Enkele cijfers
Volgens de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de VN (UNHCR) is bijna een derde van de Oekraïners ontheemd geraakt door het conflict: Op een totaal van 37.894.872 burgers zijn er momenteel 6,2 miljoen mensen ontheemd binnen Oekraïne zelf. Daarnaast zijn naar schatting 7,8 miljoen mensen gevlucht naar andere Europese landen. Volgens de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) heeft ongeveer de helft van de binnenlands ontheemde gezinnen minstens één lid dat ouder is dan 60 jaar. 24% van de Oekraïense bevolking bestaat uit 60-plussers (in sommige gebieden zoals Donetsk en Loehansk zou dat zelfs 30 % zijn). Het gaat samen om 8,9 miljoen mensen. Bovendien zijn 60% van de ouderen die door de oorlog getroffen zijn vrouwen. 44 % van de zeventigplussers woont alleen. In gebieden met actieve vijandelijkheden blijven veel meer ouderen achter dan andere leeftijdsgroepen.
De oorlog treft ouderen specifiek
Ook al lijdt iedereen onder de oorlogsomstandigheden, de oudere bevolking krijgt toch af te reken met specifieke uitdagingen en gevolgen. Dat zijn onder meer moeilijkheden bij de toegang tot voedsel, schoon water en gezondheidszorg; een veelheid aan ziekten en handicaps en een verhoogde vatbaarheid voor een slechte gezondheid, ondervoeding, invaliditeit en letsels; een verhoogd risico op discriminatie en geweld, vooral voor ouderen met een handicap; onaangepaste verzorging van chronische aandoeningen mede als gevolg van te weinig opgeleide zorgprofessionals met een specifieke expertise op het gebied van de gezondheidszorgbehoeften van ouderen; financiële afhankelijkheid, armoede en sociale en economische marginalisering; schaarste aan medicijnen en ondersteunende technologieën specifiek voor ouderen; moeilijkheden bij het verplaatsen en migreren, met als gevolg dat ouderen vast komen te zitten in deplorabele woonsituaties.
Zij die blijven
In tegenstelling tot veel jongere Oekraïense burgers die naar het buitenland trokken is een meerderheid van ouderen Oekraïne niet ontvlucht. Soms omdat ze hun huis niet willen verlaten (bijvoorbeeld 99% van de ouderen in de regio’s Donetsk en Loehansk denkt niet aan vluchten); soms omdat ze niet weten waar ze anders naartoe moeten en soms omdat evacuatieroutes voor hen niet of moeilijk bereikbaar zijn. Bovendien zijn ze vaak ook niet in staat om te vluchten als ze dat al zouden willen, bijvoorbeeld omwille van mobiliteitsproblemen.
Het gevolg is wel dat ze vaak alleen komen te staan, geïsoleerd van hun familie of hun bredere gemeenschap, met niemand in de buurt om hen te helpen. Zij worden bijzonder kwetsbaar als er in hun directe omgeving oorlogsgeweld uitbreekt, omdat zij zich mogelijk niet tegen gevaar kunnen beschermen. Erger nog, velen kunnen de plaatselijke schuilplaatsen niet eens bereiken, waardoor ze een gemakkelijk doelwit vormen voor kogels en bommen. In enkele van de meest gevaarlijke oorlogsgebieden van Oekraïne leven en overleven een onevenredig groot aantal ouderen.
Huisvesting
De oorlog heeft de kwetsbaarheden van ouderen alleen maar vergroot. Voor de oorlog woonden veel ouderen met een handicap in appartementen of huizen die waren aangepast aan hun fysieke behoeften, zoals met hellingen of leuningen. Bovendien konden zij rekenen op formele en informele netwerken van familieleden, vrienden, buren, betaalde zorgwerkers of maatschappelijk werkers om hen thuis de ondersteuning te bieden die ze nodig hadden. De oorlog maakte dat deze steunsystemen niet meer functioneren.
Ouderen die toch uit hun huizen waren verdreven of van wie de woning totaal vernietigd is, hebben moeite om veilige en toegankelijke huisvesting te vinden op de particuliere markt. Ze worden uitgesloten van de particuliere huurmarkt omdat ze woningen of appartementen daar niet kunnen betalen wegens hun zeer lage pensioenen, vaak op armoedeniveau. In sommige westelijke regio’s zijn de huurprijzen met 96 tot 225% gestegen.
Daarom zoeken veel ouderen noodgedwongen tijdelijke onderkomens in scholen, administratieve gebouwen, treinstations, voormalige medische voorzieningen en sanatoria. Die opvangcentra zijn echter grotendeels fysiek ontoegankelijk voor ouderen met een handicap en beschikken niet over voldoende personeel met de capaciteit of vaardigheden om mensen met een handicap te ondersteunen. Ongeveer 60% van de ouderen zonder woning wordt naar staatsinstellingen gestuurd. Maar in die instellingen worden vooral ouderen met beperkte mobiliteit verwaarloosd. Ze worden bijna nooit uit hun bed gehaald of krijgen geen ondersteuning of betrokkenheid die verder gaat dan voeding en elementaire sanitaire voorzieningen.
Het mag geen verrassing zijn dat veel ouderen er in dergelijke omstandigheden voor kiezen om achter te blijven in de eigen huizen, zelfs als die zich in gevaarlijke gebieden bevinden, en zelfs als ze geen functionele daken of ramen hebben, of geen elektriciteit, verwarming of stromend water.
