De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Gedeelde kwetsbaarheid en sociale verbinding

Gedeelde kwetsbaarheid en sociale verbinding

zaterdag 29 maart 2025 21:31
Spread the love

Laten we eerlijk zijn: als er iets is waar wij mensen echt abominabel slecht in zijn, dan is het toegeven dat we het allemaal niet zo goed weten. Ik, jouw nederige verteller, ben hiervan misschien wel het schoolvoorbeeld. Vraag mij hoe het gaat en ik antwoord standaard “Goed!” – zelfs als mijn leven op dat moment meer weg heeft van een brandend circus dan van een goed geoliede machine.

We dragen onze maskers met de toewijding van een methode-acteur die vergeten is dat de camera’s al lang niet meer draaien. Kwetsbaarheid? Daar doen we niet aan. Dat is iets voor mensen die hun therapiesessies op Instagram delen, nietwaar?

Nou, niet helemaal.

De grote sociale paradox

Het leven is één grote, bizarre paradox. We zijn tegelijkertijd sociaal verbonden én geïsoleerd, meer dan ooit tevoren. De gemiddelde Belg heeft 447 ‘vrienden’ online, maar kan er misschien drie bellen wanneer ze midden in de nacht een lift nodig hebben. We delen onze avocado-toast op sociale media, maar niet het feit dat we ‘s nachts wakker liggen vanwege existentiële angsten.

Ik herinner me nog levendig hoe ik in 2018 een presentatie moest geven voor ongeveer 200 mensen. Mijn PowerPoint was perfect, mijn outfit zorgvuldig gekozen, mijn haar deed precies wat het moest doen (een zeldzaamheid, geloof me). En toen, halverwege mijn tweede dia, voelde ik hoe mijn maag zich omdraaide. De zweetdruppels vormden zich op mijn voorhoofd. Mijn stem begon te trillen.

Ja, beste lezers, ik had een paniekaanval – live en in technicol… ik bedoel, in HD, voor een zaal vol mensen met hun telefoons in de aanslag.

Wat deed ik? Ik maakte er een grap over. “Ik ben zo nerveus dat ik net mijn ontbijt, lunch en mogelijk ook het diner van morgen heb overgeslagen.” De zaal lachte. Ik lachte. En toen, ineens, voelde ik me beter. Niet omdat de angst weg was, maar omdat ik hem had erkend. Hij was er, maar hij domineerde niet meer.

De evolutionaire flater

Evolutionair gezien zijn we eigenlijk behoorlijk in de war. Onze voorouders leefden in kleine groepen waar verbinding letterlijk overleving betekende. Wie uitgesloten werd, had een probleem groter dan een slecht WiFi-signaal. Uitgesloten worden betekende dood.

Die angst zit nog steeds in ons systeem, maar dan wel met een moderne twist. We zijn nu doodsbang dat iemand ontdekt dat we eigenlijk helemaal niet weten wat we aan het doen zijn. We noemen het ‘het imposter-syndroom’, een term zo fancy dat het bijna klinkt als een positieve eigenschap. “Ik? Oh, ik lijd aan het imposter-syndroom. Ja, het is heel vervelend, bedankt voor het vragen.”

Maar weet je wat het probleem is? Niemand weet wat ze doen. Serieus, niemand. Die CEO met zijn glimmende Tesla en perfecte LinkedIn-posts? Hij googelt ‘s nachts “hoe doe ik alsof ik weet wat ik doe”. Die influencer met haar schijnbaar moeiteloze leven? Ze heeft net gehuild omdat haar kat haar negeerde, maar dat deel maakt de montage niet.

De grote kwetsbaarheidsmythe

Er bestaat een hardnekkige mythe dat kwetsbaarheid zwakte is. Dat het iets is wat je moet vermijden, zoals belastingaanslagen of gesprekken over politiek tijdens familiebijeenkomsten.

In werkelijkheid is kwetsbaarheid ongeveer zo zwak als een bokser die toegeeft dat hij bang is en vervolgens toch de ring instapt. Het is niet de afwezigheid van moed, maar de aanwezigheid ervan terwijl je doodsbang bent.

