De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

“Etnische profilering” als geschikt overlevingsinstinct van de politieman/vrouw op de kasseien?

woensdag 17 november 2021 08:48
Spread the love

Dezer dagen dromen velen van een geheel op nieuwe gronden opgetrokken samenleving, economie, landbouw enzovoort. Dat is in bepaalde deelgebieden ongetwijfeld verstandig en nodig, zoals de landbouw en de bouw (zie vorige blog http://Wat houd ons tegen? ). Iemand die in dat dromen excelleerde voor de ogen en de oren van de wereld, zowat veertig jaar terug, was John Lennon, die het magnifieke “Imagine” schreef. Ik herinner mij dat ik toen een jaar of achttien was, en dat ik mee in de ban was. Ik  herinner mij ook dat Lennon, die na een lastige, soms pijnlijke jeugd in het Engelse Liverpool een grote kleine opstandeling was geweest, een andere koers was gaan varen: hij woonde toen in New York en bekostigde uit eigen middelen een partij kogelvrije vesten voor de politie. Dat model mag ik graag leggen op mijn eigen diepere motivatie om volgende gedachtegang en observaties te schrijven over de verschillen van rassen bij mensen en de kans die het aanknopingspunt van huidskleur in bepaalde gevallen biedt aan politiemensen, om ongedeerd uit een confrontatie op straat weg te raken. Ik grijp terug op een beschouwing die ik zeer onlangs maakte op Facebook, op spontane manier, na het lezen van een discussie op het profiel van Johan Leman; daar werd nog maar eens uit het nieuwerwetse maar misschien echt niet zo wijze vaatje getapt dat “ras” onbruikbaar is wanneer het over menselijke wezens gaat. Plots wordt dat begrip, dat zo essentieel is voor elke hondenliefhebber, voor elke zoöloog, naar de prullenmand verwezen, met de heftigste (drog)redenen. Noteer, beste lezer, dat ik meer dan een halve eeuw vrij intense studie van de dierenwereld achter de rug heb, en meer dan een decennium vooral met mensen uit alle hoeken van Afrika ben omgegaan, en tussen 2005 en 2016 in een migrantenwijk heb gewoond waar ik vrijwillig veel verantwoordelijkheid heb opgenomen en dus in contact ben gegaan met tienermannen van Marokkaans-Belgische identiteit. We spreken dus, neem dat gerust aan, zoals een Luckas Vander Taelen in het Brusselse, met kennis van zaken als het gaat over je fysieke integriteit bewaren in de omgang met mensen van een  heel andere cultuur, godsdienstige achtergrond en genen. Kortom: ik geloof dat sommige bureau-intellectuelen te ver gaan als zij de politie verbieden met ras en huidskleur rekening te houden bij het trachten de orde te bewaren in de stedelijke populatie die aan hun taken is toevertrouwd.

Ik geloof dat het mijn goed recht is in mijn zestigste herfst te denken en te spreken als een ervaren man en burger van die leeftijd. Ik hoorde gisteren tijdens een wandeling in de Riddersstraat in Leuven nog toevallig een gesprek tussen een man en een vrouw van deze leeftijd in deze volkse buurt. “Et ès ni mië gelak vrueger!” was het besluit van de dialoog door de man, toen beiden hun eigen weg weer gingen na luidop te praten. Tegenwoordig lijkt het bon ton dat je niet meer van rassen spreken gaat, net zomin als van mannen en vrouwen in de context van het geslachtendebat (gender). Niet alleen staat deze evolutie haaks op de waarden en woorden waar wij een halve eeuw mee hebben gewerkt en in werden opgevoed, ze staan ook haaks op heel wat empirische evidentie: op waarnemingen en ervaringen. Ik kan hier naar waarheid getuigen dat de jonge mannen van Marokkaanse origine, die ondersteund werden door een gecombineerde informele task force van jongerenwerkers, buurtwerkers, politie, OCMW, vrijwilligers en buren, mij op bepaalde dagen het bloed onder de nagels hebben uit gehaald. Ik herinner mij maar al te duidelijk een moment dat ik mijzelf bij brutale beledigingen geuit door het open raampje van een auto zodanig in de hand heb gehouden, op de zelfbeheersing heb moeten spelen, dat ik een bloedaandrang kreeg en stekende pijn aan het hart, wat mij voor het eerst in die context ernstig voor mijn leven deed vrezen.

 

Op mijn  profiel op Facebook schreef ik vanuit deze contexten en herinneringen volgende woorden, in reactie dus op de woorden van Leman  die jarenlang als directeur met ingeweken mensen heeft gewerkt in de Foyer, in wat momenteel Unia heet.

De mens is bijzonder visueel ingesteld tot nader order. En het gezicht is nu eenmaal, om met de woorden van hoogleraar psycholoog en seksuoloog-filosoof Piet Nijs te spreken, het gedeelte van het lichaam dat veruit de meeste informatie over een persoon biedt. Op het gezicht kan de ervaren observator de geschiedenis van een mens vaak in grote mate aflezen.

