De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

God bespotten, je hoeft het niet te doen, Karel Verhoeven! (Met schets van resultaten in De Standaard)

God bespotten, je hoeft het niet te doen, Karel Verhoeven! (Met schets van resultaten in De Standaard)

maandag 24 april 2017 13:38
Spread the love

Het is een heerlijke dag, Pasen is voorbij en de zon schijnt. Vandaag hoorde ik in de velden van Herent de eerste zingende mannetjes Grasmus. En ik mag vandaag graag de hoofdredacteur van de meest toonaangevende krant op zijn nummer zetten. Een heerlijke dag, inderdaad.

Mijn gebelgdheid over een deel van het gevoerde beleid bij De Standaard (naar religie en godsgeloof), zij kent historische wortels. Ik kende de krant goed, toen ik vijf jaar het blad elke dag las in de leeszaal van het Justus-Lipsiuscollege in Leuven. In dat meest strenge van alle peda’s woonde ik toen ik geschiedenis studeerde. Deze studie brengt een mens in contact met het actuele maatschappelijke debat. De student verwerft een helikopterzicht op het heden, op de werkelijkheid. Als je weet waar alles vandaan komt, hoe het gegroeid is, dan ontvang je een heldere kijk op rare toestanden en mooie gevallen vandaag. De historicus zit in een zeldzame zetel om oordelen te vellen. Met die achtergrond kon ik doeltreffend deelnemen aan het maatschappelijke debat via de krant  De Standaard. Elf opiniestukken verschenen tussen 1989 en 2001. Tegenwoordig, als oude man, mag ik er graag op wijzen dat openlijk spreken over de nationale plaag van de zelfdoding, of over de veel te grote aantallen mensen die zwaar lijden door depressie, niet evident is, en dat ik zelf aan de wieg van dat bewustzijn.Die thema’s van Geestelijke Gezondheid heb ik mee aan het Maatschappelijk Debat mogen toevoegen.

 

Ik was er mij niet van bewust dat mijn opiniestukken toen al een religieuze ondertoon hadden. En misschien te profetisch zouden gaan klinken. Toen er een soort staatsgreep plaatsvond bij de krant, net voor de eeuwwisseling, werd de cynische, en dus lichtjes of fel antigodsdienstige aard van de yuppie generatie duidelijk. De iconische verwijzing  naar het Christelijk Project werd toen van de voorpagina verwijderd (het kruis AVV VVK). Persoonlijk merkte ik dat de weerstanden die ik moest overwinnen om stukken gepubliceerd te krijgen, overhand toenam. En door de taal die de toenmalige assistent Opinie, Tom Heremans aan de telefoon naar mij  gebruikte. Territoriumnijd, zo leek het “Van u komt er geen opiniestuk meer op mijn site…”. Wel komisch en ironisch dat net die man intussen de (slimme) clown van de krant is.

 

Dat De Standaard aandacht is gaan geven aan een van de problemen die het meest met menselijk geluk en welbevinden, welzijn en goed leven te maken hebben, de kwestie van de vele zelfmoorden, was in die zin bijna ondanks haarzelf. Dat bleek ook later.

Op de overgang van de twee eeuwen organiseerde De Standaard een lezersdag. We konden vragen insturen, en de beste werden geselecteerd, om ze persoonlijk voor te leggen aan de Minister van Binnenlandse Zaken, Patrick Dewael (VLD). Mijn vraag over de vreemde en  wrede plaag van de zelfdodingen, die voor mij een groot teken aan de wand zijn dat er iets grondig mis is met de waarden van deze tijd, werd weerhouden.

Toen ik ze mocht voorlezen tijdens de samenkomst, aan een kamergrote vierkante tafel van zowat zeven meter op zeven, in de statige ambtswoning van de Minister, had ik wel een dubbele nare ervaring.

Ten eerste bleek hoezeer de redacteurs, waaronder de toekomstige hoofdredacteur Bart Sturtewagen, graag tot mouwvegen en monkelen overgingen met de toppolitici. Het was de tijd dat Guy Verhofstadt eerste minister was, en de verwevenheid tussen kranten en de politieke top was, dat is intussen door menig ander observator kritisch beschreven, ongezond en potsierlijk.

