In een persbericht mengt Sp.a Rood zich in het debat over de “zwarte” en “witte” scholen: “De aanval van Mieke Van Hecke van het Katholiek onderwijs op het gelijke kansen beleid getuigt van verdoken elitisme. Zij gooit letterlijk en figuurlijk het kind met het badwater weg. De toename van blanke en zwarte scholen is een vaststelling die meer én beter verdient dan het overnemen van enkele conservatieve ‘platitudes’ van boven de Moerdijk. Zij staaft op geen enkel ogenblik haar stelling dat gelijke kansen beleid überhaupt niet werkt. Dit getuigt vanuit maatschappelijk en politieke oogpunt van een criminele lichtzinnigheid.
SP.a Rood is het echter evenzeer oneens met de stelling van sp.a-onderwijsminister Pascal Smet dat er “in stedelijke gebieden nu eenmaal altijd concentratiescholen zullen blijven bestaan”. Na de miskleun van de ‘bootcamp’ uitspraak van sp.a kamerlid David Geerts is dit nogmaals een teken dat het sp.a onderwijsbeleid zwalpt en dat budgettaire orthodoxie en besparingen blijkbaar zwaarder doorwegen dan de gefnuikte toekomst van onze jongeren en de ondraaglijke werkomstandigheden van onze leerkrachten. Concentratiescholen zijn en blijven een ongewenste vorm van onderwijs. Ongewenst omdat het een vorm van segregatie met zich meebrengt die zich in een later stadium in de samenleving zal doorzetten.
De sp.a moet opkomen voor een onderwijs dat gelijke studiemogelijkheden biedt voor iedereen én borg staat voor maatschappelijke cohesie en integratie. Wie zoals Pascal Smet beweert dat ‘zwarte’ scholen mits wat ondersteuning evenveel kansen zullen bieden dan gemengde of ‘witte’ scholen maakt zichzelf en de mensen wat wijs. Die ondersteuning waar de onderwijsminister zo prat op gaat is bovendien ook nu al totaal ontoereikend. De ‘individuele leerlingenbegeleiding’ valt voor het grootste deel op de schouders van de leerkrachten die dit bij gebrek aan pedagogische ondersteuning onvoldoende waar kunnen maken. De ‘GOK-uren’ (dit zijn extra uren die je als school krijgt om leerkrachten/leerlingen hulp te bieden in de klas*) zijn een druppel op een hete plaat. Bijvoorbeeld in de afdeling lager onderwijs van een concentratie-school in een van de armste buurten van Antwerpen- krijgt een klas van 25 pubers 4 maal 50 minuten ondersteuning per week…. In vele gevallen moeten de ondersteunende leerkrachten ook als invallers optreden bij ziekteverlof. In het Antwerpse stedelijke onderwijs werd de pedagogische ondersteuning de afgelopen decennia totaal ontmanteld, door het schrappen van niet minder dan 1200 ondersteunende functies terwijl daar nu meer dan ooit behoefte aan is…
In plaats van slaafs een neoliberale budgettaire logica te blijvende volgen moet de sp.a terug durven innoveren en investeren in onderwijs. Dit houdt in:
– klassen van maximum 15 leerlingen in de zogenaamde concentratie-scholen, 20 in andere schoolomgeving;
– voor een participatief beleid: meer inspraak van de “ werkvloer” in de uitwerking van het onderwijsbeleid;
– lesprogramma’s die kennisverwerving en inhoud niet vervangen door “vaardigheden” maar beide combineren;
– verbeterde arbeidsvoorwaarden zodat er meer tijd over is voor bredere differentiatie (gericht naar leerlingen die trager vooruitgang boeken);
– meer sport, maatschappelijke, muzische en culturele vorming in functie van de ontplooiing van de kinderen;
– naschoolse opvang verdient extra middelen zowel financieel als inzake werkrachten;
– betere samenwerking met de plaatselijke overheid en meer GOK-uren.
SP.a Rood is bovendien voorstander van quota. Een school kan enkel behoorlijk onderwijs afleveren indien de leerlingenpopulatie een afspiegeling is van de gehele samenleving en niet enkel van de onmiddellijke buurt. De totaal scheefgegroeide situatie moet op korte termijn drastisch worden omgebogen door het invoeren van quota. Dit impliceert ook dat de keuzevrijheid gestructureerd moet worden en dat er via een geïnformatiseerde inschrijving (per net) een spreidingsbeleid ontwikkeld kan worden waarbij achtergestelde groepen de gelegenheid krijgen zich ook in te schrijven in de zogenaamde blanke scholen. (quota: er moet in elke school een minimum percentage aan kansarme leerlingen ingeschreven worden. Dit moet gelden voor ALLE netten – FR).
