De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Europa en Chinese mensenrechten – de les van 1989
China -

Europa en Chinese mensenrechten – de les van 1989

donderdag 9 december 2010 14:17
Spread the love

Mensenrechteniconen Vaclav Havel en Desmond Tutu hebben het er nog eens goed ingehamerd een paar dagen geleden in the Guardian: China moet dringend de mensenrechten beginnen respecteren. En het communistische regime zou kunnen beginnen met Nobelprijswinnaar Liu Xiaobo en zijn vrouw op staande voet vrij te laten. Havel en Tutu hebben over de hele lijn gelijk, en toch wringt hun pleidooi ergens.

Vooreerst, weinigen zullen betwisten dat het Chinese model, in haar voortdurende evenwichtsoefening tussen collectieve rechten (bv. het recht op ontwikkeling) en individuele mensenrechten, de eerste teveel laat doorwegen. Vooral de individuele burgerlijke en politieke mensenrechten worden met de voeten getreden.  Elk regime moet die evenwichtsoefening maken. Waar bij ons de balans eerder op individuele vrijheden ligt, maakt China een andere keuze. Dat is haar goed recht. Probleem is dat het verschil tussen collectieve rechten van de samenleving en de belangen van de Chinese politieke en businesselite niet altijd bijster duidelijk is, en dat is een understatement voor wie wel eens een van de talloze megalomane vastgoedprojecten in een Chinese grootstad heeft mogen aanschouwen. Europa mag nooit aanvaarden dat, omwille van een zogenaamd ‘hoger’ algemeen belang, mensen achter slot en grendel verdwijnen, als “collateral damage”. Als we ook maar een beetje zelfrespect opbrengen en geloof hechten aan onze eigen idealen, moeten we dus met zijn allen de plechtigheid van de Nobelprijs voor de vrede in Oslo bijwonen. Chinese chantage moeten we beantwoorden met het enig mogelijke antwoord: weglachen.

In de touwen

Waar mangelt het echter aan in Havel en Tutu’s discours? Ze geven scherpe kritiek op het Chinese ontwikkelingsmodel, maar vergeten daarbij dat het Westerse model van liberale democratie en vrije markteconomie in de touwen ligt. Laat ons even vanuit Chinese invalshoek proberen te kijken. Als democratie een aantrekkelijke optie voor China moet worden, naar welk soort land gaan ze dan in eerste instantie kijken, om te zien of zoiets kan functioneren in hun land? Toch naar grote landen als de VS en buurland  Indië zeker, die (minstens nominaal) democratieën zijn! In mindere mate eventueel ook naar Brazilië en de hybride EU constructie, al kampt die laatste ondanks het verdrag van Lissabon nog steeds met een democratisch deficit. Pas als dit soort landen bewijzen de uitdagingen van de 21ste eeuw aan te kunnen, gaan brede groepen Chinezen er misschien eens over beginnen denken, of toch de beter geïnformeerden onder hen en de mensen in beleidscenakels.

Indië en de VS zijn in de ogen van de Chinezen echter over de hele lijn gebuisd. Indië paart anno 2010 serieuze economische groei nog altijd aan een mensonterende kloof tussen rijk en arm, met – anders dan in China – nog steeds massale ondervoeding en kindersterfte. Wat het politieke stelsel in de VS betreft, tja, zelfs als ze de Chinezen grof geld aanboden, zouden ze allicht nog niet toehappen. De slabakkende Amerikaanse economie en de uitzichtloze polarisering zijn niet eens het voornaamste probleem. Probleem is dat de idealen waar de VS voor staan, overduidelijk niet (meer) gelden voor grote groepen in eigen land. Chinezen die een paar jaar in Amerika studeren, kunnen dat met eigen ogen vaststellen. Als Obama binnenkort effectief de belastingvoordelen voor de ultrarijken verlengt, met het mes op de keel van de republikeinen, bewijst hij voor de zoveelste keer dat in de VS het recht van de rijkste geldt.

Dat is in China niet fundamenteel anders, zul je opmerken. Maar ondertussen is het ook voor Chinezen overduidelijk dat je geen autoritair regime nodig hebt, om armen meedogenloos aan de kant te schuiven. Of het nu communistische satrapen of Wall Street-investeringsbankiers zijn die de ellebogen en het lobbywerk niet schuwen, het nettoresultaat lijkt op hetzelfde neer te komen. China en de VS lijken meer op elkaar dan ze soms denken. Overigens moeten we toegeven: als er ergens in de wereld anno 2010 enig bewijs bestaat voor de ‘trickle down’ theorie van economische welvaart, is het wel in China.  Last but not least, als het in de VS een beetje tegenzit, zitten ze in 2012 met Sarah Palin of Rand Paul als president opgescheept. Doe me dan toch maar Xi Jinping, zie je de Chinese middenklasse denken.

De EU is op dit ogenblik op zijn zachtst gezegd ook niet echt een succesverhaal, en daar zal allicht niet snel verandering in komen. Wie objectief naar Brazilië krijgt, geeft dat land echter vooralsnog het voordeel van de twijfel. Toegegeven, tanks afsturen op drugsbendes in de slums van Rio was niet direct grote reclame, maar tijdens de bewindsperiode van Lula realiseerde Brazilië met vrij beperkte middelen toch heel wat op het vlak van gezondheidszorg en sociale zekerheid. Stilaan neemt de wereld daar akte van. We laten de ecologische horror in het Amazonegebied hier even buiten beschouwing, want die is er in China evenzeer.

