots als oosterse toeristen het lichtspel op de Grote Markt fotograferen. Na een nu eens goed verteerbare file genieten ze van de keuze en keur op het Autosalon. Ze juichen in het Astridpark als Mbokani tegen Zenith Sint-Petersburg scoort. Ze schuifelen reikhalzend naar solden in de Nieuwstraat. Ze pochen tegen de buren over het Braziliaans restaurantje dat ze ontdekt hebben in die toch wel gezellige buurt aan het Sint-Gillis-Voorplein. Ze degusteren, consumeren en kijken zich de ogen uit de kop op de kerstmarkt.

Welk gat zou Vlaanderen zijn zonder Brussel? Op welke ramp zou Brussel afstevenen zonder Vlaanderen?

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!