Volgende woensdag 8 november is het weer zover: een nieuw tekenverhaal in de populaire reeks Blake en Mortimer is klaar! Wij konden via een gunstige wind de hand leggen op een boek en bieden exclusief al een beoordeling aan. (*)
Kenners van het beeldverhaal hadden ernaar uitgekeken: eindelijk krijgt Floc’h de kans een verhaal met de personages van Jacobs te tekenen. De stijl die Kuifje groot maakte mag nu voluit gaan voor kapitein Blake en professor Mortimer.
In dienst van de Vrede
De plot van “De kunst van het oorlogvoeren” is vrij rechtlijnig. Beide vrienden zijn te gast in de grootste stad van de VS, New York, waar een VN-conferentie plaatsgrijpt met als doel het behoud van de Wereldvrede. Tijd van de actie is onbestemd. Het prachtige gebouw van de Verenigde Naties waar de Algemene Vergaderingen worden gehouden te Manhattan is nog nieuw. De Secretaris-Generaal die opduikt, lijkt de Zweed Dag Hammerskjöld te zijn, en die was in functie van 1953 tot 1961.
Al gauw blijkt dat de grote vijand van de onafscheidelijke en integere vrienden ook aanwezig is: Olrik doet zijn intrede en stelt politie en vrienden voor het ene raadsel na het andere. Topfunctionarissen onderschatten de dreiging die van de man uitgaat en Blake en Mortimer hebben het niet gemakkelijk met de zelfbewuste zenuwarts Helen Shapiro die de boosaardige ‘kolonel’ behandelt. Na zowat honderd pagina’s (de tekeningen zijn groter uitgevoerd dan traditioneel, zodat het lezen vooruit gaat) ontstaat een climax wanneer Olrik het pleit lijkt te gaan winnen en de eerbiedwaardige Algemene Vergadering dreigt te saboteren.
Edward Hopper
Scenaristen Jean-Luc Fromental en José-Louis Bocquet hebben mooi werk geleverd in de lijn van de prestatie van Floc’h. Het verhaal doet origineel en zeer Amerikaans aan. Toch sluit het aan bij de welbekende traditie van het veelzijdige herenduo. Zoals in het gebruik van Amerikaanse limousines en militaire en burgerlijke vliegtuigen; in de thematiek van psychiatrische problemen en hun moeizame behandeling; met een rol voor artefacten uit de oudheid; met iconische voorwerpen zoals in dit geval de soep van Campbell’s (beroemd van kunstenaar Andy Warhol) en een knipoog naar het schilderij “Gas” (1940) van Edward Hopper met het iconische tankstation; de plechtstatige spreekstijl van vooraanstaande vrienden; de cultuurelementen zoals het antieke Chinese boek van generaal Sun Tzu…
Een toets menselijkheid maakt dat het duo weldoeners nu zoals volwassenen in de middenleeftijd na een drukke dag… uitgeput zijn. De heren doen minder dan in sommige albums aan fysieke gevechten, wat hen geloofwaardiger maakt. Helemaal naar het leven van striphelden, die met onverwachte uitdagingen te maken krijgen, is de suggestie een Zwitsers officiersmes op zak te dragen.
Een kleine onjuistheid is de schatting die de professor maakt over het aantal inwoners van New York (p.51): hij neemt het getal 13 miljoen in de mond terwijl het aantal in 1979 nog maar 11 miljoen betrof.
Een beetje naïef in de context van de Russische en de Israëlische oorlogen vandaag lijkt de slotboodschap: “Laat de VS en Rusland vrienden blijven, dan zal de wereldvrede verzekerd zijn”.
De tekeningen die een prachtige uitgepuurde klare lijn brengen, vragen een mentale aanpassing van de lezer die vertrouwd was met de reeks. Die tekeningen zijn minder gedetailleerd en groter uitgevoerd. De eenvoud komt de zeggingskracht geregeld ten goede. Het verhaal bevat minder tekst en komt wat trager op dreef, maar leest onderhoudend en de Amerikaanse sfeer is uitstekend opgeroepen. Het verhaal bereikt wellicht niet de hoge pieken van spanning en verwondering die de beste albums kenmerken, maar dit nieuwe boek is beslist een onmisbaar koester-kleinood voor ieder met een stripbibliotheek én voor elke Americanofiel. A thing of beauty is a joy forever!
(*) Deze recensie zal vanaf 8 november ook te vinden zijn op de site Stripspeciaalzaak, die wordt gerund door de gerenommeerde expert David Steenhuyse.