Samen met een verhoging van het onderwijsbudget is dit de enige aanpak om te vermijden dat halve generaties worden opgeofferd en samenlevings-problemen bestendigd worden. Het is merkwaardig dat uitgerekend Pascal Smet met zijn Brusselse achtergrond de positieve ervaring met dergelijk systeem in Brussel niet openlijk durft te verdedigen”.
Namens Spa Rood, Elke Heirman
0473/ 91 69 80.
Elke Heirman is onderwijzeres in Hoboken-Antwerpen, en was kandidaat-ondervoorzitter van Spa, naast Erik De Bruyn; ze behaalden 1/3 van de stemmen.
*GOK-leerlingen: Gelijke OnderwijsKansenbeleid, ingevoerd door Vlaams minister Frank Vandenbroucke. De scholen ontvangen per GOK-leerling een hogere subsidie en omkadering. GOK leerlingen worden gedefinieerd door: i) moeder zonder hoger secundair diploma ii) gezinnen met een vervangings-inkomen iii) thuistaal geen Nederlands iv) kinderen opgevoed buiten het eigen gezin v) uit rondtrekkende gezinnen.
Vandaag reageert ook School Inzicht, een organisatie in Antwerpen, Lokeren en Molenbeek, die sedert 2006 ijvert om ouders van autochtone kinderen te overtuigen hen in te schrijven in concentratiescholen, en dit met succes. Ze gaven o.m. een boek uit met getuigenissen. http://www.schoolinzicht.be/ De ingezonden brief van Michel Albertijn en Marieke Smeyers heeft De Morgen evenwel niet op zijn site gezet.
Het is merkwaardig dat bijna gelijktijdig met Mieke Van Hecke de nieuwe Nederlandse onderwijsminister, die tot het CDA behoort, ook zwarte en witte scholen als onafwendbaar beschouwt. Alleen ‘de kwaliteit’ van het onderwijs moet tellen, niet de samenstelling van de klassen. Volgens haar waren een aantal zwarte scholen al op hoger niveau gebracht, door speciale steunmaatregelen. Onder druk gezet door de vragen van Pauw en Witteman, motiveerde ze haar visie door het behoud van de volledige vrijheid van de ouders om de school te kiezen. Maximale voordelen voor het eigen kroost is ook in Vlaanderen een sterke drijfveer bij katholieke ouderverenigingen, bijvoorbeeld in hun verzet tegen de maximumfactuur voor schoolreizen e.d.: wie méér kan betalen moet dat recht behouden (voor de eigen kinderen). Subtiele Mieke Van Hecke: ‘scholen kunnen niet rondkomen zonder hogere bijdragen van de ouders‘.
Wat denkt u van dit persbericht: kleinhandelaars van schoolmateriaal beweren dat de maximumfactuur hen benadeelt…?
Is het vicieus hierbij de vraag te stellen of de meerbegoede ouders hun hogere bijdrage in een gemeenschappelijke kas zouden willen storten die ter beschikking staat van ALLE kinderen?
Of verdedigen we de blijvende ongelijkheid, omdat nu eenmaal the best will prevail? Luister naar Jan Van Damme, hoogleraar K.U.L. “de achterstand van kansarme leerlingen van allochtone herkomst is niet de enige prioriteit. Ook aandacht voor sterke leerlingen moet een beleidsprioriteit worden” (dit wordt door de auteur niet gekonkretiseerd). DeStandaard 3/7/9.
Johan Leman heeft fel geprotesteerd tegen de verhoging (door een Vlaams decreet) van het minimum procent “nederlandstaligen” tot 55. Nederlands-taligheid vereist ’een controleerbaar bewijs’. Dat bewijs kan een diploma van een Nederlandstalige secundaire school zijn, of een bewijs dat de leerling 9 jaar Nederlandstalig onderwijs heeft gevolgd of een taalexamen heeft afgelegd – eisen waaraan heel wat allochtone gezinnen niet kunnen voldoen. Leman stelt eerder een systeem voor zoals in de Europese scholen. Zie www.dewereldmorgen
De eis voor kleinere klassen, zoals hierboven door SpaRood, werd onlangs met kracht verdedigd door prof. Peter Adriaenssens op de Boekenbeurs. Hij zei: Ouders beseffen vandaag dat 8 kinderen tegelijk opvoeden moeilijker is dan 2 of 3; maar in onze klassen zitten er nog steeds evenveel als vroeger, 25 of 30. Probleemjongeren zijn in het buitenland succesvol aangepakt in sterk begeleide groepjes van 6. Men leze zijn boek: “Laat ze niet schieten. Geef de grens een plaats in het leven van jongeren“. Lannoo 2010. Zijn voordracht was nog beter.
In de onderwijsvakbond ACOD zijn kleinere klassen een eis sedert generaties, maar er is nooit geld; want het kost wel méér leerkrachten.
Standaardwerk uit 2007 over “De school van de ongelijkheid”, door Nico Hirtt, Ides Nicause en Dirk De Zutter, EPO..