Pikant detail: de Chinese staatstelevisie CCTV besteedt al jaren veel aandacht aan verkiezingen elders in de wereld, zelfs op de meest exotische plaatsen. Dat kun je vreemd vinden voor een autoritair regime, maar als je wat van dichterbij kijkt, begrijp je al snel waarom. Doorgaans hebben de staatszenders immers bitter weinig moeite om verkiezingen en andere democratische ongein af te schilderen als “wat maken die democratieën er toch een zootje van”.

Europees alternatief

Wat kan Europa eigenlijk meer doen, behalve staan klagen aan de zijlijn over mensenrechtenschendingen in China? De conclusie ligt voor de hand, voor wie ze wil zien tenminste.

Hoe kunnen Havel & Tutu immers het ontwikkelingsmodel van China aanklagen, dat enkel economische groei zou beogen, maar terzelfdertijd blind blijven voor het feit dat onze Westerse maatschappijen eigenlijk stikjaloers zijn op die groei ? En dus eigenlijk identieke economische waarden blijven hebben, als ze eerlijk zijn? Politici en analisten hebben het tegenwoordig wel over ‘duurzame groei’, maar dat is eerder een verplicht PR nummertje, zowel bij ons als in het nieuwe ‘groene’ China. In se blijven veel van de zogenaamde “mensen die er toe doen” kleine kinderen, en willen ze “de grootste  (economie, groei, …) hebben”. Op dit ogenblik is het herrezen Duitsland opnieuw de posterboy van  mainstream economische analisten, een tiental jaar geleden moesten we nog met zijn allen opkijken naar de ‘veel flexibeler’ VS en de Keltische tijger. De gevolgen zijn bekend.

Als we de les van eind de jaren ’80 voor ogen houden, namelijk dat de Sovjetunie niet zozeer implodeerde vanwege de vrijheden in het Westen die Oosteuropeanen de ogen uitstaken, maar veeleer omdat de Westerse levensstandaard duidelijk hoger lag, moeten we nadenken over hoe het Westen terug een attractief rolmodel kan worden voor de wereld. De strijd aanbinden met China qua levensstandaard, luxe, competitiviteit, kosten-efficiëntie, en economische groei, lijkt nutteloos. Die strijd kunnen we niet winnen. Ook in China kun je nu ongeremd de “Chinese droom” nastreven, met alles erop en eraan, getuige de ettelijke Louis Vuitton en Hermesgadgets in de etalages van luxe-shoppingmalls.

Europa moet dus een nieuw soort droom belichamen, een ideaal dat beter bij de 21ste eeuw past, gericht op levenskwaliteit en welzijn, eerder dan op groei en welvaart om de welvaart. Na de sociaal gecorrigeerde ook de ecologisch gecorrigeerde en dus sterk gereguleerde markteconomie. Allicht moet ons hele economische systeem daarvoor fundamenteel herdacht worden, en kun je niet zonder injectie van een vleugje spiritualiteit. Een gezonde economische basis blijft daarvoor onontbeerlijk, jawel, maar we moeten met zijn allen leren dat genoeg misschien wel genoeg is. Of, horreur, dat generaties er misschien wel qua welvaart kunnen op achteruitgaan. We moeten misschien wel langer werken, maar ook minder werken. Genadeloze kostenefficiëntie, performantie en toegevoegde waarde, moeten indien mogelijk ingeruild worden voor meer menselijker arbeidsverhoudingen, waarbij zoveel mogelijk ook minderheden aan bod komen. En waar economische groei elders in de wereld ongetwijfeld nodig blijft, lijkt bij ons de voornaamste opdracht hoe je de koek verdeelt. Als zelfs sommige van de meer visionaire rijken in de VS beginnen in te zien dat ze belachelijk weinig belastingen betalen, is er iets grondig mis. Om het nog niet te hebben over het ingewikkelde belastingskluwen dat doorgaat voor de ‘boekhouding’ van veel multinationals, en de belastingsparadijzen waar Sarkozy en anderen in 2008 paal en perk beloofden aan te stellen.

“Stilstaan is achteruitgaan”, heet het meestal bij economen, en er zijn ongetwijfeld macro-economisch goeie redenen te bedenken waarom groei nodig is, zo geeft zelfs Tim Jackson toe in zijn boek “Prosperity without growth”. Ik twijfel er dan ook niet aan dat veel mensen die meer kaas hebben gegeten van economie klaarstaan om dit soort visie op een nieuwe maatschappij neer te sabelen als naïef of,  erger nog, de utopie van een ‘maakbare’ samenleving. Maar de ultieme economisch/ecologische paradox, nl. dat als iedereen groei nastreeft, de planeet naar de haaien gaat, daar zwijgen veel van diezelfde mensen over. Van utopieën gesproken.

Wat let Europa dus om de eerste economische macht te worden, die de tering naar de nering zet? Een economie die leert leven met de beschikbare natuurbronnen. Pas als het daarin slaagt, heeft Europa opnieuw een model dat China en de hele wereld haar zal benijden, en zullen Chinese studenten die hier wat langer verblijven, verrukt verklaren dat het Westen inderdaad ‘zoals in de soaps’ is. Als de Europese commissie zich met al haar gewicht achter dergelijk project zou zetten, geeft ze in één klap ook een boost aan de democratische legitimiteit van de EU. Ipv te ogen als een verkrampt continent dat worstelt met zichzelf, en achter de feiten lijkt aan te hollen, zou de EU terug een positief en aanstekelijk project uitstralen. Misschien zal zo’n maatschappij uiteindelijk een utopie blijken, maar we zijn het aan ons nageslacht verplicht het minstens te proberen.

take down
the paywall
steun ons nu!