De hoofdredacteur, Peter Vandermeersch en zijn secondanten bleken helemaal niet zo bekommerd om het geluk van de mens als ik had verwacht. Het welzijn, noch het scherpe lijden van de depressieve mensen, de met geweldige wanhoop geplaagde medeburgers, dat te benoemen lokte vooral gegiechel uit!

 

Een machocultuur, in de ware zin van het woord, herkende ik hierin. Empathiemeter slaat uit op nul. De tweede teleurstelling en verontwaardiging voelde ik toen de minister reageerde. Hij had mijn vraag goed gehoord. Het werd stil in de zaal, die met gouden lambriseringen was afgezet boven en onderaan de muren. Je kon de flochen van de velours gordijnen horen bewegen.

Patrick Dewael keek niet meer naar de mensen om hem heen, hij keek wel een minuut naar beneden op zijn bureau. So far so good. Een politicus bezint zich. Dat hij toen de mond opende om te zeggen dat hij het probleem erg vond, “omdat hij bezorgd was om zijn eigen kinderen, met de vrees dat die op een dag uit het leven zouden stappen”, vond ik wel zo gortig. De politicus als burgervader? Streep erover!

 

Intussen is Bart Sturtewagen zelf als hoofdredacteur vervangen door Karel Verhoeven.  (Alles wat naar adel ruikt, niet alleen de betreffende bevolkingsgroep, is blijkbaar ennemy of the people verklaard). Ik beluisterde wel met grote aandacht de visie van de betreffende hoofdredacteur op “het fenomeen krant vandaag”, in de conferentiezaal van het Museum M, omgeven door wit marmeren buitenmuren en groot glas eind vorig jaar. Dat was een heldere en verstandige uiteenzetting, dat mag gezegd.

Voor een deel van de ergernissen die ik gevoeld had bij de lijn en inhoud van de krant, kwam een verklaring. Ik onthield vooral de mededeling dat Verhoeven met zijn krant het goede verhaal bij de mensen wilde brengen. “Wij willen de vluchtelingen, de slachtoffers, de rechters, de politici, de brandweermannen, de bankiers… een gezicht geven”. De portretfoto’s zijn letterlijk vaak top. Maar, zo ging de jonge man verder,” het werkelijke, diepere niveau, of het nu om waarheid of wetenschap of moraal gaat, dat beschouwen wij niet als onze taak, daar zijn andere mensen voor”. Daar kon ik mij in herkennen, onder meer als expert in jachtzaken en religie, en als moralist.

 

Een van mijn lange brieven die werden opgenomen in die krant was een analyse en weerlegging van een politieke zet van Bart De Wever, die beweerde dat een samengaan van groene en christendemocratische, gelovige visie nooit tot iets goeds zou kunnen leiden. Toch wel, dus. Ik wees er onder anderen op dat op vele bladzijden van de bijbel prachtige beschrijvingen van landschappen en specifieke zoogdieren en vogels worden gegeven. Dat Bart De Wever in mijn ogen slechts een dwarsligger zou zijn op de treinsporen die onze gemeenschap naar een goede toekomst zouden leiden, die slotzin liet de eindredactie weg. Dat was een paar jaar voor de grote doorbraak van de man die graag in het Draakske frieten ging nemen. Ik besefte toen plots dat die eerbied voor die man betekende dat hij een rijzende ster zou worden. Dat was nog voor Bart De Wever schrijvende mensen een reeks processen aan zou doen wegens smaad.

 

Karel Verhoeven mag stellen, wij brengen interessante verhaaltjes, de geleerden moeten de rest doen. Maar dan moet hij ook begrijpen dat er iemand opstaat en hem in zijn hemdje zet als hij op nonsensikale manier de spot drijft met God en met de gelovige mens.

Dadelijk laat ik u inkijk hebben in de brief die ik aan betrokkenen schreef, op Paaszaterdag. En die ging in cc naar een veertigtal prominente denkers, kennissen en vrienden, zowel atheïsten als gelovigen en maatschappelijke verantwoordelijken. Die man verdiende op zijn nummer gezet te worden. We leven in het tijdperk van de empathie, toch? Verhoeven besefte blijkbaar niet (of was hij gewoon lichtjes sadistisch?) dat hij duizenden zeer trouwe lezers en abonnees, zoals mijn vrienden Michel Cloet en Jan Vanderveken, op het hart trapt als hij, zoals eind 2016 schrijft dat “Geloof (in God en Christus) iets is voor mensen van boven de tachtig of personen die een ticket voor de kinesist nodig hebben”.

