De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Guerilla-kunstinterventie in Tate Modern | Over Kunst en oliedollars
Milieu, Cultuur, Klimaatverandering, Klimaatgerechtigheid -

Guerilla-kunstinterventie in Tate Modern | Over Kunst en oliedollars

zondag 17 oktober 2010 03:48
Spread the love

Vorige maand, 14 september, pleegden activisten van Liberate Tate een guerilla-kunstinterventie in het Tate Modern te Londen.

Als protest tegen de sponsoring door BP van de uitbreidingswerken van het wereldvermaarde museum hielden de activisten een flash mob soort van event daags voor een Tate Board of Trustees vergadering.

Crude (2010), oil on canvas

Rond vijf uur in de namiddag gingen een dertigtal, in het zwart geklede personen, met in de hand een tube zwarte olieverf met BP-logo, de gallerij binnen. Ze vormde een cirkel en plaatsten de tubes op de grond. Eén na één stapten ze op een tube en spoten zo liters zwarte olieverf met kracht, buitenwaarts, op de vloer.

Het kunstwerk Crude (2010) werd ondertekend met Liberate Tate en aan het museum aangeboden voor haar collectie.

Blake Williams, een deelnemer aan de performance, zei: “Tien jaar terug werden tabaksfabrikanten nog als respectabele partners gezien voor publieke instellingen.”

“Het olielek in de Golf van Mexico heeft een breed publiek duidelijk gemaakt dat de impact van maatschapijen als BP op het milieu en het klimaat hen even onethisch maken voor een kunstmuseum, in het bijzonder een museum dat beweert leiderschap te tonen met haar antwoorden op klimaatverandering.”

Tate weigert namelijk op ethische gronden geld van de tabaksindustrie.

Tate

Tate is een netwerk van vier musea: Tate Britain (de vroegere Tate Gallery), Tate Liverpool, Tate St Ives en Tate Modern. Het huisvest ondermeer de nationale collectie van Britse Kunst van het Verenigd Koninkrijk en internationale moderne en hedendaagse kunst.

Tate Online wordt naast zijn functie als informatiemedium ook gebruikt als platform voor internet kunsttentoonstellingen, Net Art genoemd, die georganiseerd worden in het kader van Tate’s Intermedia Art-initiatief.

Door zijn opzet en mogelijkheden, met betrekking to e-leren bijvoorbeeld, is de Tatewebstek feitelijk ook een bestemming op zich geworden.

Kunstzinnige greenwashing

In Tate’s laatste jaarrapport (2009/2010), in september gepubliceerd, stelt het museum dat “duurzaamheid een belangrijke overweging is doorheen Tate’s werk.” Tate verklaart haar energieverbruik en haar totale koolstofuitstoot het voorbije jaar verlaagd te hebben.

Het museum gaat er ook prat op dat het een partnerschap heeft met de Carbon Trust en dat het één van de stichtende ondertekenaars was van de Engelse, nationale 10:10 Campagne, gelanceerd in het Tate Modern, met als doel om jaarlijks de koolstofuitstoot te verminderen met 10 procent vanaf 2010.

In België, bijvoorbeeld, neemt UGent sinds 10/10/10 deel aan de 10:10 Campagne.

Liberate Tate verklaarde het volgende: “Tate heeft er tot op heden voor geopteerd met een zeer enge blik naar haar voetafdruk in relatie tot de klimaatverandering te kijken en geen rekening te houden met haar relatie met Big Oil.”

Maatschappelijke verantwoordelijkheid

“In een tijd waarin kunstinstellingen willen aantonen hoe centraal de kunsten staan in het brengen van sociale voordelen voor iedereen en bijgevolg aanspraak te kunnen maken op stevige publieke subsidiëring, moet het museum verantwoordelijkheid opnemen voor haar volledige impact op de samenleving,” stelt Liberate Tate.

“Tate heeft in BP een sponsor die zich bezighoudt met sociaal en ecologisch destructieve activiteiten. dit is onverenigbaar met Tate’s ethische richtlijnen, haar verkondigde visie inzake duurzaamheid en klimaatverandering en het behouden van Tate’s reputatie.”

Volgens Liberate Tate wordt de missie van Tate ondermijnd als bezoekers aan de Tate gallerijen niet kunnen genieten van het fantastische kunstaanbod zonder dat het museum hen medeplichtig maakt aan het creëren van klimaatchaos. De beweging roept het bestuur op dit te erkennen en een einde te maken aan Tate’s relatie met BP.