In 2021 had ik een ongeluk op mijn fiets. Niets ernstigs, gewoon een klassiek Belgisch tafereel: een man van middelbare leeftijd die denkt dat hij nog steeds de reflexen heeft van een twintigjarige, een nat wegdek, en zwaartekracht die bewijst dat ze altijd wint. Het resultaat was een gebroken arm, een gekneusd ego, en – het ergste van alles – de noodzaak om hulp te vragen.

Ik, onafhankelijkheid in mensenvorm, moest vragen of mensen mijn boodschappen wilden doen, mijn hond wilden uitlaten, zelfs of ze mijn veters wilden strikken. Het was vreselijk. Het was vernederend. Het was… verrassend mooi.

Want wat ik ontdekte toen ik eindelijk mijn kwetsbaarheid omarmde, was niet afwijzing of spot, maar een golf van verbinding die zo krachtig was dat het me bijna van mijn (slecht gestrikte) sokken blies.

De sociale chemie van delen

Wetenschappers – die mensen die veel slimmer zijn dan ik en waarschijnlijk met een betere houding door het leven gaan – hebben ontdekt dat er daadwerkelijk een chemische basis is voor waarom gedeelde kwetsbaarheid zo krachtig is.

Als we authentiek contact maken met een ander mens, produceert ons lichaam oxytocine. Dat is hetzelfde hormoon dat vrijkomt bij knuffels, seks, en wanneer je naar puppyvideo’s kijkt (oké, dat laatste is misschien niet wetenschappelijk bewezen, maar het voelt zo waar).

Oxytocine bevordert vertrouwen en verbondenheid. Het is als een biologische beloning voor het afleggen van onze armor. “Goed gedaan,” zegt je lichaam. “Je hebt net toegegeven dat je drie keer hebt gehuild bij het kijken van Titanic. Hier is wat chemisch geluk.”

Maar hier wordt het ingewikkeld: we produceren ook cortisol wanneer we ons kwetsbaar opstellen. Dat is ons stresshormoon, het kleine duiveltje dat op onze schouder zit en fluistert: “Waarom heb je dát nu gezegd? Ze gaan je nooit meer respecteren.”

Het is deze chemische cocktail van hoop en angst die kwetsbaarheid zo intens maakt. Het is waarom het zo moeilijk is om te doen, en waarom het zo krachtig is wanneer we het toch doen.

De digitale illusie

Laat me een bekentenis doen: ik heb mijn social media-profiel zorgvuldig gecureerd om te suggereren dat ik een leven leid dat ongeveer 60% interessanter is dan het daadwerkelijk is. Mijn Instagram toont niet de drie uur die ik besteedde aan het staren naar mijn plafond terwijl ik me afvroeg of ik de enige ben die zich afvraagt of duiven gevoelens hebben. Het toont niet de existentiële crisis die ik had toen ik besefte dat ik het woord ‘existentieel’ te vaak gebruik.

Sociale media is de digitale versie van de vraag “Hoe gaat het?” waarop we automatisch “Goed!” antwoorden. Het is een plek waar we allemaal doen alsof, en waar we allemaal weten dat we doen alsof, maar toch blijven we doen alsof we niet weten dat we allemaal doen alsof.

Het resultaat is een gevoel van isolatie te midden van constante verbinding. We zijn met z’n allen eenzaam samen, scrollend door elkaars hoogtepunten terwijl we ons afvragen waarom ons eigen leven niet zo glamoureus is.

De ironie? Als we allemaal tegelijkertijd zouden toegeven hoe het écht met ons gaat, zou die eenzaamheid in één klap verdwijnen als sneeuw voor de digitale zon.

De kwetsbaarheidsrevolutie

Er lijkt gelukkig een verschuiving gaande te zijn. Langzaam maar zeker beginnen we te erkennen dat perfectie niet alleen onmogelijk is, maar ook verschrikkelijk saai.

Ik herinner me een vergadering vorig jaar waarbij de directeur plotseling toegaf dat hij geen idee had wat hij deed met de nieuwe marketingstrategie. “Ik doe alsof ik het weet,” zei hij, “maar eigenlijk gok ik net zo hard als jullie allemaal.”

Je kon bijna de zucht van opluchting horen in de zaal. Ineens waren we geen groep mensen die deden alsof ze competent waren; we waren een groep mensen die eerlijk toegaven dat we het allemaal maar wat probeerden. En daardoor werden we, paradoxaal genoeg, effectiever.

