“Dit artikel werd inhoudelijk en redactioneel bewerkt en ingekort door de redactie van De Wereld Morgen. Het oorspronkelijke artikel vindt u hier.”
De meeste TV-stations en kranten zouden volgens
de VRT in handen zijn van de regering. De kranten Ultimas Noticias en El
Universal zouden overgenomen zijn door de regering. De censuur zou echter vooral
gebeuren door de levering van papier aan de kranten te blokkeren. Tuyls
gebruikt als voorbeeld de krant El Carabobeño in de stad Valencia.
In Venezuela is na 16 jaar Chávez en Maduro de
overgrote meerderheid van alle mediakanalen (TV, radio, kranten) nog steeds
stevig in handen van de privésector, ongeveer 70 procent. 5 procent is in
handen van de staat en 25 procent zijn lokale, gemeenschapsmedia. De nationale
tv-zender haalt slechts 6 procent van de totale kijkcijfers.
Inderdaad, de
overheid heeft ‘zijn greep op de media’ effectief vergroot, van ongeveer 12 procent in 1999 tot nu ongeveer 30 procent (als je de lokale media meerekent). Dat
is echter niet gebeurd door de oppositionele media in te krimpen. Hun bereik is
hetzelfde gebleven. De mediamarkt is uitgebreid door overheidsinitiatieven, die
nu dus ongeveer 30 procent van alle media betreft. Wat ‘afhankelijkheid’ van de
overheidsmedia betreft, kan de vergelijking met openbare omroep VRT best
gemaakt worden.
Vooral lokale media zijn de oppositie en de
media-oligarchen een doorn in het oog. Zij blijken immers het voornaamste
kanaal dat hun ‘informatie’ weerlegt. Bovendien waren ze instrumenteel in het
herstel van de democratie bij de staatsgreep van 2002. Terwijl de grote
commerciële media soaps en tekenfilms uitzonden gingen toen duizenden
Venezolanen de straat op naar het presidentieel paleis, waar de coupplegers een
dag later op de vlucht moesten.
Tijdens de staatsgreep hadden de grote media
beelden uitgezonden die suggereerden dat pro-Chávez-betogers op tegenbetogers
hadden geschoten. De massale mobilisatie na de staatsgreep zwegen ze dood. Een
van de voornaamste doelstelling van de commerciële media is dan ook het
afschaffen van deze lokale media, om met andere woorden terug te kunnen keren
naar hun quasi-monopolie van voor 1999.
Wikipedia, niet
bepaald een progressief medium, vat het zo samen: “Most of Venezuela’s mass
media are privately operated and derive most of their revenues from
advertising, subscriptions, and sale or distribution of copyrighted materials. A small proportion of the Venezuelan
television, newspaper, and radio markets is controlled by state-owned outlets.
The government has its own news agency, Agencia
Bolivariana de Noticias”.
Deze media overspoelen de lezers en kijkers dagelijks
met leugens, halve waarheden en fotomanipulaties. In België zou een krant of
televisiezender die openlijk oproept tot een gewelddadige staatsgreep tegen een
verkozen regering onmiddellijk worden gesloten. Deze media zenden vandaag nog
steeds hun politieke boodschappen uit. Het zijn ook deze media die uitvoerig
berichten over ‘censuur’ en ‘inbreuken tegen de persvrijheid’.
De VRT merkt blijkbaar niet de ironie van
journalisten die vrij kunnen schrijven en uitzenden dat ze gecensureerd zouden
worden. Ook het feit dat journalist Tuyls vrij en ongehinderd kan filmen en dat
de betrokkenen openlijk spreken met naam en toenaam doet geen belletje
rinkelen. Waarom kiest journalist Tuyls trouwens voor de krant El Carabobeño?
Dit is een rechtse tabloid die bekend staat voor zijn hevige aanvallen tegen de
regering.
Ronduit gelogen is de bewering dat de kranten
Ultimas Noticias en El Universal overgenomen zouden zijn door de regering.
Ultimas Noticias werd in 2013 verkocht aan een Venezolaanse investeringsgroep
(Grupo Ultimas Noticias) en de eigenaars van El Universal (de familie Mata) verkocht
de meerderheid van zijn aandelen in 2014 aan de Spaanse
investeringsfirma Epalisticia S.L.
De commerciële privé-media in Venezuela (en in
de meeste Latijns-Amerikaanse landen) hebben een overwegend welvarend blank
publiek. Zij zijn de rijke minderheid. De arme bevolking – de meerderheid – komt er ofwel niet ofwel op een denigrerende
wijze aan bod. Hun meningen en analyse worden er verzwegen of geridiculiseerd. Die
meerderheid komt alleen aan bod in overheidsmedia en lokale media, die door de
overheid worden gesubsisieerd, omdat ze geen inkomsten uit reclame hebben. Hun
publiek is daar immers niet koopkrachtig genoeg voor.
De kern van deze aflevering is echter de
stelling dat achter het tekort aan papier een campagne van de overheid zou
zitten om de pers te kortwieken. Tekort aan papier was er eveneens in 2002, in
de aanloop naar de toenmalige staatsgreep. De papierhandel is nochtans stevig
in handen van grote privé-bedrijven die net als toen schaarste organiseren. Die
papiertekorten treffen de overheidskranten overigens even erg. Dat kom je in
deze aflevering van de reeks niet te weten.