 

In het paasweekeinde bestond hij het dus om, als laatste in de rij van twee weken dagelijkse columns van diverse personaliteiten, Friedrich Nietzsche voor te stellen als man die het zou verdienen te herrijzen. En tussen de lijnen weer die jongensachtige, balorige spot met de gelovige mens en met God, het Oermysterie dat u en mij draagt, en heel de wereld, heel Moeder Aarde.

De kerel heeft misschien gewoon niet genoeg tijd om zich in te werken in studies en werken van zijn idolen. Jan-Hendrik Bakker besteedde in 2013 in zijn wondere werk “In Stilte. Een filosofie van de afzondering” een van de zeven hoofdstukken aan Friedrich Nietzsche. Er blijft niet veel heel, van de waarde van “de filosoof met de hamer”. Ook de grote christelijke geleerde Eloi Leclerc toonde al wel vijftien jaar geleden aan in het boek dat ik hieronder noem, dat in vergelijking met de heilige Franciscus van Assisi, de geest van Nietzsche veel kleiner en veel meer vastgelopen is gebleven.

 

Hier volgt de brief die ik Verhoeven schreef, als reactie op zijn daad van hubris, daags na de dag dat de hele wereld het lijden van de messias uit Palestina had herdacht.

 

“Mijnheer Karel Verhoeven,

Het is paaszaterdagmorgen, bij een grote kaars en met zicht op de tuin heb ik uw paascolumn gelezen.

Het was leuke lectuur. Maar ik wil u, uit respect voor de medemens in u die zoals ik tracht te denken en aan taalboodschappen te doen, even laten weten wat ik van de inhoud vindt.

In mijn aanvoelen verneukt u de mens die tot diepere waarheid wil komen, en ook de mens die zijn lijden met waardigheid wil dragen en wil dragelijk houden.

Het stuk van Erwin Mortier, “Het gebouw als moeder” p. 49, is bij vergelijking van een veel hoogstaander gehalte. Dat gaat ook net over de waarde van de Kerk en haar gebouwen om ons, arme, gepijnigde menselijke wezens, te helpen omgaan met het verdriet om de dode mensen waar wij uit voortkomen.

Uw denken is jongensachtig balorig en geworteld in gebrek aan diepgang van inzicht en aanvoelen. En hemeltergend over heilige onderwerpen.

Het stukje zal juist daarom wellicht wel functioneel zijn, in een samenleving die van hard werken de preferentiële therapie tegen het leven heeft gemaakt. En van leuk en lekker shoppen na het werk, van to show off, met behulp van bezit, naar gepercipieerde en gekoesterde minder geslaagde mensen.

In die zin is uw stukje bourgeois, op het ondraaglijke af.

Indien, indien u zou in staat zijn ook maar twee goede werken over religie en christendom te lezen, bijvoorbeeld Lytta Basset over “La joie imprenable”, waarin zij de hoogste christelijke emotie van de Vreugde analyseert en aangeeft hoe zij niet te organiseren valt, enkel voorbereidingen voor haar landing uit de hemel kunnen wij maken, en wel precies door lijdende mensen bij te staan; en Eloi Leclerc over Sint Franciscus en zijn liedvormige spirituele testament, in “Le Cantique des Créatures ou les symboles de l’union”… dan zou u op tijd van twee weken geheel anders denken over belangrijke zaken als geloof en existentie. Dat lijkt mij evident. Maar ik betwijfel of u de intellectuele eerlijkheid, nederigheid en openheid van geest bezit om die transformatie, die Verrijzenis, te kunnen waarmaken. Beide werken zijn geschreven in een hoogstaand Frans.

 

Vriendelijke groet,

S. H. S.”

Update: drie dagen later brengt De Standaard plots twee pagina’s aan de soms vreselijke vervolgingen en moorden onder de christenen in het Midden Oosten. Dat was jarenlang een groot onrecht, dat niet te doen. Op vrijdag 5 mei is er een volle pagina, en respectvol, over het werk van een priester, een pastoor met diverse parochies waaronder Lokeren, met aandacht voor zijn drukke agenda, een week lang, én een mooie foto.

Het lijkt dus duidelijk: als lezer kritische berichten insturen aan de krant, er wordt rekening mee gehouden. En al zeker als je er een publiek bericht van maakt.

 

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!