Ouderen blijven vaak ook wonen in gebieden die door de Russen bezet zijn, doorgaans vanwege familiebanden en uit bezorgdheid over het mogelijke verlies van hun eigendom. Bijzonder problematisch daar is dat Rusland de toegang van humanitaire hulp tot die gebieden blijft verhinderen, wat een flagrante schending van het internationaal recht is.
Armoede
Het feit dat vele ouderen een inkomen hebben dat onder de armoedegrens ligt, maakt hun situatie tijdens de oorlog extra precair omdat ze aan een aantal basisbehoeften (huisvesting, voedsel, medische zorg) niet kunnen voldoen. De pensioenen in Oekraïne zijn onhoudbaar laag. Hoewel het officiële bestaansminimum voor één persoon, zoals berekend door het Ministerie van Sociaal Beleid, 4.666 hryvnia (126 dollar) per maand bedraagt, liggen de pensioenen steevast ruim daaronder: ongeveer de helft van de gepensioneerden ontvangt 3.000 hryvnia (82 dollar) of minder per maand.
Volgens de Oekraïense parlementscommissaris voor de mensenrechten ontving bijna 80% van de ouderen in Oekraïne ook al vóór 2022 een pensioen dat behoorlijk onder de armoedegrens ligt. Vooral de situatie van vrouwen is onwaardig. Oudere vrouwen, die gemiddeld een pensioen ontvangen dat 30% lager is dan mannen, doorgaans als gevolg van kortere carrières en minder tijd vanwege zorgtaken, lopen immers een nog groter risico om met diepgewortelde armoede te worden geconfronteerd.
Gezondheid
De oorlog en de daaruit voortvloeiende levensomstandigheden ondermijnen de gezondheid van ouderen, waardoor zij met handicaps en gezondheidsproblemen achterblijven. Die maken het leven voor de ontheemde ouderen nog ingewikkelder. Sommigen raakten gewond bij aanvallen door Russische troepen; anderen wonen in gebieden waar ze geen toegang hebben tot medicijnen of leven in onhygiënische omstandigheden.
Specifieke gezondheidsproblemen zijn onder meer onbehandelde urineweginfecties, hersenschudding of verminderd gehoor als gevolg van schokgolven en explosies, verminderde mobiliteit als gevolg van langdurige perioden van isolatie thuis, en ernstige bronchitis en longontsteking na dagenlang zonder lichamelijke inspanning in een ziekenhuis te hebben doorgebracht of in een onverwarmd appartement zonder ramen.
Oorlogsgeweld
Volgens UHCHR, dat informatie verzamelt over burgerslachtoffers in Oekraïne, zijn er onevenredig veel burgerdoden en gewonden bij de ouderen als gevolg van het oorlogsgeweld. Bij de oudere bevolking leeft begrijpelijkerwijze een grote angst dat ze niet zullen kunnen ontsnappen wanneer het conflict zich uitbreidt en ze te midden van de gevechten terecht kunnen komen zodat bijvoorbeeld hun huizen vernietigd worden of zijzelf verwond of gedood kunnen worden door de beschietingen en bombardementen. Overigens blijkt dat ook in dit conflict de internationale wetten onvoldoende bescherming bieden voor burgers.
Sociale isolatie
De oorlog brengt ook gedwongen scheiding en isolatie met zich mee. De ouderen die naar andere gebieden in Oekraïne zijn verhuisd, hebben zware reizen ondernomen, vol risico’s. Terwijl ze onderweg waren, ver weg van hun familie en dierbaren, konden ze meestal zelfs hun basisbehoeften niet bevredigen en hadden ze meestal geen toegang tot een behoorlijke gezondheidszorg. Zij die in hun eigen dorp of stad blijven, hebben ook daar te maken gehad met een beperkte toegang tot diensten en een ineenstorting van hun sociale netwerken.
Degenen die erin zijn geslaagd naar de buurlanden te vluchten, worden in nogal wat van die Europese landen geconfronteerd met een onzekere toekomst, met weinig opties om een inkomen te verdienen, vaak met chronische gezondheidsproblemen, en zonder te weten wanneer en of ze ooit naar huis zullen kunnen gaan.
Besluit
Het is duidelijk geworden dat de oorlog in Oekraïne zwaar weegt op het oudere deel van de bevolking. Vaak hebben ze zich niet in veiligheid kunnen of willen brengen in de buurlanden. Daardoor ervaren ze meer dan andere generaties aan den lijve hoe de oorlog hun leven beperkt of zelfs verwoest. Daarbij kunnen ze te weinig of soms helemaal niet rekenen op hulp in het eigen land, maar ook niet vanuit het buitenland. De onbekendheid met hun situatie is daar mede de oorzaak van.
Minstens even belangrijk is de vaststelling dat de bestaande wetgeving en de internationale conventies de ouderen onvoldoende bescherming bieden. De internationale gemeenschap heeft overigens weinig gedaan om de zichtbaarheid van mensenrechtenschendingen tegen ouderen voor het voetlicht te brengen. De oorlog in Oekraïne moet daarom dienen als een wake-up call voor de internationale gemeenschap. Alleen een internationale conventie die specifiek is voor ouderen kan hun rechten effectief beschermen.