De meest inspirerende mensen die ik ken zijn niet degenen die nooit falen. Het zijn degenen die spectaculair falen, en vervolgens opstaan, hun wonden likken (soms letterlijk, in het geval van mijn vriend die denkt dat hij een kattenfluitsperer is), en weer doorgaan.

De praktijk van gedeelde kwetsbaarheid

Dus hoe cultiveren we deze gedeelde kwetsbaarheid in ons dagelijks leven? Moeten we onze diepste geheimen op straat gooien zoals sommige mensen hun afval naast de container zetten? (Ja Frank uit appartement 3B, ik heb het over jou).

Natuurlijk niet. Kwetsbaarheid is geen exhibitionisme. Het gaat niet om alles delen met iedereen, maar om authentiek delen met de juiste mensen op het juiste moment.

Het begint met kleine stappen. Misschien betekent het toegeven dat je je zorgen maakt over dat nieuwe project op het werk, in plaats van te doen alsof je het allemaal onder controle hebt. Misschien betekent het een vriend vertellen dat je je eenzaam voelt, in plaats van te doen alsof je agenda te vol zit voor sociale afspraken.

En hier is het geheim: het wordt makkelijker met de praktijk. De eerste keer dat je toegeeft dat je niet weet wat je doet, voelt als een sprong van een klif. De tiende keer voelt het als een stap van een stoeprand. De honderdste keer voel je je bijna verbaasd dat je ooit dacht dat het eng was.

De terugkeer naar het dorp

In veel opzichten zoeken we als moderne mensen naar wat onze voorouders als vanzelfsprekend beschouwden: een gevoel van verbondenheid, van erbij horen. We proberen in onze grote steden en digitale ruimtes opnieuw het dorp te creëren waar iedereen elkaar kende – niet alleen de hoogtepunten, maar ook de worstelingen.

De paradox is dat we, om ons verbonden te voelen in deze hyperverbonden wereld, moeten terugkeren naar de meest fundamentele vorm van menselijke interactie: eerlijk zijn over wie we zijn, inclusief onze angsten, onze twijfels, en onze mislukkingen.

Dat is geen zwakte. Het is de sterkste vorm van moed die er bestaat.

De kwetsbare conclusie

Laat ik eindigen met een bekentenis, want wat is een essay over kwetsbaarheid zonder een moment van… nou ja, kwetsbaarheid?

Ik heb dit stuk ongeveer vijf keer herschreven. Ik twijfelde of het grappig genoeg was, of diepzinnig genoeg, of het niet te persoonlijk was, of niet persoonlijk genoeg. Ik vroeg me af of mijn anekdotes relevant waren of gewoon narcistisch.

Met andere woorden, ik worstelde met precies dezelfde angsten waarover ik schrijf. Ironie op zijn best, nietwaar?

Maar hier is het ding: door dit toe te geven, door je te laten zien dat ik ook twijfel, creëer ik een ruimte waarin jij, beste lezer, ook mag twijfelen. Waarin we samen kunnen erkennen dat we het allemaal maar wat proberen, dat niemand het perfect doet, en dat dat helemaal oké is.

En misschien, heel misschien, is dat precies waar het bij gedeelde kwetsbaarheid om draait: het creëren van ruimtes waarin we allemaal mogen zijn wie we zijn, met al onze imperfecties, en waarin we ontdekken dat we, juist in die imperfectie, nooit alleen zijn.

Want als er iets is dat ik geleerd heb door mijn eigen geknoei, mijn paniekaanvallen, mijn gebroken armen en mijn existentiële crises (daar is dat woord weer), dan is het dit: de meest helende woorden in de menselijke taal zijn niet “Ik heb het allemaal onder controle”, maar “Ik ook”.

Dus hier ben ik, een mens die het ook niet allemaal weet, die schrijft voor andere mensen die het ook niet allemaal weten. En in die erkenning, in die gedeelde kwetsbaarheid, ontstaat een verbinding sterker dan welk perfect verhaal dan ook ooit zou kunnen creëren.

En als dat geen sociale magie is, dan weet ik het ook niet meer. Maar dat is oké. Dat wist je al.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!