Dat levensverhaal leest zich altijd tegen een bepaalde kleur-achtergrond. Iemand merkt op: “Het gezicht lezen? Ik zou daar toch mijn hand niet voor in het vuur steken.” Mijn antwoord ging in volgende zin. Het is inderdaad geen sinecure. Natuurlijk breng ik bij het spontaan en snel uitvoeren van deze “kleurscreening” deze info samen met wat er uit de mond van betrokkene komt, met wat er te zien is aan lichaamstaal en met de kennis die ik ter beschikking heb van gedane zaken en gedachten van die persoon, van zijn of haar biografie.

 

Maar voor een snelle evaluatie van wie je voor je hebt, is “de geschiedenis en het karakter lezen op de huid van het gezicht” vaak het enige dat voorhanden is. In de nood ga ik daarmee verder, door het vuur, ja. Bijvoorbeeld bij het kruisen met een passant in een donkere straat in de stad rond middernacht. Ik zal natuurlijk ook verrekenen of die persoon naar alcohol ruikt, hoe gezwollen, beschaafd of intelligent de stem klinkt, welke kleren hij/zij draagt, welke bagage enzovoort.  Als de persoon heel donker van huid is, donkerbruin, zal mijn duizenden dagen ervaring met mensen uit Nigeria, Congo, Kameroen, Rwanda, Siera Leone, Togo… dadelijk beschikbaar komen. Voor Amerikanen en Russen, Iranezen en Turken, geldt dan hetzelfde spontane stukje hersengymnastiek, met kleinere cijfers. Ik wordt immers niet graag gedood. Integendeel, ik help graag mensen, en houd van een goede ontmoeting.

 

Fast assessment is an art, maybe, but for me an indispensable must.

 

De mens blijft het meest onvoorspelbare dier

Ik heb persoonlijk, zoals toenmalig minister van Gezondheid, mijn goede kennis Magda Aelvoet, geijverd voor huisdieren in oude mensen-tehuizen. Daar komt/kwam wel eens verzet tegen, bijvoorbeeld met kreten als “Wij hebben al zoveel werk, mevrouw de Minister, met onze oudjes, wat zouden wij er nog dieren bij nemen!”, en ook wel met het argument: “Het blijft een dier! Dat is niet echt te vertrouwen”. Wel, persoonlijk ken ik allerlei soorten en rassen dieren vrij goed, en honden al helemaal. Mijn eigen hond is doorheen mijn elf jaren opvoeding een fijn dier geworden; hij heeft  al naar schatting een kleine twintigduizend mensen op treinen, bussen en in restaurants ertoe bewogen hem aan te halen en over het kopje te strelen. (Als je aan de vruchten de boom kent, ben ik dus misschien een ingoede figuur). Goed verzorgde honden zijn in mijn ervaring zeer voorspelbaar en betrouwbaar, misschien de meest betrouwbare wezens in het westerse universum. Ik ken echter geen enkel dier dat zo onvoorspelbaar en potentieel gevaarlijk is dan de mens. Hij is slim en sluw, en is in staat tot moorden en pesten, met inzet van zijn verstand, zijn spierkracht, zijn listen, zijn wraaklust, zijn gekwetste eergevoel en zijn handige handen. De mannen en vrouwen die de straten en pleinen worden opgestuurd om de orde te bewaren in miljoenensteden, die verdienen speciale consideratie. Zoals soldaten werken zij tot op zekere hoogte voor het algemeen belang met inzet van het eigen vege lijf en het eigen leven. Die mensen hebben het recht mee te maken dat het debat over hun werkwijze niet bezwaard raakt met zeer abstracte, ongetwijfeld pogend humanistische denklijnen van intellectuelen die de universiteitsbibliotheek, de familiale woonkamer, de cockpit van de hoog- staande SUV en af en toe de TV-studio als exclusieve biotoop kennen.

 

N. B. Het is uiteraard altijd beter je angst niet je belangrijkste raadgever te laten worden. Liefde tussen mensen van verschillend ras, met in grote mate verschillende genen, die levert per definitie juist “fysiek en geestelijk verrijkte” nakomelingen, kinderen op. Dat effect dat de biowetenschap kent als Heterosis kan niet genoeg uit het hoekje worden gehaald, het bevat hoop voor de wereld van nu die zich vermengt als nooit tevoren wat de mensen betreft. Ook dat heb ik eerder beschreven: heterosis-als-hoopvol-natuurfenomeen:vermenging van rassen is heilzaam

Illustraties

1. De Nuba in Soedan in 1949 door George Rogmer. Ook al groeien culturen in de digitale, vliegreizen-wereld naar elkaar toe, er blijven grote verschillen tussen mensen die langs breuklijnen als nationaliteit, ras, cultuur, religie, gastronomische gewoonten, geliefde rituelen en sporten, intern gedeelde verhalen en waarden… lopen. Ook de raciale huidskleur mag je niet uitsluiten als “determinatiecriterium”, zeker niet als je veiligheid in het gedrang komt.

2. Rassen bewust bekijken kan het leven beslist verrijken, maar het kan je hachje ook beveiliging bieden, toch?

Rassen kijken kan het leven verrijken

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!