Betogers voor onderhandelingen en tegenbetogers voor vrede door steun voor de oorlog. (Foto: Die Nachdenkseiten)
De vredesbetoging van 3 oktober in Berlijn was een succes. De organisatoren spreken van 40.000 deelnemers. Een “revitalisering van de vredesbeweging”, constateerde een organisator. De betogers riepen op tot een diplomatieke benadering van het conflict in Oekraïne. Maar ze werden tegengesproken door een kleine groep tegenbetogers die voor steun aan de oorlog zijn en de vrede willen gerealiseerd zijn door een militaire overwinning van Oekraïne. Inmiddels zijn er al enkele toppolitici die ook over diplomatie beginnen te praten… De betoging lijkt een verschuiving in het politieke klimaat te markeren en te versterken, weg van de militaristische, op oorlogsvoorbereiding gerichte aanpak. En het afdoen van alle critici die de steun aan Oekraïne afkeuren als “Poetinbegrijpers” lijkt minder of niet meer mogelijk.
De militaire aanpak van het conflict tussen Oekraïne en Rusland via wapenleveringen en financiële steun aan Oekraïne betekent een forse stijging van de defensiebudgetten en dat ten nadele van sociale uitgaven, ziekenzorg, pensioenen, onderwijs en kindercrèches, trein- en busverkeer… Met een steeds grotere waarschijnlijkheid van herinvoering van de dienstplicht. En ook een reëel gevaar voor verdere escalatie van de oorlog, en het risico van het gebruik van kernwapens, waarbij Duitsland als uitvalsbasis en bestuurscentrale van de NAVO een prioritair doelwit zou zijn. Dat zijn de krachtlijnen van de visie van de betogers.
De leidster van de naar haar genoemde, opbloeiende alternatieve partij voor links, Sarah Wagenknecht, kreeg bijval, onder meer met haar kritiek op de sociaaldemocratische SPD: “De SPD van Olaf Scholz en Boris Pistorius is heel zeker geen onderdeel van de vredesbeweging.” En zij noemde de groene Minister van Buitenlandse Zaken, de uitgesproken havik Annalena Baerbock, “een veiligheidsrisico voor Duitsland”. De SPD-politicus Ralf Stegner werd tijdens zijn toespraak uitgejouwd omdat hij de SPD als “partij van de vredesbeweging” gepresenteerd had en wapenleveringen aan Oekraïne goedkeurde, zolang ze voor defensie dienden. Vanuit zijn eigen partij kreeg hij dan weer kritiek omdat hij afweek van het SPD-discours over de oorlog en daarmee bijdroeg tot het doen verschuiven van de publieke opinie.
De christen-democratische politicus Peter Gauweiler (CSU) bekritiseerde in zijn toespraak het feit dat Duitsland tijdens de oorlog tegen Joegoslavië zijn eigen grondwet genegeerd had. Die zegt immers dat het leger enkel voor de verdediging van het eigen land kan worden ingezet. Een belangrijke en fundamentele wijziging van het militaire beleid. Een parlementslid van de partij Die Linke, Gesine Lötzsch, verklaarde: “In de oorlog winnen altijd de rijken. Er zijn altijd mensen die aan de oorlog geld verdienen. Dat moeten we luid en duidelijk zeggen.”
Tegen de achtergrond van de betoging (en van de sterke resultaten van de partij van Sarah Wagenknecht bij de recente verkiezingen) spraken de premiers van Brandenburg en van Sachsen en de voorzitter van de christendemocratische partij CDU zich uit voor een sterker diplomatiek engagement van Duitsland. (Zij deden dat in een opiniestuk in de Frankfurter Allgemeine Zeitung.) Zij zoeken samenwerking met Wagenknechts partij voor de komende regeerperiode, en Wagenknecht heeft als voorwaarde daarvoor: geen stationering van middellange-afstandsraketten in Duitsland en engagement voor een wapenstilstand tussen Rusland en Oekraïne.
Wagenknecht en haar partij zijn sterke gangmakers voor het herdenken en reoriënteren van de Duitse politiek inzake defensie en de relaties met Rusland. Zie onder meer de scherpe afrekening met de NAVO door een andere topvrouw van de jonge, vernieuwende partij, Sevim Dagdelen. (“De NATO. Afrekening met een bondgenootschap gebaseerd op waarden.”)