Naar een echt groenere toekomst voor oude olietanks

Eerder dit jaar lanceerde Liberate Tate een open uitnodiging aan alle kunstenaars, kunstliefhebbers en iedereen die zich betrokken voelt, om actie te ondernemen zodat het tegen eind 2011 – voordat het Tate Modern uitbreidt met de tentoonstellingsruimten in drie gigantische, gesaneerde, ondergrondse olietanks – werkelijkheid wordt dat Tate haar sponsoringsovereenkomst met BP beëindigd.

Deze inspirerende, grotachtige ruimtes stammen uit de tijd dat het gebouw nog een krachtcentrale was die Londen voorzag van elektriciteit en zijn niet meer in gebruik sinds de jaren zeventig.

De werken aan het uitbreidingsproject zouden voltooid moeten zijn in 2012, tegen de Olympische Spelen, en vinden plaats in het kader van het project Transforming Tate Modern, gesponsord door BP.

BP heeft slechts “een tijdelijk probleem”

28 juni jongstleden hield Tate Britain nog een Summer Party waarbij de 20 jarige sponsoring van de BP British Art Displays 1500-2010 gevierd werd. Een Tate-project waarvoor ook sponsoring van BP wordt ontvangen.

Dit feest werd verstoord door kunstenaars gewapend met melasse en veren en ging gepaard met de publicatie van een protestbrief in de Guardian ondertekend door 170 kunstenaars.

Daarnaast sponsort BP ook projecten als de Cultural Olympiad. Een groots vierjarig kunstgebeuren naar aanleiding van de Olympische Spelen, gericht op het inspireren van creativiteit doorheen allerlei vormen van cultuur, speciaal bij jongeren, dat zal uitmonden in een natiewijd festival in 2012.

In het kader van de Cultural Olympiad organiseert Tate het Tate Movie Project. Ook gesponsord door BP.

Omtrent vragen naar aanleiding van de olieramp in de Golf van Mexico en de relatie van Tate met BP, verklaarde Nicholas Serota, directeur van Tate: “Je laat je vrienden niet in de steek omdat ze een tijdelijk probleem hebben.”

De actievoerders zijn echter van mening dat de vernietiging van ganse ecosystemen, de massale schendingen van mensenrechten, de honderdduizenden klimaatdoden per jaar en het voeren van onze beschaving naar de rand van de afgrond uit winstbejag geheel iets anders zijn.

Volgens hen is het probleem van BP, dat ze als een klimaatcrimineel beschouwen, niet tijdelijk maar fundamenteel.

In maart nog stemden 80 procent van de deelnemers aan het Tate-symposium in samenwerking met de Royal Society, Rising to the Climate Change Challenge: Artists and Scientists Imagine Tomorrow’s World, ervoor dat Tate haar sponsoring door BP zou stopzetten tegen 2012.

BP’s steun, een noodzaak

BP is door middel van sponsoring niet enkel sterk verweven met Tate. Het is één van de grootste mecenaten in het Verenigd Koninkrijk die jaarlijks behoorlijk wat Britse ponden in de kunstensector pompt.

Naast Tate sponsort het bedrijf ondermeer nog het British Museum, het Royal Opera House en de National Portrait Gallery in Londen.

Deze musea gaven naar aanleiding van het protest gezamenlijk een verklaring uit waarin ze hun dankbaarheid voor BP’s engagement op lange termijn formuleerden en het argument dat samenwerking met bedrijven van vitaal belang is om als kunstinstelling succesvol te kunnen zijn en een rijk en levendig cultureel programma te kunnen aanbieden.

Ondertussen stellen velen zich vragen bij het aannemen van geld van bedrijven die verwikkeld zijn in schandalen, door vanwege de overheid gesubsidieerde kunstinstellingen met een maatschappelijke functie, en de invloed van die bedrijven op de kunstwereld.

Volgens haar jaarverslag had Tate voor de periode 2009-2010 in totaal 126,1 miljoen Britse pond aan inkomsten.

Om haar werking te bekostigen ontving Tate 33,4 miljoen pond aan subsidies van de overheid. (Dit bedrag bevat niet de subsidies voor kunstwerken e.d.) Daarnaast genereerde het zelf 49 miljoen pond aan werkingsmiddelen.

Terwijl er over de laatste vijf jaren een stijging was van 12 procent aan werkingssubsidies, steeg het zelf gegenereerde werkingsbudget met 16 procent.

Tate genereerde aldus 59 procent van haar werkingsmiddelen uit andere bronnen dan subsidiëring.. Wat een behoorlijk aandeel is.

Het exacte aandeel van BP hierin wordt zowel door Tate als door BP angstvallig geheim gehouden, maar de schattingen zijn dat het aandeel van BP slechts 0;5 procent van Tate’s jaarlijkse inkomsten bedraagt. Voor de periode 2009-2010 zou dit dan ongeveer 630.000 pond zijn.

Linken:

take down
the paywall
steun ons nu!